Geloofszekerheid baseren op mijn gevoel
Ds. J.R. van Vugt | 1 reactie | 03-03-2021| 16:59
Vraag
Ik worstel zo met geloofszekerheid. Ik weet dat hier al veel over geschreven is, maar toch wil ik mijn vraag/verhaal hier neerleggen. Aan de ene kant mag ik weten dat God Zijn goede werk in mijn leven begonnen is en dat ik niet meer zonder Hem kan leven. (Maar met dat ik dit opschrijf, twijfel ik weer of dat eigenlijk wel echt zo is.) Aan de andere kant durf ik niet te zeggen dat ik behouden ben, dat ik een kind van God ben. Ik ben zo ontzettend bang dat ik mezelf van alles aanpraat en dat ik mezelf aan het bedriegen ben. Want misschien ben ik wel helemaal geen kind van God.
Ik merk heel sterk dat ik nog teveel mijn zekerheid wil baseren op mijn gevoel, terwijl ik dat juist op Gods Woord moet baseren. Maar als ik dan lees in Gods Woord dat je behouden bent als je gelooft en op God vertrouwt, vraag ik me weer af of dat wel voor mij geldt. Want geloof ik wel echt? Ik word zo moe van de twijfels en de strijd!
Deze vraag werd ook besproken in het programma 'Pastorie online':
Antwoord
Beste...
Allereerst: de vraag heeft te lang op mijn actielijst gestaan en dat had sneller gekund en gemoeten. Excuus daarvoor.
Dan: Er is inderdaad veel geschreven over jouw vraag, jouw twijfels en jouw worstelingen! Collega dominee Pieters schrijft in deze rubriek: “Waar of bij wie alleen kunnen we zekerheid ontvangen? Wie op zoek gaat naar zekerheid kan net zo snel de regenboog vastgrijpen. Zoek dagelijks via gebed en schriftstudie de ontmoeting met God in Zijn Zoon, onze Middelaar, door Zijn Geest. En zekerheid -die je dan niet meer zoekt en waar het je dan niet meer om gaat- krijg je er als een 'toegift' bij...”
Dat is een kort antwoord, waar ik van harte achter sta. Niet om hem te verbeteren, wil ik er wat proberen over te schrijven. Als aanvulling, zonder aan de kern van het bovenstaande iets af te willen doen.
De vraag naar zekerheid in het geloof is een vraag die de kern van de Reformatie raakt. Volgens ‘Rome’ kan je nooit zekerheid hebben, omdat je 1. niet weet of je kennis van de zonden wel diep genoeg is (wie zal dat durven zeggen? En 2. omdat je nooit weet of je goede werken wel goed genoeg zijn. Gelukkig ligt de zekerheid van ons geloven niet in de kennis van de zonden en ook niet in het doen van de goede werken en die goed doen. Dan zou het een hopeloze zaak zijn. Je schrijft: ik mag weten dat God Zijn goede werk in mijn leven begonnen is en dat ik niet meer zonder Hem kan leven. Zet hier een punt! Ik mag het weten! En je gevoel zegt... en dan gaan we weer. Angst, gevoelens, emoties en rare ideeën van aanpraten. Stop ermee!
Laten we dit vasthouden: de kern -het wezen- van geloof en geloven is zekerheid en geeft zekerheid. De vraag is: waarvan? Ik meen dat in de Bijbel niet de vraag aan ons hart wordt gelegd: “Ben jij een kind van God?” Weet je dat wel zeker? Ook niet de vraag: “Ken jij je zonden op het diepst” of, “twijfel jij nooit?” De vraag waar het in ons leven en in de Bijbel om draait is: “Wie is de Heere Jezus Christus voor jou?” Het antwoord op die vraag is cruciaal. Zonder Hem kan ik niet leven, zeg je. Laat dat voldoende zijn en bedenk liever waarom je zonder Hem niet kan en wil leven. Dat is het eerste wat ik wil zeggen.
Ten tweede: geloven is een werkwoord. Een bezigheid. Verbonden zijn aan Jezus Christus. Op Hem vertrouwen. En op Zijn beloften, in het Evangelie geschonken. Geloven is vertrouwen en de kern is zekerheid. Twijfel is de twijfel van de gelovige en hoort niet bij het geloof, maar wel -helaas- in het hart van de gelovige. Er is twijfel, maar die mag zeker nooit verheerlijkt en normaal gevonden worden. Sommigen denken dat het ‘zeker weten’ of ‘zekerheid’ een gevaarlijk ding is, waar mensen alleen maar hoogmoedig van zouden worden. Dan wordt het bijna verdacht om zeker te weten een kind van God te zijn. Dat dit onbijbels is, hoef ik hopelijk niet uit te leggen.
