Bekeerde mensen verlangen soms naar de dood
Ds. B. Reinders | Geen reacties | 28-01-2006| 00:00
Vraag
Vaak hoor je dat bekeerde mensen soms ontzettend naar de dood (vooral wat na de dood komt) verlangen. Ik kan dit soms erg moeilijk begrijpen. Hoe zit dat dan met de man/vrouw op aarde van wie ze houden? Mag je van God niet naar hem/haar verlangen en bij hem/haar willen blijven? God heeft toch het huwelijk gemaakt?
Antwoord
Geachte vraagsteller/stelster,
Het is inderdaad waar, dat het huwelijk een goddelijke instelling is. Het is God, die liefde geeft tussen man en vrouw. Maar die liefde is niet de hoogste liefde. Dat is een liefde, die God komt te schenken in Zijn algemene genade. Het is een liefde voor de tijd. Het huwelijk wordt door de dood verbroken. Als man en vrouw beide de Heere mogen vrezen dan is er naast de natuurlijke liefde een geestelijke liefde. Die liefdesband wordt nooit meer verbroken. De liefde tot de Heere behoort op de eerste plaats te staan. De Heere Jezus heeft heel duidelijk gezegd: “Die vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig; en die zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig.” Hij is de hemelse Bruidegom en Hij heeft recht op Zijn Bruid. Hij heeft Zijn Kerk gekocht met de prijs van Zijn bloed. Hij wil ze bij Zich hebben en eenmaal zullen ze ook eeuwig bij Hem zijn. Daar bidt Hij om en dat gebed wordt door de Vader verhoord als daar het ogenblik van het sterven is aangebroken (Joh. 17:24). Als dat zo ervaren mag worden door Gods kinderen dan kunnen ze sterven. De Heere alleen kan ze van alles los maken. De Heere kan ook voor de man/ vrouw en kinderen zorgen. Dus dat betekent niet, dat dat Gods kinderen onverschillig is. Wat kunnen ze juist daar nog mee worstelen. Ook in die weg moeten Gods kinderen leren: “Uw wil geschiedde”.
Ik moet in dit verband denken aan ds. F. Bakker. Hij was nog niet eens zo heel lang getrouwd, toen het meer en meer openbaar kwam, dat hij een ongeneeslijke ziekte had. Wat wilde de Heere het echter wonderlijk wel met hem maken. Ook hij heeft geworsteld met de scheiding die zou komen. Hij schreef daarover in zijn kerkbode: “...Sterven is God ontmoeten. Maar er zijn tijden, dat mijn ziel zeer begeert om God te ontmoeten... Dit wil niet zeggen dat we dan ongevoelig zijn voor de scheur die de dood meebrengt. Er zijn ook tijden dat mijn lieve vrouw en ik samen zitten te wenen vanwege dat ontzettend scheiden. Zo is het ook met mijn geliefde familie. En ik weet, dat het u, gemeente ook zeer zwaar valt om los te laten. Van mijn kant is dat tegenover u hetzelfde. Met diepe ontroering schrijf ik u dit. De liefde kan niet missen.... Ja, wat mij betreft, ik was nog graag bij u gebleven. Maar de Heere heeft gezegd: Zo is het goed. En nu heb ik ook gezegd: Zo is het goed.”
Het was het laatste stukje dat ds. F. Bakker in oktober 1964 in zijn kerkbode schreef. Enkele maanden later op 2 januari 1965 werd hij uit zijn lijden verlost. Hij was nog maar 45 jaar oud. Ik dacht dit is een duidelijk voorbeeld uit de praktijk. Dus enerzijds inderdaad dat verlangen, maar Gods kinderen zijn ook mensen van vlees en bloed. De Heere moet Zelf Zijn kinderen overal van losmaken. Ze moeten leren om alles over te geven in Zijn hand. En dat niet gedwongen, maar gedrongen door de liefde. Dan is de liefde tot God sterker dan de aardse liefde. Dat kan de Heere geven. Dat wil niet zeggen, dat de aardse, de natuurlijke liefde niets te betekenen heeft, maar die komt dan op de tweede plaats. Dan wint de geestelijke liefde het van de natuurlijke liefde. Ik hoop zo een beetje een antwoord op de vraag gegeven te hebben.
Gods zegen toegewenst.
Hartelijke groeten van ds. B. Reinders
Dit artikel is beantwoord door
Ds. B. Reinders
- Geboortedatum:15-04-1956
- Kerkelijke gezindte:Vrije Oud Ger.Gem.
- Woon/standplaats:Oldebroek
- Status:Inactief