De geschiedenis van het Hebreeuws
prof. dr. M.J. Paul | Geen reacties | 21-12-2020| 12:00
Vraag
Afgelopen zondag las ik in de Bijbel met kanttekeningen dat men voor de zondvloed vermoedelijk Hebreeuws sprak, vanwege de Hebreeuwse eigennamen van Adam, Seth etc. P. J. Wiseman stelde dat Mozes Genesis heeft geschreven aan de hand van antediluviaanse kleitabletten, geschreven door Adam en zijn nageslacht. Dit zou betekenen dat Mozes deze taal nog beheerste en/of dat deze taal na de torenval van Babel nog gesproken werd. Toch is het Hebreeuws van de Tenach aanzienlijk anders dan de Thora en is het algemeen aangenomen dat het Hebreeuws niet zo oud kan zijn. Is dit een verkeerde wetenschappelijke stelling of is het Hebreeuws rond Mozes’ tijd dusdanig veranderd dat men het nu niet meer kent?
Antwoord
Beste vraagsteller,
In de eerste hoofdstukken van de Bijbel staan diverse verklarende uitspraken wanneer namen gegeven worden. Vanuit het Hebreeuws zijn die verklaringen te begrijpen: de verwantschap van Adam met adama = aarde, en ook het rust verschaffen dat genoemd wordt bij de naam Noach. Dit geeft aan dat er een zekere mate van overeenkomst is tussen de taal die toen gesproken werd en het latere Hebreeuws van Israël. Het is echter niet mogelijk om stellig te verklaren dat men in die begintijd Hebreeuws sprak.
Elke taal ontwikkelt zich, zoals wij ook in het Nederlands kunnen waarnemen: het is mogelijk het Nederlands van de 17e eeuw te lezen, maar toch zijn er ook veel veranderingen. Bovendien hebben wij een landelijk vastgelegde voorkeurspelling en grammatica. Dat was vroeger niet het geval, waardoor ook dialecten zich gemakkelijker konden ontwikkelen.
Het ligt voor de hand dat er ook diverse vormen van Hebreeuws waren. Iets daarvan merken we in de strijd tussen Efraïm en Gilead, wanneer er verschil is in uitspraak tussen Sibboleth en Sjibboleth (Richteren 12:6). En later wordt Petrus herkend aan zijn spraak dat hij uit Galilea komt (Mattheüs 26:73).
Wat de kleitablettentheorie van Wiseman betreft (gepubliceerd in 1936): die opvatting wordt nog steeds genoemd, hoewel die in wetenschappelijke kring niet aanvaard wordt. Het betreft de opvatting van het woord “toledooth” (in SV geboorten, in HSV afstammelingen), dat volgens Wiseman een aanduiding zou zijn van het slot van een kleitablet. Voor een andere benadering, waarbij het woord een verbindingsfunctie heeft tussen geschiedenissen, zie “Bijbelcommentaar Genesis-Exodus”, Studiebijbel deel 1.
Het woord antediluviaans betekent: uit de tijd voor de zondvloed. Het is zeer waarschijnlijk dat er in de periode voor de zondvloed geschreven werd en dat er niet slechts een mondelinge overlevering was, maar dat is onafhankelijk van de theorie van Wiseman.
Het is ook niet nodig om aan te nemen dat Mozes kleitabletten van Adam las. In de tussenliggende duizenden jaren kunnen er veel meer geschriften ontstaan zijn die inmiddels verloren zijn gegaan. Ook de gebeurtenissen bij de toren van Babel, toen de spraakverwarring ontstond (Genesis 11), waren zeer ingrijpend. Moeten we aannemen dat de voormalige wereldtaal (het Hebreeuws?) ongewijzigd doorgegeven werd aan één groep?
Ik begrijp niet goed wat je bedoelt met het verschil tussen het Hebreeuws van de Tenach (= het hele Oude Testament) en van de Thora (= de eerste vijf Bijbelboeken). De Thora is dus een onderdeel van de Tenach en zo aanzienlijk zijn de verschillen niet. Er is een groter verschil met het Hebreeuws van het boek Prediker, maar dat is een andere kwestie.
Wij weten te weinig van de geschiedenis van het Hebreeuws om een goede reconstructie te maken. Het enige dat wij uit het boek Genesis op kunnen maken is dat er bij bepaalde namen en werkwoorden continuïteit is met het latere Hebreeuws.
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook: