Het gebrek in heiligmaking
Ds. W. Pieters | 2 reacties | 08-02-2021| 16:40
Vraag
Ik worstel met het volgende. In de Bijbel komen we vaak tegen dat God de oprechte van gemoed lief heeft. Dat degenen die daders van het Woord zijn zalig zullen worden en Hem echt lief hebben. Dat zonder de heiligmaking niemand God zien zal. Enz. Daarnaast merk ik dat ik het goede niet kan doen. Ik durf niet te ontkennen dat God mijn leven heeft veranderd en dat mijn hart uitgaat naar Zijn Woord. Daarnaast merk ik ook dat mijn hart zo afwijkt. Het is een soort gevecht.
Ik kom dit ook tegen bij bijvoorbeeld Paulus en anderen. Dan denk ik: het is toch niet vreemd dat ik dat bemerk?! Echter zijn/of lijken de uitspraken over het doen en bewaren van Zijn Woord zo absoluut geformuleerd dat ik daar vaak weer ondersteboven van raak en het niet meer begrijp. Niet om uit werken zalig te worden, zo bedoel ik het niet. Ik probeer het alleen te rijmen met elkaar. Kan iemand me verder helpen hier Bijbels over te denken en dit Bijbels te duiden?
Antwoord
Eeuwenlang blijkt dit een groot probleem te zijn: de heiligmaking; of beter gezegd: het gebrek in heiligmaking. Het verlangen is er om volmaakt voor de Heere te leven, zonder enig gebrek Zijn heilzame geboden te gehoorzamen en voor al onze naasten nuttig te zijn in een voorbeeldig christenleven. Maar wat komt ervan terecht?
Aan de ene kant is het duidelijk dat een christen minder zonde doet naarmate hij groeit in de genade en kennis van zijn Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Aan de andere kant blijkt hij zelf er nog al eens anders over te denken: dan meent hij een steeds grotere zondaar te worden. Dit kan als oorzaak hebben dat hij meer geestelijk licht ontvangt in zelfkennis, zodat hij beter dan eerst zichzelf in zijn verborgen zonden leert kennen. En dus schrikt hij van zichzelf. Dit resulteert in een strijd, door Paulus beschreven in Romeinen 7 en in Galaten 5.
Het vlees begeert tegen de geest en de geest begeert tegen het vlees. Het gevolg is dat je niet doet wat je wilt. Je zondige bestaan wil het verkeerde, maar Gods Geest vecht daartegen, zodat je niet meer mee kunt met wat het vlees wil. Andersom is ook waar: je nieuwe mens wil God dienen, maar het vlees is als een blok aan je been en verhindert je aan alle kanten om heilig en zuiver te leven.
De weg die het lieflijke en troostrijke Evangelie je wijst, is: dagelijks belijden van je zonden, ook je zondige neigingen; even zo vaak gebruikmaken van de verzoenende kracht van het Offer; en niet minder dikwijls de heiligende Geest te hulp roepen. En als je straks op je sterfbed ligt, kun je geen grond maken van enige prestatie in jezelf, maar geef je God alle eer.
Toch, als je zo dagelijks jezelf moet afkeuren en misschien wel van jezelf moet walgen vanwege de vuilheid van je zondige neigingen..., vergeet dan ook niet je levenspraktijk te vergelijken met wat Paulus aan de christelijke gemeente in Filippi (4:8-9) schrijft [in vijf vertalingen]:
- “Voorts, broeders, al wat waar is, al wat eerlijk is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat wel luidt, als er enige deugd is en als er enige lof is, bedenk dat; wat u ook geleerd, en ontvangen, en gehoord, en in mij gezien hebt, doe dat. En de God des vredes zal met u zijn.
- Verder, broeders, al wat waar is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat lieflijk is, al wat welluidend is, als er enige deugd is en als er iets prijzenswaardigs is, bedenk dat. Wat u ook geleerd en ontvangen en gehoord en in mij gezien hebt, doe dat; en de God van de vrede zal met u zijn.
- Broeders, richt daarom uw gedachten op alles wat waar, eervol, rechtvaardig, zuiver en mooi is en wat goed bekend staat, kortom alles wat deugdzaam en loffelijk is. Breng niet alleen in praktijk wat u van mij geleerd hebt, maar ook wat u van mij gehoord en gezien hebt; dan zal de God van de vrede met u zijn.
- Tenslotte, broeders en zusters, overweeg steeds wat waar en verheven is, rechtvaardig en zuiver, beminnelijk en eervol, alles wat deugdzaam is en lof verdient. Breng in praktijk wat ik u geleerd en overgeleverd heb door mijn woorden en mijn daden. Dan zal God, die de vrede geeft, met u zijn.
- Ten slotte, broeders en zusters, schenk aandacht aan alles wat waar is, alles wat edel is, alles wat rechtvaardig is, alles wat zuiver is, alles wat lieflijk is, alles wat eervol is, kortom, aan alles wat deugdzaam is en lof verdient. Doe alles wat ik u heb geleerd en overgedragen, wat ik u heb verteld en laten zien. Doe het, en de God van de vrede zal met u zijn.”
Waar het mij vooral om gaat, is dat dezelfde apostel die zo klaagt in Romeinen 7 dat hij zó verschrikkelijk tegenvalt in het heilig leven, toch kan schrijven dat hij aan de christenen in Filippi niet alleen heeft gezegd hoe ze moeten leven, maar dat hij ze dit ook heeft voorgeleefd: “in mij gezien hebt.” Dus aan de ene kant: klacht over inwendige verdorvenheid; en aan de andere kant een voorbeeldig en aantrekkelijk christenleven!
Ds. W. Pieters
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Pieters
- Geboortedatum:27-06-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Elspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
website: dspieters.refoweb.nl
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Maar kunnen degenen, die tot God bekeerd zijn, dezegeboden volkomenlijk houden?
Neen zij; maar ook de allerheiligsten, zolang als zij in dit levenzijn, hebben maar een klein beginsel dezer gehoorzaamheid ; doch alzo, datzij met een ernstig voornemen niet alleen naar sommige, maar naar al de geboden Gods beginnen te leven.
Ik heb zelf ook veel last van het gebrek in de heiligmaking. Hoewel aan de ene kant jammer dat er meer niet in zit in dit leven, is dit antwoord wel een grote troost voor mij. Dat zelfs de allerheiligste slechts een klein beginsel van de nieuwe gehoorzaamheid kent. Niet om me achter te verschuilen, want we hebben er wel naar te staan. Maar we mogen daarin dus gewoon realistisch zijn.
Wie klimt de berg des Heere op?dat is de man die rein van hart en hand
zich aan geen ijdelheid verpandt en geen bedrog pleegt in zijn eden ps 24
Ben ik dat ? bent u dat ?,vergeet het maar, ons geldt strijd om in te gaan.
Dan komt onze heiligmaking vast te liggen in Christus naar zijn belofte
zie 1 korinthe 1 v,s 30-31