Geheim doorvertellen of liegen
Herman van Wijngaarden | 5 reacties | 01-05-2020| 14:00
Vraag
Ik heb een gewetensvraag. Een tijdje geleden heeft iemand die ik goed ken aan mij verteld dat hij/zij anders geaard is. Alleen mensen die dichtbij die persoon staan weten ervan. Nu ben ik bang dat iemand wat vermoedt of heeft gehoord en regelrecht aan mij vraagt of die persoon anders geaard is. Ik wil die persoon natuurlijk beschermen en niet het voorwerp maken van allerlei roddels. Tegelijk wil ik ook niet liegen. En als ik iets zeg als: “Daar heb jij toch niets mee te maken?” zonder expliciet te zeggen dat het niet waar is, weet de vrager ook genoeg... Wat zou ik in zo’n situatie moeten doen/zeggen?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je schrijft er niet bij wat jouw kennis ervan zou vinden als jij ‘doorvertelt’ dat hij/zij anders geaard is. Er zijn er die het geen probleem zouden vinden, of die het zelfs wel prettig vinden dat het langzamerhand wat meer bekend wordt, zonder dat ze zelf het gesprek erover hoeven aan te gaan. Je zou dat aan hem/haar kunnen vragen.
Onder dat voorbehoud ga ik er toch maar vanuit dat die kennis dat heel vervelend zou vinden, of misschien zelfs heel erg. Hij/zij heeft het in vertrouwen aan jou verteld en verwacht dat jij dat vertrouwen niet zult beschamen. Dat is natuurlijk iets wat je heel serieus moet nemen. Anders geaard zijn is heel kwetsbaar. Je zou willen dat we er makkelijk met elkaar over konden praten, maar in de praktijk is dat meestal niet zo. Het is dan ook begrijpelijk dat velen het liefst verborgen willen houden, of in ieder geval zelf de regie willen houden over wie het wel en niet mag weten.
Maar goed, jij weet het en je bent bang dat anderen er bij jou naar zullen vragen. Want je wilt aan de ene kant die persoon beschermen (terecht!), maar je wilt aan de andere kant niet liegen. Dat betekent dat je dus te maken hebt met een ethisch dilemma: je wordt geconfronteerd met twee normen die met elkaar lijken te botsen. In jouw geval zijn dat de norm van trouw en betrouwbaarheid versus de norm van eerlijkheid. Het lijkt erop dat je niet én trouw kunt zijn naar die kennis of vriend(in) én eerlijk naar een eventuele derde.
Dit soort situaties komen natuurlijk veel vaker voor. Ik herinner me dat ik van een zwakbegaafde kennis een keer een cadeautje kreeg dat hij had meegebracht van zijn vakantie. Als ik eerlijk was geweest had ik toen gezegd dat ik het een vreselijk lelijk ding vond, dat ik zelf nóóit zou kopen. Maar daarmee zou ik hem veel pijn gedaan hebben. Dus heb ik ‘gelogen’ en gezegd dat ik het heel mooi vond. Ik denk dat ik daarmee goed heb gehandeld. In de Bijbel komt dit principe trouwens ook voor. Denk aan Rachab, die tegen de soldaten liegt over de verspieders die ze verborgen houdt.
Kortom, er zijn situaties waarin je moet afwegen welke norm (of welk principe) het meeste gewicht moet krijgen. In jouw geval is dat volgens mij het principe van betrouwbaarheid ten opzichte van die kennis. Want van de opties die je hebt, is de meest slechte dat je doorvertelt (of beaamt) wat die kennis je in vertrouwen heeft verteld. Dan kan het zijn dat er niks anders op zit dan erom ‘liegen’, bijvoorbeeld door te zeggen: “Daar weet ik niks van.” Je zou er nog aan toe kunnen voegen: “En als ik het wist, zou ik het je niet vertellen, want ik vind dat we met dit soort onderwerpen heel voorzichtig moeten zijn.” Dan ben je óók nog eerlijk!
Herman van Wijngaarden
Dit artikel is beantwoord door
Herman van Wijngaarden
- Geboortedatum:06-02-1963
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Driebergen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
- Mede-oprichter stichting Hart van homo’s
- Auteur van o.a. ”Oké, ik ben dus homo – over homoseksualiteit en het volgen van Jezus” en “Om het hart van homo’s – pastoraat aan homoseksuele jongeren” en "Leven als vrienden – een hoge vorm van liefde"
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Je kunt voor jezelf alvast een antwoord bedenken. Ik doe een voorzet: Als dat al zo zou zijn, dan wil ik niet dat je dat van mij hoort, vraag het maar aan diegene zelf.
Ik heb in de thuiszorg gewerkt, daar werd door cliënten flink wat afgeroddeld. Een hele nare sfeer geeft dat.
Ik heb altijd tegen iedereen gezegd: ik praat met andere mensen niet over u dus ik praat hier ook niet over andere mensen.
Het fijne is dat als mensen dat van je weten, het gevraag uitdooft: ze weten dat jij er niet aan meedoet.
Je mag jezelf ook afvragen waarom de ander het per se wil weten; is het hem/haar tot baat? Nee, want die persoon heeft niets aan deze informatie. Het dient dus enkel tot roddelen en daar zou je je verre van moeten willen houden.
Een "white lie" mag dus bijvoorbeeld wel. En zo is er nog wel een aantal vormen te bedenken van niet de waarheid spreken die toch wel door de beugel kunnen of soms zelfs moeten (bijv. in WOII als een Duitse soldaat je vroeg waar de onderduikers waren). En vormen die - hoewel niet specifiek genoemd in de 10 Geboden - niet kunnen, bijv. liegen om er zelf beter van te worden (fraude etc.).
Als leidraad zou je die 2 aspecten in de gaten kunnen houden: is het tot nadeel van iemand anders of is het tot voordeel van mezelf ? Twee uitersten die niet door de beugel kunnen - zoals met wel meer dingen in het leven.