Contact verbreken met onchristelijke jongen

Ds. J.R. van Vugt | Geen reacties | 02-10-2020| 13:03

Vraag

De laatste tijd app en praat ik weleens met een onchristelijke jongen. Ik merk dat er iets is gaan groeien tussen ons. Het wordt meer dan vriendschap. Deze jongen heeft al eerder verkering gehad met een christelijk meisje, maar dat is uitgegaan omdat hij de kerk toch te ingewikkeld vond. Zelf wil ik graag bij de kerk blijven en volg belijdeniscatechisatie. Nu is mijn vraag wat moet ik doen? Moet ik het contact verbreken?

Deze vraag werd ook besproken in het programma 'Pastorie online':


Antwoord

Beste vriendin,

Je stelt een vraag die veel christelijke jongeren bezig houdt. Het is een ingewikkelde vraag. Niet ingewikkeld wat betreft de vraag op zichzelf en het antwoord daarop. Maar wel ingewikkeld, omdat we het vaak heel ingewikkeld maken en, nog anders gezegd: heel ingewikkeld gemaakt hebben en ingewikkeld hebben laten maken. Door teveel na te denken en teveel toe te laten.

Nu lijkt dit begin van een antwoord een kwestie van een woordspelletje, maar dat is het zeker niet. Verder: leer jezelf voor nu en altijd aan om deze vraag op de juiste tijd te stellen en op de juiste plaats naar een antwoord te zoeken. Ik ga het allemaal uitwerken. Ik doe dat puntsgewijs, voor de helderheid.

1. De plaats waar we naar een antwoord zoeken, is natuurlijk de Bijbel. Je had niet anders verwacht. Wat zegt de Bijbel over het aangaan van een relatie met mensen die niet van de kerk zijn, niet gelovig zijn? Het antwoord van de Bijbel is heel simpel en duidelijk: Niet doen! Waarom niet? Omdat God dat haat! Zo. Dat klinkt heftig. En dat is het ook!

2. Je zegt misschien: waar haalt u dat vandaan? Welke tekst staat er in de Bijbel waarin mij dat wordt gezegd? Dat is een goede vraag, die ik ga beantwoorden. En ik ga dat niet doen uit een tekst alleen, maar ook uit het de gehele Bijbel zelf. 

a. In het begin van de Bijbel komt deze kwestie al aan de orde. Ik bedoel de geschiedenis vlak voor de zondvloed. Ik lees daar dat het geslacht van Seth (de zonen van God – Genesis 6) zich vermengt met de ongelovigen. De zonen van God kiezen zich meisjes uit het geslacht van Kain. En het is juist die verbinding en vermenging tussen kinderen van God en de kinderen van Kain die de toorn van God oproept. En niet een klein beetje ook! Dit is de directe aanleiding tot de zondvloed!
 
b. Ik lees dit bijvoorbeeld ook wanneer Abraham een vrouw voor Izak zoekt (Genesis 24). Abraham geeft zijn knecht Eliezer het nadrukkelijk bevel (met een eed) dat hij niet een vrouw uit de Kanaänitische volken of de heidenvolken mag zoeken, maar dat hij een vrouw moet zoeken in zijn familie in Haran. Ook lees ik in het vervolg van die geschiedenis dat het Izak en Rebekka verdriet doet wanneer Ezau een vrouw uit de heidenen neemt (Genesis 28). Ook wordt Jakob wordt naar Haran gestuurd, voor het behoud van zijn leven... en om een vrouw te zoeken!

c. Verder lezen we in 2 Korinthe 6 vanaf vers 14: ”Vorm geen ongelijk span met ongelovigen want wat heeft gerechtigheid gemeenschappelijk met wetteloosheid en welke gemeenschap is er tussen licht en duisternis? En welke overeenstemming is er tussen Christus en Belial. Of wat deelt een gelovige met een ongelovige? Of welk verband is er tussen de tempel van God en de afgoden? Want u bent de tempel van de levende God, zoals God gezegd heeft: Ik zal in hun midden wonen en onder hen wandelen en Ik zal hun God zijn en zij zullen Mijn volk zijn. Gaat daarom uit hun midden weg en zonder u af, zegt de Heere, en raak het onreine niet aan en Ik zal u aannemen en Ik zal u tot een Vader zijn en u zult Mij tot zonen en dochters zijn zegt de Heere, de Almachtige.” Het lijkt mij dat deze tekst voldoende duidelijkheid geeft.

