Zondig begeren
J.P. van den Brink | Geen reacties | 15-01-2021| 09:19
Vraag
Aan iemand van de Gereformeerde Gemeenten. Ik heb een paar vragen. Ten eerste over het tiende gebod. Wanneer is iets begeren? Bijvoorbeeld, als ik naar het andere geslacht kijk op een datingsite, is dit zonde? Wanneer is iets zondig begeren en wanneer niet?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je stelde drie vragen. Om de overzichtelijkheid en terugzoekbaarheid te bevorderen, beantwoord ik de vragen afzonderlijk. Hier dus de eerste vraag en de rest volgt binnenkort. In het Refowebarchief zitten inmiddels bijna 19.000 vragen en antwoorden. Met zo’n groot aantal ontkom je er inmiddels niet aan dat dat sommige vragen erg lijken op eerder gestelde vragen. Ook deze vraag is (in iets andere bewoordingen) al eerder gesteld. Dat is helemaal niet erg, maar je zult het me niet kwalijk nemen als ik bij de beantwoording van jouw vraag even een blik op die eerder gegeven antwoorden heb geslagen. Als je de zoekterm “begeren” gebruikt vind je een heleboel vragen die met jouw vraag verband houden. Ik citeer er hier twee en daar moet je maar eens naar kijken: 'Kijken naar knappe vrouw' en 'Lichamelijke verlangens'.
Je wilde je vragen laten beantwoorden door iemand uit de Gereformeerde Gemeenten. Bovenstaande antwoorden komen uit vertegenwoordigers van andere kerkgenootschappen waar overigens dezelfde belijdenisgeschriften worden geleerd als bij ons. Ik kan mij in ieder geval in deze antwoorden prima vinden.
Laat ik er dit nog aan toe voegen. De apostel Paulus zegt in Romeinen 7:7: “Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Dat zij verre. Ja, ik kende de zonde niet dan door de wet; want ook had ik de begeerlijkheid niet geweten zonde te zijn, indien de wet niet zeide: Gij zult niet begeren.”
Met andere woorden: niet alleen het doen van zondige daden wordt door Gods wet veroordeeld, maar ook alles, wat de mens tot zonde brengen kan (zie ook de Heidelbergse Catechismus de vragen 109 en 113). Kanttekening 26 bij Rom 7:7 zegt (26) “de begeerlijkheid niet geweten. Hier wordt de begeerlijkheid genomen voor den grond van alle kwade begeerten en voor de eerste bewegingen derzelve. Want de begeerlijkheid waar wij in bewilligen, wisten ook de heidenen wel dat zonde was; maar deze eerste bewegingen tot het kwaad hielden zij voor geen zonde, gelijk ook niet de Farizeeën, waaronder Paulus geweest was. Zie Mattheüs 5:20, Mattheüs 5:22, Mattheüs 5:28 en Mattheüs 23:25 , enz.”
Is het in het denken van ons eigenlijk ook niet zo? Dat wij een daadwerkelijke moord zwaarder wegen dan dat je bijvoorbeeld boos op iemand bent? De Heere Jezus heeft geleerd dat dit voor God geen verschil maakt (zie Mattheüs 5:21-22). In datzelfde verband zegt Hij ook dat het aanzien van een vrouw om haar te begeren overspel is (Mattheüs 5: 27-28).
Dus begeren is zondig als het tot zonde (ver)leidt. Een gezond verlangen, een begeren wat leiden kan tot je toekomstige levensgezel(in) overeenkomstig Gods instelling en bedoeling is geen zonde, maar reden om je voor God te verwonderen en dankbaar te zijn.
Luister naar de apostel Paulus (Filippenzen 4:6) Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God!
Weest in deze dingen bezig!
J. P. van den Brink
Lees ook de andere deelvragen: 'Weging van kerkgang op oordeelsdag' en 'Bang om kinderen op te voeden'
Dit artikel is beantwoord door
J.P. van den Brink
- Geboortedatum:10-06-1960
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Eindhoven
- Status:Inactief