Betekenis van namen in de Bijbel
prof. dr. M.J. Paul | 2 reacties | 05-10-2020| 08:08
Vraag
Ik heb een vraag voor prof. M. J. Paul m.b.t. de betekenis van namen in de Bijbel/Jodendom. Het bekendste voorbeeld is misschien wel Immanuël (God (is) met ons), maar ook bijvoorbeeld Netanyahu (God heeft gegeven) en veel andere voorbeelden. Waren dit oorspronkelijk spreuken die aan iemand toegekend werden naast dat men een nietsbetekenende roepnaam had, of was dit een roepnaam (een zin dus), wat gemakkelijk tot verwarring zou kunnen leiden?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Reeds in het boek Genesis staan veel voorbeelden waarin de naamgeving toegelicht wordt. Dat betreft Adam, Eva, Kaïn, Noach en de zonen van Jakob. Ook zijn er voorbeelden dat namen veranderd zijn: Abram werd Abraham, Saraï werd Sara. Jakob kreeg de naam Israël. Hij accepteerde voor zijn jongste zoon niet de naam Ben-oni, maar noemde hem Benjamin. Deze namen droeg men; het is niet bekend dat ze ook nog andere namen hadden. Naomi (de lieflijke) veranderde haar eigen naam bewust in Mara, vanwege de bitterheid die ze ervoer.
In sommige gevallen lijken er twee namen tegelijk gefunctioneerd te hebben, zoals bij Jakob/Israël. De schoonvader van Mozes heette Jethro, maar wordt ook wel Rehuel genoemd (Ex. 2:18). Sommige verklaarders denken dat Jethro een titel was.
Een zoon van Jesaja kreeg de namen Maher Sjalal Chasj Baz (Jes. 8:3). De betekenis daarvan is “Haastige roof, spoedige buit.” Met deze opvallende en lange naam wilde Jesaja een profetische boodschap duidelijk maken. Het is goed mogelijk dat de jongen later een eenvoudiger (roep)naam kreeg.
Bij veel namen is een directe vertaling mogelijk en is de betekenis voor de anderen duidelijk. Soms wordt een omschrijvende toelichting gegeven. De woorden Eben Haëzer betekenen letterlijk “steen van de hulp.” Wanneer Samuël een gedenksteen opricht, geeft hij de toelichting: “Tot hiertoe heeft de HEERE ons geholpen.”
In het Nieuwe Testament krijgen Jakobus en Johannes, zonen van Zebedeüs, de bijnaam Boanerges “zonen van de donder” (Mark. 3:17). Soms wordt de naam in een andere taal aangepast vanwege de betekenis. Denk aan Saulus in het Hebreeuws en Paulus in het Grieks/Latijn (Hand. 13:9), of aan Petrus en Kefas (Joh. 1:42).
Over het algemeen werd er in de Bijbelse tijd veel waarde gehecht aan de betekenis van namen. Er waren echter ook wel namen die -voor zover ons bekend- geen bijzondere boodschap hebben, zoals Jona met de betekenis “duif”.
Wanneer veel dezelfde namen gegeven worden, kan dit tot verwarring leiden, maar daarom wordt vaak de naam van de vader ook genoemd, bijvoorbeeld Micha, de zoon van Jimla (1 Kon. 22) of Simon Barjona (= zoon van Jona). Het systeem van familienamen werd nog niet gebruikt en is bij ons pas een paar eeuwen geleden verplicht gesteld.
Prof. dr. M. J. Paul
Lees ook: 'Betekenis van Bijbelse namen'
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
En hoe dat in het Hebreeuws is weet ik niet, maar mijn ervaringen met het Spaans en stamtalen zijn dat je soms een hele zin nodig hebt om 1 NL woord te vertalen, maar soms ook andersom.
Maw : dat een naam in de NL taal en cultuur heel verwarrend en raar zou zijn, wil nog niet zeggen dat dat in een andre taal en cultuur het geval is.
kheb eens in een dienst gezeten,toen zei de voorganger,bathseba betekend badzeep.
maanden later
betekende de naam dochter v d eed
bij een andere voorganger.....tja
ik ken geen grieks en hebreeuw dus weet meestal niet wat een naam betekend
lijkt mij echt prachtig als de persoon ook zo wordt als de naam zegt.