d. Om nog meer te noemen, de Heere is duidelijk in Zijn wet voor Israel dat zij niet zich moeten vermengen met de heidenvolken in het beloofde land, maar dat zij die volken uit moeten roeien en hun afgoden moeten vernietigen. Ik weet het, dit klinkt stevig , maar zien we hier niet duidelijk de wil van de Heere, namelijk dat Hij wil dat wij ons niet vermengen met ongelovigen een heiden het punt?!

3. Ik wil graag nog een ander punt aanvoeren. Namelijk: je bent gedoopt! Althans daar ga ik even vanuit, omdat je ook schrijft dat je belijdenis volgt. Met het doen van belijdenis, beleid je voor het aangezicht van God in het midden van Zijn gemeente, dat je Hem toe wil behoren en toe behoort! En dat je de belofte die de Heere in de doop aan jou gedaan heeft, van harte beaamt. In jouw doop is beleden dat je de wereld hebt te verzaken, de oude natuur moet doden, moet strijden tegen de zonde, de duivel en zijn ganse rijk en... in de kracht van de Heilige Geest mag overwinnen. En dan niet in eigen kracht maar in de kracht van de Heilige Geest Die je ook in de doop beloofd is. Velen van ons zeggen dat de doop betekent dat God je apart heeft gezet. Wanneer we het daarbij laten is dat verdrietig en arm en doen we de Heere ontzaglijk tekort. En waarderen we de doop niet! Tegelijkertijd maakt dit wel helder wat de doop is, namelijk scheiding! Het water van de doop maakt de scheiding tussen jou en de wereld. Om het in de taal van het Oude Testament te zeggen: het water van de Schelfzee maakt scheiding tussen Israël in Egypte. Tussen dienst huis van de slavernij en het beloofde land. En dat door de God van je doop, Die met jou een eeuwig verbond der genade is aangegaan. Daarin geeft de HEERE ontzaglijk rijke beloften, maar vraagt Hij van jou en mij een nieuwe gehoorzaamheid. En daar hoort niet bij dat je met het “diensthuis van de slavernij van de zonde” een verbintenis voor het leven aan gehad. Ik kan het werkelijk niet anders zien. En eerlijk gezegd wil ik het ook niet anders zien. Wie de rijkdom van de doop verstaat, is zalig! En mag in zijn of haar belijdenis “ja” zeggen op de vraag van de Heere Jezus, namelijk deze vraag: Volg mij! Om nog eens wat duidelijker te zeggen, dit is geen vraag maar goddelijk bevel. En Jezus zegt in Johannes 15: “Wie Mij liefheeft bewaart Mijn geboden.” 

Ik denk dat het bovenstaande een antwoord geeft op jouw vraag of je met deze jongen verder mag gaan. En daarbij geldt ook nog eens dat een gewaarschuwd mens voor twee telt. Ik lees in je vraag dat deze jongen al eerder een relatie heeft gehad en die vervolgens ook op niets is uitgelopen. En dat vanwege het punt van de kerk en het geloof. Ik denk dat je je in alle gemoede moet afvragen of je niet al veel te ver bent gegaan. Maar beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald, zegt het spreekwoord. Wat staat je te doen? 

