Bewijs van gescheurde voorhangsel van de tempel
prof. dr. P. A. Siebesma | Geen reacties | 10-12-2020| 11:21
Vraag
Ik had een aantal vragen wat betreft de tweede tempel na Jezus’ dood tot de vernietiging in 70 na Christus, want ik kan hierover niks vinden. We lezen dat bij de dood van onze Heere aan het kruis een grote aardbeving kwam en het voorhangsel van de tempel van boven naar beneden scheurde. Is er in de joodse geschriften bevestiging van dit scheuren van het voorhangsel in de tempel en de betreffende aardbeving? Want vanuit het joodse oogpunt is het scheuren van het voorhangsel, wat het heilige der heilige bloot legde, toch wel een verschrikkelijke gebeurtenis. Dus dan zouden we toch zeker wel verwachten dat dit door joodse rabbijnen of andere joodse geleerden zou zijn opgeschreven in geschriften uit die tijd.
Verder ben ik benieuwd wat er na Jezus’ dood met de tempeldienst is gebeurd tot de vernietiging van de tempel door de Romeinen. Want zonder voorhangsel kun je toch geen tempeldienst houden? Hoe hebben de joden dat gedaan? Hebben ze een nieuw voorhangsel gemaakt? Hoe hebben ze dit scheuren vanuit religieus oogpunt beschouwt?
Antwoord
Beste vraagsteller.
Dat de gebeurtenissen beschreven door de drie evangelisten (Matth. 27:51, Marcus 15:38 en Lucas 23:45) historisch zijn, wordt bevestigd of ondersteund door minimaal vier andere bronnen:
- De Latijnse geschiedschrijver Tacitus schrijft in zijn Historiën 4:13 over de tijd voor de verwoesting van de Tempel van Jeruzalem. “Er hadden zich wondertekenen voorgedaan... En dan volgt een lijst van deze tekenen waaronder “Opengesprongen was eensklaps de poort van het heiligdom.”
- Flavius Josephus - De Joodse Oorlog.
- Babylonische Talmoed, Yoma 39b en ook in de Jeruzalemse Talmoed.
- Latere christelijke bronnen. Zie verder Alfred Edesheim, The Life and Time of Jesus the Messiah, deel 2 pag. 610.
Er wordt weinig informatie gegeven hoe de Joden daarop hebben gereageerd. Tacitus beschrijft dat ze door het brengen van offers en andere ceremoniën God trachten te verzoenen. In de Talmoed wordt wel het feit beschreven, maar niet ingegaan op reacties. Ze hebben zeker daarna het voorhangsel weer hersteld en zijn verder gegaan met het brengen van offers. En dat is doorgegaan tot op de dag van de verwoesting van Jeruzalem en de tempel. Ze waren er zo van overtuigd dat God niet zou toestaan dat Zijn huis verwoest zou worden, dat ze alle voortekens (en als je de bronnen leest waren dat er heel veel, van aardbevingen tot lichtflitsen) hebben weggeredeneerd.
Prof. P. A. Siebesma
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. P. A. Siebesma
Bijzonderheden:
Docent Hebreeuws en Oude Testament CHE; hoogleraar godsdienstwetenschappen ETF