Geen enkel spoor van geestelijk leven
J.P. van den Brink | 3 reacties | 20-07-2020| 12:58
Vraag
Aan iemand van de Gereformeerde Gemeenten. Ik ben een meisje van 18 jaar. Eén ding weet ik zeker en dat is dat ik onbekeerd ben. Als ik mezelf nauwkeurig onderzoek dan kom ik tot de conclusie dat er in mij geen enkel spoor van geestelijk leven is. Ik besef met mijn verstand dat ik wederomgeboren moet worden wil het wel zijn op weg en reis naar de eeuwigheid. Dit houdt me bezig en is veel in mijn gedachten.
Hoe kan ik mijn vrije tijd het beste besteden, op de momenten als ik niet hoef te werken? Kan ik het beste al mijn tijd besteden om God te zoeken? Door voortdurend uit de Bijbel en goede boeken te lezen? Want het kan ieder moment te laat zijn. Is het geoorloofd om bijvoorbeeld met je zussen iets leuks te doen terwijl je in levensgroot gevaar bent?
Deze vraag werd ook besproken in het programma 'Pastorie online':
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vraagstelster,
De vraag “hoe raak ik met God verzoend?” houdt je intens bezig. Je bent er heilig van overtuigd dat je zoals je nu bent en leeft, niet voor God kunt verschijnen. Je moet bekeerd worden en hoewel je boordevol vragen zit, er is een ding wat je zeker weet, namelijk dat je onbekeerd bent. Je komt zelfs tot een streng oordeel over je geestelijke toestand: er is in jou zelfs geen spoor van geestelijk leven te ontdekken!
Je bent je zo bewust van de ernst van jouw situatie dat je je afvraagt of er naast je werk (waar je niet omheen kunt) niet al je tijd zou moeten gebruiken om God te zoeken. Omdat het ieder moment te laat kan zijn vraag je jezelf af of het wel geoorloofd is om bijvoorbeeld iets leuks te doen met je zussen. Als je zo in gevaar bent, is het toch totaal ongepast om je tijd met onbenulligheden te ‘verdoen’?
Ik heb de vraag even laten liggen, niet omdat ik deze vraag niet kon beantwoorden, maar ik heb er mee lopen stoeien hoe ik dat zou doen. Ik voel me aan de ene kant zeer sterk met jou en je vraag verbonden. Maar tegelijkertijd lees ik je vraag met grote bezorgdheid. Ik zal dat proberen uit te leggen.
Je legt de vinger bij de zere plek. Je bent onbekeerd en dat kan niet zo blijven. En je wilt niet met een kluitje in het riet gestuurd worden. Want er hangt nogal wat vanaf. Eeuwig wel of eeuwig wee. Dan moet je het wel zeker weten! Deze ernst, deze beduchtheid voor (zelf)bedrog, daarin herken ik heel veel van mijn eigen worstelingen toen ik nog onbekeerd was.
Maar waar zoek je het nu in? In de kwaliteit van je geestelijke leven? In de hoeveelheid tijd die je besteedt in het lezen van goede boeken? Of, zoals bij Luther: Luther bezoekt in Rome de Scala Sancta, een hoge trap waar pelgrims boetedoening deden door op hun knieën de trap te beklimmen, terwijl ze het Onze Vader opzeiden. Luther besluit ook dit lijden te ondergaan en beklimt op zijn knieën de trap. Luther hoort tijdens deze klim een stem die een vers uit het Bijbelboek Romeinen citeert: “De rechtvaardige zal leven door geloof.” Hij onderbreekt zijn boetedoening, want niet boetedoening leidt tot genade, maar alleen geloof. Dit is de kern van de Reformatie: een mens kan niet genade verdienen door aflaten te kopen of trappen te beklimmen. En naar jouw vraag: een mens kan niet genade verdienen door volgens een bepaalde norm ‘geestelijk’ te leven, of door maar ‘voldoende’ goede boeken te bestuderen. Echt, van onze kant is het altijd tekort!