Ik denk dat je allereerst in het gebed terug moet naar de Heere. En Hem om wijsheid en bewogenheid met deze jongen moet vragen. En of je in de kracht van de Heilige Geest Zijn wet mag onderhouden. Vertel de Heere ook maar dat het je pijn doet en dat je misschien deze kant helemaal niet op wil. Maar ik zou je ernstig willen waarschuwen om op deze weg verder te gaan, om straks op een punt te komen dat je niet meer terug kunt. Er misschien zeg je: Ik mag deze jongen toch tot de Heere Jezus brengen? De vraag die ik dan echt daarbij heb is deze: moet je daarvoor eerst een verbinding aangaan met hem? Is het niet naar de Heere, naar jezelf en naar deze jongen toe veel belangrijker dat je van tevoren helderheid en duidelijkheid geeft? En dat je van tevoren hem duidelijk maakt dat de relatie vanuit het woord van God niet kan. En dat je op het punt staat om belijdenis te doen om je “ja-woord” aan de Heere te geven. En dat dat consequenties heeft voor de toekomst. Dat dat je keuzes bepaalt. Dat je je door de Heere wilt laten leiden. Dat daarvoor nodig is dat hij eerst een beslissing neemt, en dat je vervolgens biddend samen je verdergaat. En dat wanneer hij die beslissing niet neemt, dat jij dan de relatie hebt te verbreken. 

Ik weet wel , dat dit moeilijke vragen zijn. Misschien denk je bij jezelf: ja maar de liefde dan? Dat is toch een gave van de Heere? Ik sluit mij onmiddellijk aan bij de gedachte dat liefde een gave van de Heere is. Maar liefde en gehoorzaamheid sluiten elkaar in dit verband in. En sluit ook dingen uit. Waar ligt jouw eerste liefde? Bij de Heere? Ik neem aan van wel, want je gaat belijdenis doen. En de Heere Jezus zegt: “Wie mij niet liefheeft boven vader of moeder, broer of zus , en vul hier ook je vriend maar in, die kan Mijn discipel niet zijn.” 

Plat gezegd: gebruik je verstand! Op het moment dat je een jongen ontmoet, of welke relatie dan ook, en je weet van tevoren dat dit iemand is die de Heere niet liefheeft er niet in gelooft, dan is de (ernstige) vraag of je met deze persoon een innige relatie moet willen aangaan. Misschien ben jij zo sterk dat je denkt, dat jij dat kan. Maar het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen, zegt het spreekwoord. En velen kwamen niet aan in het beloofde land, omdat zij niet op God vertrouwden en in ongelovigheid allerlei dingen deden die de Heere door Zijn goede wet verboden had. Hoe kan je dan een zegen verwachten?

Je zegt misschien: dit klinkt allemaal wat wettisch. Maar luister eens en lees eens door! Die wet was gegeven aan het volk van Israël waar de Heere mee in een verbond getreden was. Waarmee Hij volgens Jeremia getrouwd is. Lees Jeremia 31. En dat maakt nog iets duidelijk. De Heere is in je doop een eeuwig verbond der genade met je aangegaan. In de woorden van Jeremia 31 is Hij met je getrouwd. In een verbond, in een relatie getreden. En wat doe jij, wat doen wij, wanneer we dan tegen Zijn uitdrukkelijk bevel en wil in een verbintenis een relatie met een ongelovige aan gaan? De vraag stellen, is de vraag beantwoorden. 

Misschien zeg je: “Ja, maar ik kan deze jongen toch tot de Heere leiden?” Dat lijkt me een heel prima gedachte. Brengen bij Jezus. In je gebeden. In je gesprekken. Maar ga niet een relatie aan waarin je niet meer terug kan of waarin de liefde zoveel ruimte krijgt dat een verbreken van de relatie alleen maar tot meer schade lijdt. Eerst een gelovige keuze van hem. Dan misschien verder. En tot die tijd... wachten en bidden. En je verstand gebruiken. En de wil van de Heere doen.

