Fantastische toekomst
Ds. J.J. Tigchelaar | Geen reacties | 11-02-2021| 12:01
Vraag
Ik heb een vraag over mijn favoriete passages uit de Bijbel: Jesaja 65. Vanaf Jes. 65 vers 17 spreekt hij over de schepping van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. En daarna volgt een opsomming van hoe die wereld zal zijn. Echter viel me meteen de parallellen en verschillen op met Jesaja 11, waar gesproken wordt over het duizendjarig vrederijk. Beide spreken van een (gedeeltelijk?) herstel van de vloek die over de schepping heerst. Namelijk het dierenrijk dat herstelt. De wolf zal bij het lam liggen. De leeuw zal stro eten als een rund etc. Ook spreken beide hoofdstukken over gerechtigheid die God zal doen. Bijv. naar de armen en zachtmoedigen (Jes 11:4). En dat men huizen zal bouwen en anderen daar niet in zullen wonen (Jes. 65:22). Ook zal er geen moeite meer zijn en zal men lang van zijn werk kunnen genieten.
Maar als ik nu Jesaja 65 naast Openbaring 21 leg zie ik verschillen. Twee duidelijke voorbeelden zie ik in Openb. 21:4: “En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan” en in vers 8: “...de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood.” Twee duidelijke dingen die hier naar voren komen zijn dat in de nieuwe hemel en aarde geen dood meer zal zijn en geen zonde, immers alle zondaars die niet gered zijn zullen in de poel die brandt van vuur en zwavel zijn. En de nieuwe hemel en aarde uit Openbaring 21 komt pas na de tweede dood, dus na het duizendjarig vrederijk. Als ik dit naast Jesaja 65 leg zie ik dat daar nog steeds de dood en zonde is. In vers 20 staat immers: “...want een jonge man zal sterven als een honderdjarige, maar een zondaar, al is hij honderd jaar, zal vervloekt worden.” Dood en zonde zullen dus nog steeds aanwezig zijn (hoewel dit dan niet geldt voor de gelovigen in Christus, denk ik? Die zijn immers opgestaan in een nieuw verheerlijkt lichaam bij Christus’ wederkomst), alleen zal men wel veel langer leven.
Lees ook: 'Een zondaar honderd jaar oud zijnde is vervloekt'
Mijn vraag is dus hoe ik dit vers van de nieuwe hemel en aarde van Jesaja 65 moet lezen, want ik zie de overduidelijke parallellen met het messiaanse rijk uit vers 11 en het lijkt me toch sterk dat God twee maal een nieuwe hemel en aarde zal maken. Moet ik dan met nieuwe hemel een aarde dit lezen: als een vernieuwing van het bestaande/gedeeltelijke opheffing van de vloek die uit de zonde komt en niet als letterlijk nieuw geschapen aarde?
Ik heb ook ergens het argument gelezen dat vers 17 naar Openbaring zou verwijzen en de rest naar het messiaanse rijk. Alleen dat lijkt mij vreemd, want waarom zou je dat ineens midden in je hoofdstuk er tussen ‘gooien’ en vervolgens weer terug gaan naar het messiaanse rijk zonder dit duidelijk aan te geven? En als ik de tekst lees lijkt het toch allemaal een op elkaar volgend geheel. Ik ben hier erg benieuwd naar, want ik vind dit zo interessant en boeiend. Wat een fantastische toekomst.
Antwoord
1. Ik houd van puzzelen, sudoku’s, cryptogrammen, ontbrekende of onjuiste gegevens zoeken. Maar de vraag die ik nu krijg is me te veel. Hoe komt dat?
2. Vraagsteller gooit een aantal stukjes van een legpuzzel op tafel en vraagt om daar een keurige plaat van te maken. En het is ook nog een blinde puzzel, geen afbeelding op de doos. En het aantal stukjes is bij lange niet compleet. Ieder zal het er toch wel over eens zijn dat in bovenvermelde teksten uit de Bijbel niet alles over het Rijk van God gezegd is. En ik wil niet als een klein jongetje zijn die een legpuzzel in elkaar moet zetten en als het niet meteen past de stukjes met zijn vuist aan elkaar wil doen sluiten.
3. Met die opmerking zijn echter niet de genoemde, echte of schijnbare, tegenstrijdigheden bij Jesaja en in de Openbaring van Johannes verklaard. Hebben Jesaja en Johannes als het ware samen afgesproken een compleet beeld van de toekomst te schetsen? Dat zouden ze niet kunnen. Jesaja krijgt in enkele concrete situaties een woord van God tot vertroosting en als waarschuwing. Johannes mag eeuwen later op Patmos nu en dan een glimp opvangen van de hemelse werkelijkheid, om dat door te geven.
4. Mensen, gelovigen en ongelovigen, hebben allemaal verschillende vragen en voorstellingen van het leven na de dood. Sommigen denken dat er niets is, anderen denken vooral geliefden te ontmoeten. Bij een vluchteling uit Cambodja zag ik in een vluchtelingenkamp in Thailand een tekst aan de muur: “Wanneer er leden van de Pol Pot in de hemel zijn, wil ik daar niet zijn.”
5. Wordt er in de nieuwe hemel op aarde altijd gezongen, gefeest, gewandeld tussen allerlei soorten edelgesteente, wordt er -met vreugde- gewerkt? Elk idee, elk beeld, elke verwachting is te klein en te aards, te menselijk. Ook het begrip eeuwigheid is onvoorstelbaar.
6. Wanneer je aan een kind moet uitleggen wat en waar de hemel is zal dat anders zijn dan een troostwoord aan een oudere op zijn sterfbed of een correctie voor een lichtzinnige spotter. Dat verklaart de schijnbare tegenstrijdigheden.
7. Het gaat er uiteindelijk niet om of iets interessant of boeiend is. God belooft de gelovigen dat Hij goed is en dat Hij dat uitbundig zal tonen. In enkele beelden laat Hij daar nu al, door onder andere Jesaja en Johannes, iets van zien. Maar de hele legplaat heeft gelukkig nog veel meer stukjes.
Ds. J.J. Tigchelaar
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. Tigchelaar
- Geboortedatum:05-12-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Putten
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus predikant en adviseur predikantenopleiding Church of Central Africa