Niet met ouderling of dominee durven spreken
Ds. J.D. Heikamp | 2 reacties | 07-12-2020| 12:53
Vraag
Mijn probleem is dat ik met geen ouderling of dominee durf te spreken over het niet hebben van vrijmoedigheid voor het Heilig Avondmaal omdat er altijd maar wordt gezegd dat ik God niet echt nodig heb. Maar hoe weten ze dat? Is het niet de Heere alleen die mijn hart kent? Moet ik dat aan de Heere vertellen of moet ik de ouderling of dominee bewijzen dat ik God niet missen kan? Ik voel me niet begrepen en dat maakt mij verdrietig.
Een noodkreet van een 28-jarige vrouw.
Antwoord
Iedere ouderling en dominee is verheugd wanneer er jongeren zijn die begeren deel te nemen aan het Heilig Avondmaal. Dat is de liefde die te maken heeft met de ambtelijke roeping om zielen tot Hem te leiden in de grazige weide van Zijn Woord en aan de Tafel des Heeren.
Het blijkt dat u gesprek met hen heeft gehad en dat zij zeggen dat u God niet echt nodig hebt. Ik kan me echt niet voorstellen dat ze dit gezegd hebben. Het kan zijn dat ze u gevraagd hebben naar uw geestelijke staat, oftewel uw verhouding tot en met de Heere. Want aan de bediening herdenken Gods kinderen de dood van Christus. De prijs die Hij betaald heeft voor hun zonden en schuld en teruggebracht tot de verzoenende gemeenschap met God. Het is de taak en roeping van ambtsdragers om in de liefde te (onder)vragen naar de geloofsgemeenschap met Christus. Zo niet, dan verzaken zij hun taak en roeping.
Wij zijn geen hartekenners. Dat is de Heere alleen. Wij beoordelen alleen over hetgeen mensen ons vertellen. Alleen op grond van Gods Woord. Wij willen tijdens pastorale bezoeken zo graag horen: “Hoort eens wat God mij deed ondervinden, wat Hij gedaan heeft aan mijn ziel.” Dat moeten wij doen zonder weegschaaltjes en meetsnoeren. Het gaat om Gods eer.
U schrijft aan het einde: het maakt mij verdrietig, het is een noodkreet. Dit raakt mij. Buig uw knieën en bidt de Heere om het ontdekkend licht van Zijn Geest te mogen ontvangen om deze zaken bevindelijk te leren kennen, zo u dat niet weet.
U nodigt de dominee uit voor een gesprek. Doe dat biddend en vooral open en eerlijk. Neem gerust de vraag die u stelt mee en het korte antwoord van mij. We behoren open en eerlijk met elkaar om te gaan. Wie weet wat er nog uit voort komt. De noodkreet: op uw noodgeschrei deed ik grote wonderen. Die God leeft nog! Bij Hem moet u het in wezen zoeken en mocht het zijn, vinden. Zijn Naam ter eer!
Ds. J. D. Heikamp
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.D. Heikamp
- Geboortedatum:09-11-1939
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Staphorst
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Meestal omdat vanaf de kansel de drempel om deze stap te nemen erg hoog gelegd wordt. Ik meen dit te lezen uit de vraagstelling, en ook de reactie die u hebt gekregen.
Veel te weinig wordt er gewezen op de liefde van God, die Jezus heeft gestuurd opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat!
Daarbij komt het ongemakkelijke feit dat het gewoon heel veel tact en openheid van twee kanten vraagt om in een persoonlijk gesprek je ziel en zaligheid bloot te leggen aan een ambtsdrager of dominee. De eerste afstand wordt al geschapen door de formele kleding, de tweede doordat mensen elkaar vaak niet zo goed kennen. Daarnaast worden in verschillende gemeenten de ambtsdragers als halve heiligen beschouwd en -wellicht vaak onbedoeld- op een voetstuk (en dus op een grote afstand) geplaatst.
Ik proef alleen al vanuit je vraag een hunkering om aan het Avondmaal te mogen en kunnen gaan. In de gemeente waar ik zelf lid ben weet ik zeker dat je allang was gegaan, en meer dan welkom was geweest. Uiteindelijk heb je geen goedkeuring van mensen nodig!