Jezus zegt: niemand komt tot de Vader dan door Mij. Heb je Jezus al werkelijk nodig gekregen? Of zoek je het in eigen geestelijke kwaliteiten?
Dezer dagen hadden wij in Eindhoven na lange tijd weer een doopbediening. In de voorbereiding van de doopaangifte kwam ik het volgende tegen, wat ik jou en de lezers van Refoweb graag wil meegeven:
Begin citaat. Uit “De Waarde van de Heilige Doop”, ds. J. Driessen (in: Jongeren en Sacramenten, JBGG nr 30, 1994). “Elke doopsbediening herinnert ons er weer aan dat onze naam is genoemd in verband met Gods Naam. Wij zijn gedoopt in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Dat houdt méér in dan dat de doop aan ons bediend is in opdracht van God. Het doopbevel luidt eigenlijk: doop hen tót de Naam van Vader, Zoon en Heilige Geest. Dat betekent dat wij door de doop in een bepaalde verhouding tot de Heere staan. Hij zegt bij de Doop: je behoort jezelf niet toe, maar je behoort bij Mij! Ik heb Mijn Naam op je voorhoofd geschreven: bij Mij is genade voor de grootste der zondaren. (...) Wat is dat rijk! Waar ik geen andere zin aan mijn leven kan geven dan de zin van het verloren gaan, daar komt de Heere tot ons met de boodschap dat in Hem genade is. In en met de Heilige Doop heeft de Heere voor altijd en met elke gedoopte afgerekend met de vraag of Hij wel werkelijk met die persoon in genade te doen wil hebben. We zijn immers bij onze eigen naam geroepen. Op de meest persoonlijke wijze heeft de Heere bij de doop betuígd en verzekerd dat Hij in onze dood geen lust heeft, maar daarin lust heeft dat wij ons tot Hem bekeren en leven, en dat Hij om Christus’ verdiensten, wil schenken wat tot bekering nodig is.
Het verbond Gods, op welks erf we mogen leven, en welks teken we mogen dragen, is dus zó rijk, dat we er de hoogste verwachtingen van mogen, nee, moeten hebben. We zeggen wel eens: we moéten bekeerd, we moéten wederomgeboren worden. En zeker, zonder bekering, zonder wedergeboorte, zonder geloof, wordt niemand zalig. Maar moeten we, ziende op de rijkdom van goddelijke genade, niet veeleer zeggen: we kunnen bekeerd worden, we kunnen wederomgeboren worden? (...)
Tegenover al onze bezwaren wil Hij in Woord en sacrament voor ogen schilderen de rijkdom en heerlijkheid van de Verbondsmiddelaar, de Heere Jezus Christus. Hij biedt Zich aan in de volheid van Zijn verdiensten, en Hij Zelf trekt ook tot die volheid, zodat we ons in Hem mogen verliezen, en het als het ware uit Zijn mond mogen horen: Ik zal met u een eeuwig verbond maken, en u geven de gewisse weldadigheden van David. Er is in dat verbond een oneindige volheid! Daarom hoeft niemand aan de zaligheid te wanhopen. Er is een ruime mogelijkheid van zalig worden.
Tenminste: van Góds kant! Van onze kant is er niet eens een klein kansje! Van onze kant is het eeuwig ónmogelijk! En daarom kunnen we het ook alleen van de Héére verwachten. Ja, zeg je misschien: maar ik kan God niet vinden; ik bid wel, maar ik kan niet bidden; ik merk niet dat er iets verandert in mijn leven; ik ben zo lauw en zo dood! Maar dan zeg ik toch: strijk eens over je voorhoofd. Dan is je hand nat. Want doopwater droogt nooit op. Dat blijft geldig, je leven lang! Onze Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt daarvan: onze Doop is niet alleen van nut, zolang het doopwater op ons is, maar ook al de tijd van ons leven. (...)
