Wedergeboorte na en voor het geloof
Ds. G.K. Terreehorst | Geen reacties | 24-06-2020| 12:51
Vraag
In artikel 24 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) staat dat het waarachtig geloof de mens wederbaart. Is dan het geloof er eerder dan de wedergeboorte? De NGB lijkt zelfs te stellen dat we wedergeboren worden dóór het geloof. Hoe zit dat? Is dit niet in tegenspraak met de Dordtse Leerregels? Die stellen in hoofdstuk 3/4 paragraaf 12 dat de mens door de genade (van de wedergeboorte/levendmaking) die hij ontvangen heeft gelooft en zich bekeert. Is er in de gereformeerde belijdenis ruimte voor beide opvattingen?
Antwoord
Beste vragensteller,
Hartelijk dank voor je vraag over de betekenis van het woord wedergeboorte. Er is over de betekenis van de wedergeboorte en de plaats in de heilsorde al heel wat geschreven en ook gestreden. Dat is ook niet zo vreemd, want het gaat hier over het werk van de Heilige Geest in de harten van mensen. Dit geheimvolle werk van de Heilige Geest gaat ons verstand maar al te vaak te boven.
Wat het extra lastig maakt is dat sommige woorden of begrippen op meer manieren gebruikt worden. Dat geldt ook voor het woord wedergeboorte. Dit verklaart het verschil dat je hebt opgemerkt.
Allereerst wordt het woord gebruikt om het eerste moment te beschrijven waarin de Heilige Geest in het hart van de zondaar gaat werken. De Dordtse Leerregels spreken daarover in het artikel dat je noemt. God werkt die wedergeboorte zonder ons in ons. Dit werk van God gaat aan alles van de mens vooraf. God werkt dit uit enkel genade op grond van Zijn verkiezend welbehagen. Zou God dat niet doen dan zou geen enkel mens gaan geloven of zich bekeren. Als God in het hart van iemand werkt dan leidt dit tot geloof en bekering. De wedergeboorte als het eerste werk van God gaat zo dus aan het geloof vooraf.
Wanneer iemand tot geloof gekomen is blijft zo iemand afhankelijk van Gods genade en van het werk van de Heilige Geest in het hart. Het is niet zo dat God als het ware het eerste zetje geeft en de mens het daarna weer zelf kan. Nee, ook wanneer iemand tot geloof gekomen blijft diegene de genade van God en het werk van de Geest nodig hebben. Dit doorgaande werk van de Geest in het hart van een gelovige wordt in artikel 24 van de NGB beschreven. Er wordt in dat artikel beleden dat wanneer de mens tot geloof komt, dit ook leidt tot een vernieuwing van hart en leven. Dit wordt het “wederbarende werk van de Geest” genoemd. Als vrucht van het geloof gaat de mens anders leven en denken, dit is het leven van de heiligmaking. Dit wordt ook wel de dagelijkse bekering genoemd. In deze betekenis volgt dit werk van de Geest dus op het geloof.
De conclusie is dus dat beide belijdenisgeschriften elkaar niet tegenspreken, maar beiden over een ander aspect van het werk van de Geest spreken. De Dordtse Leerregels vooral over het eerste werk van de Geest in het hart van een dode zondaar. De NGB over het voortgaande werk van de Geest in het hart van de gelovige. Zowel voor het komen tot geloof als het leven vanuit het geloof is Gods genade en de kracht van de Geest onmisbaar.
Ds. G. K. Terreehorst
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.K. Terreehorst
- Geboortedatum:23-05-1986
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:IJsselstein
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: