Christus’ offer is algenoegzaam voor allen
Ds. C. Harinck | Geen reacties | 28-04-2020| 13:15
Vraag
Geachte ds. C. Harinck. Ik heb een vraag na na het lezen van het boekje van ds. Hoogerland “Om vriend en broed’ren spreek ik nu”. Het boekje heb ik met veel instemming gelezen. Mij resten wel een paar vragen naar aanleiding van pagina 55 t/m 57.
1. Hoe kun je de doodstaat van de mens preken zonder dat het de mens lijdelijk maakt?
2. Wat wordt bedoeld met een verbondsopvatting waarin de reikwijdte van de verzoening breder wordt gesteld dan de uitverkorenen? Waarom is dat niet naar Schrift en belijdenis?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Ik kan begrijpen dat u deze vragen hebt. Je kunt wel voor vereniging van kerken zijn, maar dan met ieder die precies denkt zoals jij denkt. De grond van vereniging is de Schrift en de Belijdenis van de kerk der eeuwen.
De vraag over doodstaat en lijdelijkheid heeft te maken met wat de mens niet kan en toch moet. De Bijbel eist dingen van een mens die hij niet kan. Hij moet zich bekeren en kan en wil het niet.Hij moet geloven en kan en wil het niet. Toch doet God geen water in de wijn en blijft dit eisen. Dat moet de dienaar van Gods Woord ook doen, anders is hij niet getrouw aan de Schrift en aan zijn opdracht. Maar God belooft ook bekering en geloof te werken. Het gebod moet naar de belofte en het gebed brengen. Zo vind je het in de Bijbel en ook in de Heidelberger Catechismus en Dordtse Leerregels. De dienaar moet beiden prediken Wet en Evangelie, eis en belofte. De belofte biedt uitkomst aan de mens die gevoelt niet te kunnen. Zo ontstaat evenwicht tussen wet en evangelie en word je bewaard voor lijdelijkheid.
De reikwijdte van de verzoening heeft twee kanten. Het is een tekort aan kennis van de gereformeerde leer om dit niet te zien. Er is veel gestreden met de Arminianen over de reikwijdte van de verzoening. De eindconclusie aan gereformeerde zijde is geworden: Christus’ offer en bloed is effectief voor de uitverkorenen. Effectief is: werkelijk en krachtig. Christus’ offer en bloed is algenoegzaam voor allen. Algenoegzaam is: voldoende. Jezus offer zal krachtig zijn om alle uitverkorenen, voor wie Jezus Borg werd, te verzoenen met God. Dat biedt zekerheid dat het vrucht zal dragen. Jezus’ offer heeft algenoegzame kracht om allen te verzoenen. Dat biedt hoop voor de grootste van de zondaren.
Dit keert steeds terug in de Dordtse Leerregels. Het is uit onkunde dat men iemand die zegt dat de kracht van Jezus óffer zodanig is, dat er genoeg in Jezus’ bloed is voor allen, een arminiaan noemt. In de zogeheten leeruitspraken van 1931 van onze Gereformeerde Gemeenten wordt dit onderscheid ook beleden. Nadat krachtig beleden is dat het Genadeverbond alleen in Christus met de uitverkorenen is opgericht, wordt gesproken over het onderscheid tussen wezen en bediening van het verbond. De bediening strekt zich uit tot meerderen dan de uitverkorenen. In die bediening van het verbond, dat is de prediking van het Evangelie, gaat het over de algenoegzaamheid van Jezus offer en niet over: voor wie is Jezus gestorven. Dat is ons ook onbekend. De dienaar predikt een algenoegzame Zaligmaker. De leeruitspraken besluiten dan: “In het het bijzonder wordt de verantwoordelijkheid groter door de ernstige aanbieding van Christus en de verbondsweldaden in het Evangelie.”
Het is heel belangrijk om het onderscheid tussen effectiviteit en algenoegzaamheid van Christus’ offer en bloed in de prediking te handhaven. Dat bewaart voor eenzijdigheid.
Tot zover hoop ik wat duidelijkheid te hebben gegeven over deze belangrijke zaken.
Ds. C. Harinck
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Harinck
- Geboortedatum:09-04-1933
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Bekijk ook: