Bang voor schijngeloof
Ds. H. Liefting | Geen reacties | 10-12-2020| 08:03
Vraag
Ik ben sinds een jaar heel veel bezig met het geloof, maar ik dacht altijd heel moeilijk. Totdat ik afgelopen week met verschillende personen gesprekken had over geloven en bekering. Ze gaven aan dat het heel eenvoudig is. Zie op Jezus! Geloof in Hem. Geloof dat Hij ook voor jou aan het kruis is gegaan. “Bekeert u!” betekent dat je gelooft dat Hij jou die genade ook wil schenken. Dit heeft mij echt heel duidelijk laten zien dat ik, met al mijn twijfels en vragen, veel te moeilijk denk. Ik wil eerst aan allerlei eisen voldoen.
Maar nu komen er weer andere vragen en twijfels. Ik wil echt in Hem geloven. Het verlangen is er ook om bij Hem te mogen horen. Maar dan ben ik weer bang dat ik dat verlang niet omdat ik Hem groot wil maken, maar omdat ik niet verloren wil gaan... Ik bid ook steeds tot God: “Hier ben ik, Heere. Wilt U mij nemen zoals ik ben? Slecht en zondig. U belooft dat U zalig zal maken wie Hem aanroept.” Maar nu ben ik heel bang dat ik een schijngeloof heb. Wanneer weet ik of ik echt in Hem geloof? Of ik echt bekeerd ben? Heb ik een schijngeloof? Ik wil zo graag zekerheid, maar ik weet ook dat ik daar niet mee bezig moet zijn. Want dan zie ik teveel op mezelf. Maar ik ben zo bang dat mijn geloof niet echt is... Kunt u mij helpen?
Groeten van een wanhopige, twijfelende jongere!
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Mooi dat je met anderen gesprekken over het geloof had. Wat kunnen anderen, en dan bedoel ik vooral Gods kinderen, in geestelijk opzicht veel voor ons betekenen. Ze wezen je erop om op Jezus te zien. Waar zouden we ook anders heen moeten gaan?
Daar wees de Heere Jezus in het gesprek met Nicodemus ook op. Hij verwees in dat nachtelijke uur naar de verhoogde koperen slang in de woestijn. De Israëlieten waren door giftige slangen gebeten. En zo zijn ook wij geïnfecteerd door de oude slang in het Paradijs.
De Israëlieten waren overtuigd van het slangengif in hun bloed. Als ik jouw vraag goed lees, was jij ook overtuigd van het gif van die oude slang in jouw leven. Je noemde jezelf “slecht en zondig.” Zonder die overtuiging zou jouw hart toch ook niet naar Hem uitgaan?
Dat betekent dat jij hetzelfde medicijn nodig hebt als destijds de Israëlieten: omhoog zien. Uiteraard niet op die verhoogde slang zoals de Israëlieten destijds, maar op de verhoogde Christus aan het kruis. Tot Hem de toevlucht nemen, met al je zonden en gebreken.
Hij is het enige medicijn tegen de zonde en tegen de onreinheid. Toen Hij Zijn bloed liet vergieten op Golgotha, werd er een Fontein geopend tegen de zonde en tegen de onreinheid. Ook voor jouw zonden meer dan voldoende!
Spurgeon nodigt in een preek over dit gedeelte op een indringende manier om de toevlucht tot Christus te nemen. Ik citeer er een paar zinnen uit, omdat ik het niet zo mooi kan zeggen als hij: “Zie alleen op Christus. En nu, u, de grootste der zondaren, geloof in de Heere Jezus Christus, en al zijn uw zonden nog zo vele, Hij is in staat om degenen die door Hem tot God komen, te behouden. (...) U die zegt dat u niet kunt geloven, als God u slechts een kruimeltje geloof geeft, zal dat genoeg zijn om u in de hemel te brengen. Als u slechts kunt zeggen: ‘O Heere, ik geloof, kom mijn ongelovigheid te hulp’, als u met Simon Petrus uw hand kunt uitsteken en zeggen: ‘Heere, behoud mij, of ik verga’, is dat genoeg. Als u slechts het gebed van de tollenaar kunt bidden: ‘O God, wees mij arme zondaar genadig’, zal dat voldoende zijn. (...) God zegt: ‘Als u gelooft, zult u niet verloren gaan.’ (...) Werp uzelf geheel op Christus, en als u dan niet behouden wordt, is Gods Woord een leugen en heeft God Zelf Zijn waarheid gebroken. Maar dat is onmogelijk.”
Een rode draad in de Bijbel is dat, als we tot Jezus komen, Hij ons nooit zal terugsturen. Dat Hij ons dan ook de zonden zal vergeven. En ons rechtvaardig zal verklaren. En zal aannemen tot kind van God. Ja, tot erfgenaam van het eeuwige leven (zie Rom. 8.).
We lezen daar ook dat de Geest ons dit op de één of andere manier laat weten, ervaren. Die gaat namelijk met onze geest getuigen dat het goed zit. Dat we kinderen van God zijn, met alles wat daarbij hoort. Ook de erfenis. Het kan toch niet zo zijn dat dit allemaal buiten ons zou omgaan? Zo iets groots: vergeving van zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid, kind van God zijn, een nieuwe schepping...
De Heere Jezus noemt het in Joh. 3 een nieuwe geboorte, uit water en Geest. Met alle gevolgen van dien. Want vanaf dat moment gaat de Geest ons ook leiden (Rom. 8:14). Hij stuurt ons bepaalde kanten op die wij voorheen probeerden te mijden. We gaan dan ook Gods wet liefkrijgen en komen er achter dat de zonde niet meer over ons heerst (Rom. 6:14). Wat een bevrijding.
En zeker, dat geloof kan aangevochten worden. Dan zit satan zeker niet stil. Maar echt geloof wordt beleefd en ervaren, al kunnen er ook momenten zijn waarin het slechts latent aanwezig is. Maar waar we door het levende geloof met Christus verbonden zijn, is er ook iets van geloofszekerheid. Vooral in het beginstadium van het geloofsleven is het belangrijk dat ons gevoel erin meekomt. Om het ook echt te mogen geloven.
Beste “wanhopige, twijfelende jongere”: neem met al je wanhoop en twijfel de toevlucht tot Jezus en je zult niet beschaamd uitkomen! Zijn hart en Zijn handen zijn wagenwijd geopend om zondaren die tot Hem de toevlucht nemen, te ontvangen. En pleit dan maar op wat Hij hierover Zelf heeft beloofd. Bedenk echter wel dat er een prijskaartje aan hangt: komen tot Jezus betekent het oude leven definitief vaarwel zeggen!
Ds. H. Liefting
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Liefting
- Geboortedatum:21-02-1952
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Gouda
- Status:Actief
Bijzonderheden:
In 2017 met emeritaat.