Is er in je hart geen hartelijk berouw, geen verbrokenheid? Dan zegt de Heere: dat werk IK! Zij zullen komen met geween, en met smekingen zal Ik ze voeren.” Einde citaat ds. Driessen.
En de zondag daarna hebben wij een preek gelezen van ds. W. Harinck. Begin citaat uit de preek “Aldaar zal Ik bij u komen, en met u spreken” (Exodus 25:22). Je kunt de hele preek vinden op prekenweb.
“Maar, zegt iemand, ik ben zo’n dwaas, zo’n ellendig mens. Ik heb de stem van God al zo dikwijls in ongeloof en in onbekeerlijkheid naast me neergelegd. Ik heb al zoveel leugenstemmen en zondestemmen naar binnen gelaten in mijn leven. Ik hoor zo naar de stemmen van de zonde, naar de stemmen van mijn boze zondaarshart. Wat ben ik toch een ellendig mens! Wat heb ik vaak gedacht dat de Heere het niet meende, dat het alleen maar voor heiligen of voor rechtvaardigen was. Wat heb ik weinig verstaan van Zijn welmenendheid en van de gunning van God in het evangelie.
Ja, ik begrijp dat u zo over uzelf denkt! Doe dan maar wat de jonge Samuël deed. Daar bent u zelfs nooit te oud voor, om te doen wat de jonge Samuël deed: uw knieën buigen. “Spreek, HEERE, want Uw knecht hoort” (1 Sam. 3:9).
Zoek stilte, zoek de stem van God te horen. Waar u of jij ook bent. Als we thuis zijn of als we op reis zijn. Zoek de stilte. Daar wil Hij spreken. Het is zo zalig om die stem te horen. Wat een Vriend is onze Jezus. Dan spreekt Hij van leven, van zaligheid.” Einde citaat ds. W. Harinck.
Dus, als ik jouw vraag kort wil beantwoorden: zoek het niet in de ‘kwaliteit’ van jouw geestelijk leven; zoek het niet in de hoeveelheid goede lectuur die je leest; ga naar Jezus. Overdenk wat Hij heeft gedaan. Leg je handen in Zijn zijde en in Zijn handen. Alleen het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon reinigt van alle zonden. Geen zondaar is een te groot zondaar of hij/zij kan zalig worden!
En: mag je plezier maken met je zussen of vriendinnen? Jazeker! God vraagt niet van ons dat we als asceten gaan leven. Wel moeten we alles wat we doen, ons werk en onze ontspanning, voor Gods Aangezicht kunnen verantwoorden. Prediker 11:9: “Verblijd u, o jongeling! in uw jeugd, en laat uw hart zich vermaken in de dagen uwer jongelingschap, en wandel in de wegen uws harten, en in de aanschouwingen uwer ogen; maar weet, dat God, om al deze dingen, u zal doen komen voor het gericht.” Dat laatste zet geen domper op het plezier, maar normeert het plezier. Hetzij dat gij eet, hetzij dat gij drinkt, doet het alles tot eer van Gods Naam!
Want wat is het hoofddoel van ons mensen (Westminster Catechismus, eerste vraag): “Het voornaamste en hoogste doel van het leven van de mens is de verheerlijking van God en het zich in Hem ten volle en eeuwig verheugen.”
Als je op Refoweb de zoekterm “onbekeerd” invoert, komen er veel lezenswaardige artikelen die min of meer met jouw vraag raken. Blader er maar eens doorheen. De vraag en antwoord 'Veranderd en (on)bekeerd' wil ik daarbij eruit lichten.
Ik hoop dat er iets is in deze beantwoording wat haakt. Zoek de zaligheid niet in jezelf. maar zoek deze in een Ander. Bij hem is een volkomen zaligheid!
Gode bevolen!
J. P. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
J.P. van den Brink
- Geboortedatum:10-06-1960
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Eindhoven
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
och wat zou k je dat gunnen,door dat Bloed gewassen te worden