Informatie geven over prenatale diagnostiek
drs. A.C. van Beest | Geen reacties | 23-01-2006| 00:00
Vraag
Ik ben tweedejaars student verloskunde en moet tijdens stages zwangere vrouwen (en partner) aan het begin van hun zwangerschap informatie geven over de mogelijkheden tot prenatale diagnostiek. Nu vraag ik mij af wat mijn verantwoordelijkheid in deze is. Wanneer ik mensen (die soms onbezorgd en gelukkig zwanger zijn) informeer over de afwijkingen die hun ongeboren kindje kan hebben en de mogelijkheden tot prenatale onderzoeken, komt het soms erg op mij af dat ik misschien wel de eerste stap ben in een 'molen' die tot afbreking van de zwangerschap leidt. En dat gaat mij echt aan het hart! Toch geef ik liever zelf de informatie dan dat ik een collega dit laat doen, omdat ik dan geen invloed uit kan oefenen op de manier van en volledigheid van de informatie.
In hoeverre mag je mensen sturen (professionele objectiviteit wordt ons op school geleerd) en in hoeverre ben je als zorgverlener verantwoordelijk? Je moet bijvoorbeeld ook een afspraak maken voor de tests. Is dit Bijbels verantwoord? Hoe kan ik hier het beste mee omgaan?
Antwoord
Een heel belangrijke vraag die iedere christen in de gezondheidszorg aangaat en het er moeilijk mee kan hebben. Verantwoordelijkheid in deze. Ja die hebben we en dat is niet altijd makkelijk. Er bestaat de wettelijk verplichting vanuit de WGBO (Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst) om alle informatie te geven. Belangrijk is wel; hoe geef je die, wat zeg je, wijs je op complicaties of is je aanpak zeer directief. Een patiënt klaagde eens omdat haar behandelaar gezegd had: “Als het mijn kind was wist ik het wel. Je gaat je leven toch niet verpesten met zo'n kind!?” Het is goed om vanuit je eigen overtuiging te spreken. Je eigen motivatie te vertellen en waarom je denkt dat het leven van dit kind niet afgebroken mag en moet worden.
Graag wil ik je wijzen op de negatieve factoren. Bijvoorbeeld complicaties na een abortus (vrijwillig). Uit een proefschrift van mw. Thomassen-Brepols blijkt dat ook na een PND problemen kunnen ontstaan. Uit recente literatuur kwam naar voren dat jonge vrouwen die een abortus hebben ondergaan, vaker depressies, angsten en problemen met alcohol hebben dan vrouwen die hun kind lieten geboren worden. Verder kun je praten over alternatieve hulp bij de opvoeding, etc.
Je kunt spreken over de mogelijkheid van de derde weg: Geen levensverlengend handelen, door allerlei ingrepen proberen het kind te behandelen of door zodanig de bevalling op te wekken en het kind dood geboren te laten worden. Maar afwachten, en als het kind levend geboren wordt, het liefdevol te ontvangen, verzorgen, koesteren, een naam geven. Mocht het dood geboren worden, dan heeft dat goede invloed op de rouwverwerking. Het kind heeft een plaats gekregen, er kan afìscheid van het kind genomen worden.
Uit mijn praktijk weet ik hoe moeilijk een gesprek kan zijn. Ik zei meestal geen vrijmoedigheid te hebben om mee te werken aan een abortus vanwege mijn christelijk geloof en de normen en waarden daarop gestoeld. Natuurlijk vinden christenartsen het ook moeilijk een ernstig gehandicapt kind te zien, maar tegelijker tijd weten we dat onze Vader in de hemel ook deze kinderen lief heeft. Het idee mee te werken aan of de eerste stap te zetten naar... is zeer herkenbaar en valt soms niet mee. Maar spreek vanuit een andere achtergrond en over andere mogelijkheden met evenveel aandacht. Dat doen de meeste van onze collega's niet.
Heel veel sterkte met voor de toekomst.
Dr. A. C. van Beest
Dit artikel is beantwoord door
drs. A.C. van Beest
- Geboortedatum:24-10-1935
- Kerkelijke gezindte:PKN (Gereformeerd)
- Status:Inactief