Beste vriendin, misschien doet het antwoord je pijn. Geeft het verwarring en verdriet. Maar bedenk dat je beter nu er nog een punt achter kan zetten, dan wanneer het te laat is. Ik denk wanneer je eerlijk bent, en de zaak en eerlijk met hem bespreekt bij een geopende Bijbel en met gevouwen handen, dat er dan begrip zal zijn. Maar de allerbelangrijkste vraag is: wie is die Goede God in Zijn Zoon Jezus Christus voor jou? Is Hij je niet alles waard wanneer je straks in je belijdenis mag belijden dat Hij de/jouw Zaligmaker is? Is hij niet alles waard, wanneer Hij in de doop beloofd heeft dat Hij voor het kwade wil bewaren en het kwade ten beste wil keren? Is Hij je niet alles waard wanneer Hij in de doop beloofd heeft dat Hij met Zijn Heilige Geest in jou wil wonen? Is Hij je niet alles waard wanneer Hij je beloofd heeft dat Hij je zonden vergeven wil en je het eeuwige leven wil schenken? Dan is de beslissing die je nu moet gaan nemen misschien een hele bittere pil. Maar houd het doel voor ogen waarvoor je geroepen bent: niet een fijn leven op deze wereld, maar een eeuwig leven op de nieuwe wereld met God. En met de woorden van psalm 23 wil ik je deze bemoediging meegeven: Hij wil je leiden in grazige weiden, aan de oevers van zeer stille wateren. En ook al gaat jouw reis dan door een donker dal met pijn en verdriet, Hij is erbij. Hij wil ook jouw Herder te zijn. En in het verbond is hij jouw Verbondsgod. Dat hoor je iedere zondagmorgen in de kerk. De “Ik Ben” zegt: “Ik ben de Heere, jouw God. Wandel dan voor Mijn aangezicht, en wees oprecht. En ook in deze beslissing geldt: Ik ben de Heere, de Almachtige.” 

Als laatste nog dit: je bent deze jongeman verschuldigd hem van jouw Heere te vertellen. En je gebed mag zijn dat de woorden die jij spreken mag voor hem tot eeuwige zegen mogen worden. Wanneer hij dan de beslissing mag nemen om de stem van de Heere in zijn leven, die jij hem mag laten horen, te volgen, dan ontstaat er een nieuwe situatie. En de Heere is machtig. Maar totdat het zover is, zie ik niet in dat je met hem verder een relatie kunt gaan opbouwen. 

Ik wens je en jullie samen de zegen van de God van het Verbond en je doop toe. Om Zijn Naam te belijden. Een iegelijk dan die Mij belijden zal voor de mensen, dien zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is, zegt Jezus (Mattheus 10). 

Ds. J. R. van Vugt

Lees meer artikelen over:

relatie met niet-gelovige
Dit artikel is beantwoord door

Ds. J.R. van Vugt

  • Geboortedatum:
    22-10-1970
  • Kerkelijke gezindte:
    Hersteld Hervormd
  • Woon/standplaats:
    Waddinxveen
  • Status:
    Actief
23 artikelen
Ds. J.R. van Vugt

Bijzonderheden:

Bekijk ook:


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Ik ging voor het eerst uit met een echt sympathieke jongen. Toen we uit waren, een strandwandeling, zei hij: ik weet niet of ik jou wel zo mooi vind als de reclames van de billboards (...)

Ik ging voor het eerst uit met een echt sympathieke jongen. Toen we uit waren, een strandwandeling, zei hij: ik weet niet of ik jou wel zo mooi vind als de reclames van de billboards. Dit was voor mij...
Geen reacties
01-10-2008

Standpunt euthanasie

Ik vraag me af, hoe moet ik staan tegen over euthanasie? Waar in de bijbel kan ik hier iets over vinden? Kun je nog in de hemel komen nadat je euthanasie heb gepleegd? Is passieve euthanasie toegestaa...
Geen reacties
01-10-2001

Een onoprecht gebed bidden of helemaal niet bidden

Bidden is een bijbelse opdracht. Maar ik vraag me af of je een gebed los kan zien van je persoonlijke beleving. Als je nu bijv. om bekering bidt, terwijl het in je hart leeft dat je niet bekeert wil w...
Geen reacties
01-10-2001
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering