Ontsluiting en openbaring van Christus
Ouderling Ger. Gem. in Ned. | Geen reacties | 27-04-2020| 15:49
Vraag
Kunt u mij uitleggen wat het verschil is tussen een ontsluiting van Christus en de openbaring van Christus.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Hartelijk dank voor je vraag! Een korte vraag die kort en eenvoudig beantwoord kan worden. De woorden “ontsluiting” en “openbaring” komen vrijwel op hetzelfde neer, waarbij bij openbaren mogelijk iets meer de nadruk valt op het onthullen van een geheim. En inderdaad, zalig worden door Christus is een heilgeheim, dat Zijn vrienden naar het eeuwige vredeverbond wordt getoond. Hierin raakt niemand ooit uitgeleerd. In Hem is werkelijk een oneindige schoonheid. Wie ooit iets door het geloof van Hem heeft gezien, zal altijd verlangen naar meer kennis en een nadere openbaring. Er zal het verlangen zijn om niet alleen de Middelaar Jezus te kennen, maar om ook licht te krijgen in het werk van de drie-enige God tot zaligheid. Zo zullen Vader, Zoon en Heilige Geest in beginsel de eer ontvangen. Jezus is wel het middelpunt maar niet het eindpunt. Hij is het immers in Wie een zondaar met God wordt verzoend en door Wiens werk de goddeloze om niet wordt gerechtvaardigd.
Dat voor wat betreft het korte antwoord. In aanvulling hierop nog wat gedachten. Het lijkt er soms op dat er toch onderscheid wordt gemaakt tussen de ontsluiting en de openbaring van de Middelaar. Het verschil is dan de mate waarin iets van de Zaligmaker wordt gezien en toegeëigend. Mogelijk heeft de vraagsteller bedoeld dat soms onderscheid wordt gemaakt tussen de ontsluiting of openbaring van Christus en de toepassing van Christus. In letterlijke zin vinden we deze uitdrukkingen niet onderscheiden in Gods Woord terug. Om recht te doen aan de bedoeling van een dergelijke uitdrukking, kunnen we nagaan of het een Schriftuurlijke uitdrukking is.
Wanneer wordt bedoeld dat er een klein geloof en een groot geloof in Christus is, of dat de ene gelovige een meer helder gezicht op Christus kan hebben dan een ander, dan is de uitdrukking op zichzelf niet af te wijzen. Er is dan sprake van een verschil in de kracht van het geloof en de mate van toe-eigening van het heil in Christus. De ontsluiting van Christus betekent dan dat een in zichzelf verloren zondaar, voor wie alle wegen zijn doodgelopen en die voor God niet kan bestaan, door een geschonken geloof mag zien dat de zaligheid in een Ander ligt. Jezus is de enige Weg die voor hem is overgebleven. Dat is een Weg die een mens van nature niet weet en die ons bekendgemaakt of geopenbaard moet worden. Jezus moet nog steeds de blinden ziende maken. Dat doet Hij door Zijn Geest in het leven van de gelovige. “Die zal Mij verheerlijken”, zo heeft de Heere Jezus van de Geest gezegd (Joh. 16:14). Ontsluiten betekent volgens het woordenboek “openen” en “toegankelijk maken”. Het geloofsoog wordt dan dus geopend voor de dierbare Zaligmaker. En waar ook maar de kleinste mate van geloof is, daar is ook toe-eigening. Geloven betekent immers vertrouwen. Het is onmogelijk om in de Schrift een voorbeeld te vinden van iemand die de openbaring van Christus kent, zonder dat er sprake is van toe-eigening. Een openbaring zonder dat daar toe-eigening op volgt heeft ten diepste geen waarde voor de eeuwigheid. Niet voor niets zegt Luther dat geloven bestaat uit het gebruiken van bezittelijke voornaamwoorden, zoals “mijn” en “onze” – naar de mate van het geloof. Als Christus aan de ziel wordt geopenbaard is er op dat moment dan ook geen twijfel of Hij de ware Middelaar is, in Wie alles te vinden is wat tot de zaligheid nodig is en in Wie God ten volle is bevredigd met de zondaar. Wat een nooit te vergeten moment is dat, wanneer Hij voor het geloofsoog verschijnt! Geen leed zal dat ooit uit het geheugen kunnen wissen. Het woordenboek spreekt ook over “toegankelijk maken”. Ook dat is hier gepast, want wanneer de Heilige Geest Christus aan de ziel openbaart, volgt daar ook altijd de geloofsdaad op. Er is dan een gelovig toegaan tot Christus, in het vertrouwen dat Hij nog nooit een zondaar die tot Hem komt heeft uitgeworpen (Joh. 6:37). Als Hij Zelf de genadedeur opent, is Hij dus ook Degene Die de zondaar toegang verleent.
Wie door het geloof op Christus mag zien, heeft in Hem alles wat tot de zaligheid nodig is. Die is een nieuw schepsel al het oude is voorbijgegaan (2 Kor. 5:17). In Hem hebben zij de verlossing door Zijn bloed en de verzoening met God (Kol. 1:14). Wie Jezus tot een Broeder heeft, heeft God tot een Vader en de Heilige Geest als zijn Trooster. Worden we daardoor rijk en verheven in onszelf? Hoe meer we van Christus mogen zien, hoe armer en kleiner we in onszelf worden. En tegelijkertijd toch onuitsprekelijk rijk te zijn! Niets hebben en nochtans alles bezitten (2 Kor. 6:10). Hoe meer we mogen weten, hoe meer we voelen zo weinig te weten. Het onderwijs dat de Heilige Geest vanuit het Woord geeft, gaat gepaard met een gelovig zien. Maar dat betekent nog niet dat dan ook direct alles wordt verstaan van wat men ziet. We hebben altijd maar weer licht over licht nodig. Een kind van God is hier op aarde nooit uitgeleerd. Waar leven is, is groei.
Hopelijk kun je hier iets mee... Van harte wens ik je toe dat er bij aanvang en voortgang het verlangen mag zijn naar ontsluitingen en openbaringen van Jezus, de Middelaar Gods en der mensen. Hij is de enige Weg om met God verzoend te worden en door Wie we in beginsel tot Gods eer kunnen leven. Alles wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Wie zal ooit over Hem uitgeschreven raken? Je kunt moe van jezelf worden, maar van het overdenken van Hem nooit. Van harte wens ik je toe dat je voor het eerst of opnieuw de zaligheid in Hem mag zoeken en vinden! Dan leren we ook Johannes enigermate verstaan: “Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft” (1 Joh. 4:19). Dat is ontferming, gegrond op de eeuwige vredegedachten van God. Wat zal de hemel zijn? Het eeuwig zien en aanbidden van God en het Lam. Ik eindig met een couplet uit het kostelijke gedicht van Willem d’Orville: “O eeuwigheid kom ras”:
Daar zullen w' eeuwig zijn
bij 's levens Heilfontein;
bij 't algenoegzaam Goed,
bij 't onbegrijp'lijk Licht,
daar alle glans voor zwicht;
bij Hem, Die alles doet.
Daar zullen w' eeuwig zijn
In 's Bruidegoms aanschijn
en hebben vrij genieten.
En na een eeuwig zien
zal ons het eeuwig zien
van Hem nog niet verdrieten.
Dit artikel is beantwoord door
Ouderling Ger. Gem. in Ned.
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten in Nederland
- Status:Inactief