Uit het antwoord van collega dominee Pieters blijkt dat wanneer je de Heere Jezus in het geloof omhelzen mag en op Hem vertrouwt, op Hem alleen, dat het dan niet meer gaat om zekerheid en ook niet meer om het zoeken daarvan. Dat ontstaat dan vanzelf, of liever en Bijbels gezegd: dat ontvang je er dan vanzelf bij.
Ik wil dat illustreren met een voorbeeld. Hoe weet ik zeker dat mijn vrouw van mij houdt? Wel, dat vertrouw ik, 100 procent. Ben ik daar zeker van? Ja. Waarom? Omdat ik weet dat het zo is. Ik weet het, omdat zij en ik een trouwring dragen, als zekerheid en belofte! Ik weet het, omdat we samen ‘ja’ gezegd hebben voor de Burgerlijke Stand en meer nog, voor Gods Aangezicht in de kerk. Omdat we samen geloven aan elkaar gegeven te zijn.
Ik weet wel dat dit voorbeeld in onze zieke samenleving niet meer zo overtuigend is. Ik weet ook dat binnen zogenaamd ‘goede’ huwelijken heel veel misgaat en niet goed zit, tot gruwelijke zaken, bedrog, mishandeling en misbruik toe. Ik weet het. Maar dat doet aan mijn vertrouwen dat ik heb in ons huwelijk niets af. Ik hoop dat je begrijpt wat ik bedoel te zeggen. Er gaat heel veel mis, ook op geloofsgebied. Mensen die nooit tot zekerheid komen. Mensen die zo zeker zijn, dat de vanzelfsprekendheid en zelfverzekerdheid eraf spat en zwakkere broeders en zusters in de hoek kan drukken. Ik weet het. Toch blijf ik vasthouden aan deze Bijbelse en voluit Reformatorische waarheid (vanuit de Reformatie) dat zekerheid iets is wat bij de kern van het geloven hoort en waarnaar we hebben te verlangen en waar de we Heilige Geest om mogen en moeten bidden.
Calvijn zegt over het geloof: Het wezen van het geloof is een vaste en zekere kennis van Gods welwillendheid jegens ons, welke gegrond is op de waarheid van Zijn genadige beloften in Christus, door de Heilige Geest aan ons verstand geopenbaard en in ons hart verzegeld.
Het gaat dus om kennis. Niet een verstandelijke kennis, maar kennis in de zin van het Hebreeuwse grondwoord, namelijk “relationele kennis.” Kennis van en aan God en van Zijn welwillendheid = goedheid jegens ons. Het geloof twijfelt niet aan Gods goedheid en wil om ons, mij, zalig te willen maken. Jij en ik zijn bedrieglijke mensen en daar kan je best bang van zijn/worden. Maar God bedriegt niet. Wij kunnen Hem tot een leugenaar maken en de leugens zelf tot waarheid bevorderen, maar God IS de waarheid. Waarmee ik maar zeggen wil dat je inderdaad moet stoppen met naar je gevoel te luisteren, want dan ben je de golven van de zee gelijk en dat is niet tot eer van de Heere. Vertrouw op Hem, op Zijn genadige beloften in het Evangelie aan ons geopenbaard en gepredikt en neem door de Heilige Geest die beloften aan. Het is de Heilige Geest Die ook verzekert en Die in ons woont. Die jou en mij het hartelijke vertrouwen geeft, dat de beloften van vergeving van zonden en eeuwig leven ook voor jou en mij persoonlijk ja en amen zijn, om Christus wil. Niet alleen anderen, maar ook mij... geschonken...!
Dat je er moe van wordt, wil ik graag geloven. Er is ook niets vermoeiender dan altijd maar weer op jezelf teruggeworpen te worden en altijd weer het werk van de Heere te wantrouwen en verdacht te maken. Dat is niet wat je wil, maar dat is wel wat gebeurt als je met Petrus op de golven loopt en naar die golven gaat kijken en niet langer meer naar de Heere Jezus, Die gezegd heeft: Kom! Dan zink je weg. Daarom: lees de Bijbel. Lees eens de hoofdstukken 40 en verder van de profeet Jesaja. Laat het iedere keer in je hart indalen (en bid daarom) wanneer de Heere in die hoofdstukken zo troostend spreekt in Zijn beloften. Klamp je in die beloften aan de Heere Jezus vast. Leg je handen op die beloften. Belijd je zonden van ongeloof en twijfel en smeek de Geest of Hij die beloften aan je hart verzekeren wil. Bid Jezus of Hij als de Belovende Zelf in Zijn Woord Zich aan je openbaart als de Zaligmaker van je ziel. En lees eens een goed boek over deze dingen. Misschien doe je dat al. Mooi. Zo niet: begin ermee. Er is een mooi boekje van Ryle over de zekerheid van het geloof. Lees de Redelijke Godsdienst van Brakel. Lees bovenal de Bijbel en de Evangeliën en kijk eens hoe onze Zaligmaker spreekt en doet. Hij vraagt meerdere malen naar het geloof! Gelooft u dat? Johannes 11. Gelooft u dat ik dat doen kan? Wil? U geschiedde naar uw geloof (Mattheus 9).
