Ruzie over de hemel
Ds. J.J. Tigchelaar | Geen reacties | 24-01-2020| 08:51
Vraag
Het is van belang dat jullie deze vraag beantwoorden, want er staat een ruzie in onze gemeente op het spel. Mijn vraag is: wordt de huidige aarde waar wij nu op leven uiteindelijk ook de nieuwe aarde? Dank u voor u hulp, u heeft hopelijk een ruzie in onze gemeente bespaard.
Antwoord
1. Waarom maken mensen ruzie over dingen waar geen duidelijk en voor ieder overtuigend bewijs in de Bijbel gevonden wordt? Soms zelfs van ruzie naar kerkscheuring. Hangt onze zaligheid en (nog belangrijker) de komst van Gods Koninkrijk af van onze visie op onduidelijke of verborgen zaken? Er is een spreekwoord: “waar twee honden vechten om een been, gaat een derde er mee heen.” Wanneer twee kerkmensen twisten over de exacte toekomstige plaats van de gelovigen, dreigt het gevaar dat ze geen van beide er zullen mogen komen. Persoonlijk zal ik hieronder mijn mening geven maar ik wil op geen enkele manier twisten met mensen die overtuigd zijn dat ze de andere kant moeten kiezen, wetend dat dit een uiterst gevoelig onderwerp is.
2. Het woord hemel, of meervoud daarvan, komt 614 keer voor in de Bijbel. Met veel verschillende vertalingen en betekenissen: uitspansel, wolken, woonplaats van God en de engelen, hiernamaals, etc. Ook in synoniem: Koninkrijk Gods = Koninkrijk der hemelen. En de uitdrukking: “de vogelen des hemels”. En vergeet niet de beeldspraak: de hemel is gevestigd op zuilen, heeft opperzalen, poorten en vensters. Gelovigen zuchten onder het hemelse altaar (Openbaring 6:9v.); Abraham biedt in een gelijkenis de arme Lazarus een plaats in zijn schoot (Lucas 16:20v.).
Het is trouwens opvallend dat bijna alle commentaren, handboeken, dogmatici en onze belijdenisgeschriften over de gestelde vraag uiterst terughoudend, zo niet zwijgend of ontwijkend zijn. En er wordt dikwijls van alles gefantaseerd, niet ook het minst buiten de kerk.
3. Waar wordt dan echter de hemel aangeduid als toekomstige woonplaats van de gelovigen? Sommigen stellen zich de hemel voor als een immens flatgebouw met een penthouse voor de eigenaar, met een beroep op Johannes 14:2. De aarde is des Heeren, er is een huis van de Vader, maar dat betekent niet dat Hij daar zelf ook woont. Wij hebben een schat in de hemel, maar we leven toch ook niet altijd naast het bankkluisje? Ook op de aarde kan hemelse vreugde zijn.
Nadere uitleg van Filippenzen 3:20 is ook nodig. De Statenvertaling spreekt hier over onze wandel in de hemelen, maar letterlijk staat er burgerschap. We zijn dan dus burgers van Gods Koninkrijk, wat zowel in de hemel als op de aarde bestaat. Nederlandse onderdanen wonen ook niet automatisch in Nederland.
4. Volgens de traditie is de hemel de toekomstige plaats van de opgestane gelovigen. Roomsen spreken van een overledene dat zij of hij is gaan “hemelen”. Dat idee verraadt de oude ketterij dat het lichaam, het aardse, minderwaardig is. Toch heeft God beide goed geschapen. Psalm 115:16 zegt het uitdrukkelijk: “De hemel is van de HEERE, maar de aarde heeft Hij aan de mensenkinderen gegeven.”
5. Wij moeten de aarde niet minachten of alleen als iets tijdelijks zien. In de herschepping aan het einde van de tijd wordt de aarde niet afgeschreven. Er vindt een noodzakelijke radicale reiniging van de aarde en het luchtruim plaats. Daarom spreekt de Schrift van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Daar zullen dieren zijn. In Jesaja 65 worden de leeuw en het lammetje in vrede samen genoemd. Is de natuur en het dierenrijk daar opeens zonder mensen? Zouden zonder zondeval Adam en zijn nageslacht op een gegeven ogenblik ook de aarde voor de hemel verlaten hebben? Die vraag gaat verder dan de vraag of er herkenning zal zijn in de hemel en of overledenen weten wat er nu op de aarde geschiedt.
6. Het belang van de nieuwe aarde als woonplaats voor de gelovig gestorvenen vinden we in Openbaring 21. Uit de hemel zal het nieuwe Jeruzalem neerdalen op de herschapen aarde. Wat zou het nut, vraag ik dan, daarvan zijn wanneer er geen mensen op die aarde zijn? Hier ligt voor mij een van de sterkste aanwijzingen en dit bepaalt mijn standpunt. Dit wordt ondersteund door wat Paulus schrijft aan de gemeente van Korinthe (2Kor. 5:1 en 2): “Wij weten immers dat ... wij een huis hebben ... eeuwig in de hemelen ... wij verlangen er vurig naar met onze woning, die uit de hemelen, is overkleed te worden.” Deze behuizing is dus reeds eeuwig in de hemel en komt voor ons uit de hemel. (De Kanttekeningen bij de Statenvertaling verwijzen hier ook niet naar een –toekomstig- verblijf in de hemel!)
7. In onze drie gereformeerde belijdenisgeschriften wordt 59 keer de hemel(en), het hemelrijk en de daarvan afgeleide bijvoeglijke naamwoorden genoemd. Daarvan slechts driemaal als mogelijke toekomstige woonplaats van de gestorven heiligen. Opvallend is echter dat daarbij geen enkel of niet overtuigende of niet ter zake dienende bewijsplaatsen uit de Heilige Schrift worden vermeld. In de Dordtse Leerredenen (5L 2) wordt gesteld dat de heiligen “in de hemel zullen regeren.” Maar Openbaring 5:10 zegt “en wij zullen als koningen heersen over de aarde.”
Heersen en regeren, niet twisten, wel uitzien om bij Christus te zijn, hoe dan ook, waar dan ook!
Ds. J. J. Tigchelaar
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. Tigchelaar
- Geboortedatum:05-12-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Putten
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus predikant en adviseur predikantenopleiding Church of Central Africa