IJver of jaloersheid van God
Ds. W. Pieters | Geen reacties | 23-04-2020| 12:00
Vraag
Waarom vraagt God van ons om Hem te aanbidden? Heeft Hij dat nodig? Kan Hij in zekere zin gezien worden als een jaloers God?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
God heeft niets van ons nodig. Paulus noemt Hem in 1 Timotheüs 1 vers 11 de zalige God. Hiermee bedoelt hij dat God alles in Zichzelf heeft wat Hem volkomen gelukkig doet zijn. Tegen de mensen in Athene zegt hij in Handelingen 17 vers 24 en 25: “God, Die de wereld gemaakt heeft en alles wat daarin is, wordt door mensenhanden niet gediend, alsof Hij iets nodig had, aangezien Hij Zelf aan allen het leven en de adem en alle dingen geeft.”
Waarom God iets wil, weten we alleen als Hij Zelf het ons heeft gezegd. Vertelt Hij het ons niet, maar beveelt Hij ons wel iets te doen of te laten, dan willen wij van harte Hem gehoorzamen al weten we niet waarom Hij het van ons vraagt. We mogen er immers van overtuigd zijn dat Hij zó goed is in Zijn Wezen, dat Hij niets verkeerds van ons vraagt; en dat Hij zo wijs is in alles wat Hij besluit en beveelt of belooft, dat wij er zeker van kunnen zijn dat het vast geen dwaas bevel of een dwaas besluit of een dwaze belofte is.
Wat heeft God ons in Zijn Woord bekend gemaakt over het aanbidden van Hem? In Openbaring 5 vers 11 en 12 lezen we dat Johannes een stem hoorde van vele engelen rondom de troon van God die zeiden: “Het Lam, Dat geslacht is, is waardig te ontvangen de kracht en rijkdom en wijsheid en sterkte en eer en heerlijkheid en dankzegging.” En in Openbaring 4 vers 10 en 11 lezen we: “De vier en twintig ouderlingen vielen voor Hem, Die op de troon zat, neer en aanbaden Hem, Die leeft in alle eeuwigheid, en wierpen hun kronen voor de troon, en zeiden: Gij Heere, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid en de eer en de kracht, want Gij hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen.”
We kunnen dus concluderen dat het aanbidden van God, de Schepper, iets is wat bij ons schepselmatige bestaan hoort; en dat het aanbidden van onze Verlosser is iets wat bij ons geredde bestaan hoort. We kunnen niet anders en we willen ook niet anders. Of God het ons beveelt of niet, we loven en prijzen en aanbidden Hem, omdat Hij het als Schepper en Verlosser zo waardig is.
Waarom mogen we geen andere god aanbidden en geen andere hogere macht? Omdat er geen andere god is; en alle andere machten zijn óf onwillig om door ons te worden aangebeden (zie Openbaring 19 vers 10: “Ik viel neer voor de voeten van de engel om hem te aanbidden. Maar hij zei tegen mij: Zie, dat gij dit niet doet. Ik ben de mededienstknecht van u en van uw broeders, die de getuigenis van Jezus hebben. Aanbid God.”) óf het zijn kwade machten, zoals in de verzoeking van Jezus in de woestijn. In Mattheüs 4 vers 9 en 10 lezen we: “De duivel zei tegen Jezus: ‘Al deze dingen zal ik U geven, als Gij zult neervallen en mij zult aanbidden.’ Toen zei Jezus tegen hem: Ga weg, satan, want er staat geschreven: De Heere, uw God, zult gij aanbidden, en Hem alleen dienen.”
Wat betreft het woord jaloers: als het over jaloers gaat in de alledaagse betekenis, dan zou het bij God moeten gaan over andere goden die geëerd worden en dat Hij ze dat niet gunt. Maar er zijn geen andere goden. En andere machten eren is Zijn vijand eren. Dus het woord jaloers acht ik niet gepast. Toch spreekt de Bijbel wel over iets als Gods jaloersheid, maar dan in een ander verband. In de statenbijbel staat het woord ijverig, of een woord dat daarmee samenhangt.
De meest bekende Schriftplaats is Exodus 20 vers 5: “Gij zult u voor die beelden niet buigen en hen niet dienen, want Ik, de HEERE uw God, ben een ijverig God.” De statenvertalers schrijven over dit woord ijver dat het te maken heeft met de relatie die God tot Zijn volk Israël heeft, namelijk de huwelijksrelatie. Ik citeer even de kanttekening op Exodus 20 vers 5: God wordt genoemd de Man van Zijn volks. Afgoderij wordt hoererij (overspel of echtbreuk, WP) genoemd. Hierom wordt Gods toorn over deze zonde genoemd jaloezie.
God trad met hen in een huwelijksverbond. Nu wil Hij niet dat Zijn volk het met andere ‘mannen’ houdt, dat is: met andere goden. Waarom niet? Omdat het voor dat volk zeer schadelijk is. Dan gaat het immers de ondergang tegemoet. Uit liefde voor hen zorgt Hij zó voor hen als een liefhebbende echtgenoot voor zijn vrouw zorgt.
En zo mogen we de ijver of jaloersheid van God zien in het licht van Zijn liefdevolle zorg voor ons en ons eeuwig heil.
Ds. W. Pieters
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Pieters
- Geboortedatum:27-06-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Elspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
website: dspieters.refoweb.nl