Bid ook om de Geest. Die het Woord en de Genadige beloften van God in Zijn Woord aan ons hart openbaart (laat zien) en in ons hart laat indalen, neerzinken, verzekert, bevestigt, toepast en toe-eigent. Allemaal het werk van de Geest. En dan – wanneer die Geest zo werkt, weet je het en weet je het zeker. En wie gelooft in God en genoeg heeft aan de Heere en Zijn Zoon, Die Hij gezonden heeft, die is een kind van de HEERE.
Wanneer je Christus omhelzen mag, mag je Hem omhelzen in Zijn beloften. Zo maak je Hem en al Zijn verdiensten eigen. En de Geest eigent toe en laat je Christus “Mijn Zaligmaker” noemen. Als het geloof zo werkzaam is, zeg je het de catechismus na: niet alleen voor anderen, maar ook voor mij (Zondag 7). Ook de Verloren Zoon spreekt over MIJN Vader, wanneer hij teruggaat. Ruth heeft het over Mijn God en Mijn volk. Hoezo? Dat was toen toch nog geen waarheid? Hoe kon ze dat nu zeggen? Door het geloof greep ze de God van Israël aan en klampte zich aan Hem vast. Dan zeg en ervaar je soms dingen die je laten huiveren van geluk! Het is waar! Hij is de mijne en ik ben de Zijne! En of je nu een klein of zwak, of sterk en verzekerd geloof hebt. Ik zou bijna zeggen... dat maakt dan niet zoveel uit. Met de Geest in je hart is er zekerheid! In Christus en Zijn beloften. En ben ik een kind van de Vader. Onthoud, dat de kern van het geloven altijd zekerheid is. Dat is de leer van de Schrift en die leer is met de Reformatie weer voor het voetlicht gebracht. Het geloof is een vaste en zekere kennis..., zei Calvijn. Het is een stellig weten en alles voor waar houden, wat God in Zijn woord openbaart (Catechismus). Het geloof ziet op God en ziet Hem zeker.
Samengevat: Toename en groei in het geloof gaat altijd samen met groei in kennis (vanuit de Schrift) wat God ons openbaart van Zichzelf en van Christus en het werk van de Geest. Gezegend door diezelfde Geest komen we tot meer kennis en meer zekerheid. Verheerlijken van onzekerheid en twijfel is niet Bijbels en ook niet tot eer van de Heere. Ik moet er niet aan denken wanneer onze kinderen iedere dag zouden vragen of ik wel echt hun biologische vader ben. En dat ook nog met anderen gaan delen. Ik zou me geen raad weten, denk ik. Wat doe jij en wat doen wij de Heere aan wanneer we altijd maar twijfelen en onzeker zijn en naar onszelf gaan loeren en op onze gevoelens en emoties gaan drijven. Dan zegt een kind: nu weet ik dat je mijn vader bent, omdat het vandaag zo voelt en dat voelt best goed... Pardon!? Moet ik ons trouwboekje erbij gaan halen om te laten zien dat je bij de burgerlijke stand echt als ons kind staat ingeschreven? Pijnlijk!
Zekerheid is er en in zekerheid mag je ook groeien in het geloof. Dat kost strijd. Het stormt in ons hart. Klein geloof ziet op de grote omstandigheden en denkt klein van Christus. Klein-geloof en zwak-geloof moeten bij Christus zijn en alleen op Hem zien. Zie op Hem en je bent zalig (Johannes 3).
Een hartelijke groet
Ds. J. R. van Vugt
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.R. van Vugt
- Geboortedatum:22-10-1970
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Waddinxveen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Weet je, we hoeven geen groot geloof te hebben maar te geloven in een grote God! (De grootte van een mosterdzaadje van geloof is al genoeg, ken je dat verhaal?)
En wat geloof je dan? Dan Jezus Heer is. Dat Hij voor je gestorven is, én weer is opgestaan. Punt, precies zoals de dominee zegt.
Snap je Jezus' liefde en zijn offer voor jou? Vast niet. Maar je mag het wel aannemen als een cadeau!