Is zondekennis een voorwaarde om tot Christus te gaan?
Ds. C.J.P. van der Bas | Geen reacties | 24-08-2003| 00:00
Vraag
Is zondekennis een voorwaarde om tot Christus te gaan? In onze kerk wordt altijd gezegd dat je eerst zondekennis moet hebben voordat je tot Christus mag gaan. Wat is waar?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Laat ik beginnen met te schrijven dat je een wezenlijke vraag naar voren brengt. Tenslotte is het belangrijk om je te verdiepen in deze dingen. Omdat het belangrijk is te weten hoe God 'gewoonlijk' werkt. Het kan je helpen ontdekken waar je zelf eigenlijk staat. Een belangrijke vraag dus, maar ook wel een beetje lastig te beantwoorden, wanneer je als dominee verder van de vraagsteller (m/v) en van zijn/haar omstandigheden niet wat weet.
Laat me de vraag een beetje ontleden: "zondekennis", wat is dat eigenlijk? Is dat alleen iets over je zonden weten en over de ellendige gevolgen die dat hebben moet? Is dat iets weten over je eigen overtredingen van Gods heilige Wet en over de straf die daar op staat: tijdelijk en eeuwig? Dus: iets van je verstand alleen? Nee, in de Bijbel is "kennis" (dus ook zondekennis!) nooit iets van je hersens alleen. Bijbels "kennen" heeft altijd ook de betekenis van: érkennen, beamen. De waarheid ervan met betrekking tot je zelf inzien. Met alles wat het betekent in je verhouding tot God. Zondekennis is in de Bijbel dus: erkennen en beamen, dat je zelf een overtreder bent van Gods heilige geboden. Ja, dat je met de neiging om te zondigen al bent geboren. Beamen, dat God je zonden niet ongestraft kan laten. En het kan niet anders of die zondekennis 'doet' je wat. Brengt wat teweeg in je hart, in je gevoelens: berouw, verdriet, onrust...
Nu nog dat woordje "voorwaarde" wat je gebruikt in je vraag. Is zondekennis een voorwaarde om tot Christus te gaan? Dat woordje "voorwaarde" roept de idee op, alsof het met die zondekennis gaat over iets, wat ik zelf op de één of andere manier moet opkweken. Een voorwaarde waar ik zelf aan zou moeten voldoen. En pas als ik aan die voorwaarde heb voldaan, dán mag ik er over denken om tot Christus te gaan.
Nu kan je dat woordje "voorwaarde" ook op een ándere manier bedoelen: Wanneer je voorgeschilderd krijgt wat dat is: zondekennis te hebben. Wat er dan door Gods Woord en Geest met je gebeurt. Het is ook dan een voorwaarde, wanneer je de idee krijgt, dat je pas gaan mag tot Christus als je op de voorgeschreven manier en in de voorgeschreven hoeveelheid je zonde hebt leren kennen.
Je mag de bovenstaande 'ontledende' opmerkingen beschouwen als de aanloop op een antwoord op je vraag.
Is zondekennis een voorwaarde om tot Christus te gaan?
Ik zou zeggen: neem de Heidelbergse Catechismus, door en door bijbels als die is, gerust als leidraad: Daarin ontdek je (al in zondag 1) een bepaalde orde. Maar dat is toch nog wat anders dan een voorwaarde. De HEERE gebruikt Zijn Wet/Woord om ons te laten zien hoe groot onze zonden en ellenden zijn. En daarmee dringt Hij ons ertoe om te bidden: Is er nog een weg om aan de welverdiende straf te ontgaan en door God weer in genade te worden aangenomen?
Nauwkeurig geschreven zou het dus zo zijn: Doorgaans is zondekennis de weg waarlangs iemand tot Christus gaat. Waar God door Zijn Woord en Geest je ogen en je hart opent voor de ernst van je zondaarsbestaan, daar laat Hij het gebed geboren worden waarin je eigen schuld beleden wordt aan Hem, en gebeden wordt om Christus. Daar wordt doorgaans het besef geboren: er is geen andere weg ten leven, dan alleen die door Jezus Christus! Daar ontstaat doorgaans de drang om tot Christus te vluchten. Die Christus in Wie heel de volheid van genade voorhanden is voor de armzaligste zondaar.
Ik voeg een stukje toe uit de Redelijke Godsdienst van Wilhelmus a Brakel, citaten uit het hoofdstuk over de wedergeboorte, paragraaf VII in het eerste deel.
"De wijze van wedergeboorte is zeer verscheiden. Sommigen worden schielijk, in een korte tijd overgebracht, als in één ogenblik.(...) Sommigen worden overgebracht door en met grote verschrikkingen en ontsteltenissen der wet, des doods en der verdoemenis.(...) Sommigen op een zeer Evangelische wijze. De zaligheden en de volheid van de Middelaar Jezus Christus overstelpen de ziel en de zoetigheden van de Evangelische goederen vervullen zo hun zielen, dat ze geen tijd hebben aan hun zonden met verschrikking te denken. Maar zij worden als verslonden door het Evangelie en zij ontvangen Jezus met blijdschap. Sommigen brengt de Heere over in vele bedaardheid, door zicht op de waarheiden. In bedaardheid zien ze hun zonden en ellendige staat buiten Christus en de zaligheden van de bondgenoten alsook de waarheid van de aanbieding van Christus door het Evangelie aan hen. Zij hebben niet veel smartelijke droefheid en ook geen verrukkelijke blijdschap, maar een genoegen in en een warme goedkeuring van de waarheden zowel ten opzichte van hun ellende, als zaligheid in Christus en hun aannemen van en hun vertrouwen op Christus. Dit zijn doorgaans de bestendigste en meest vaste christenen. Sommigen worden geleidelijk aan bekeerd, met vele wisselingen van droefheid, blijdschap, geloof, ongeloof, strijden, overwinningen, vallen, opstaan. En dit is de gewone weg, die God doorgaans houdt in de bekering van de meesten. Als ik zeg geleidelijk aan, dan bedoel ik de bekering in den brede, van de eerste overtuiging tot de bewustheid dat men Christus aanneemt (...)".
Niemand moet bekommerd zijn over de wijze van bekering, omdat hij niet is overgebracht op deze of die manier, die men zichzelf voorschrijft of op een manier zoals anderen bekeerd zijn. Wanneer de bekering er maar is, dan is het goed. Gods wegen zijn wonderbaar.
Ds. C. J. P. van der Bas
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C.J.P. van der Bas
- Geboortedatum:23-03-1960
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Woudenberg
- Status:Inactief