Permacultuur
J.P. van den Brink | 2 reacties | 20-01-2020| 15:30
Vraag
Is permacultuur te rijmen met het werkelijk christen zijn? Daarmee bedoel ik niet dat dit begrip als doel of boven iets anders moet staan. Maar meer als tegenhanger dat er in de wereld steeds grotere boeren komen, steeds meer machines en niet meer zwoegen zoals de Heere had gezegd nadat Adam en Eva uit het paradijs waren gezet. De boeren lenen steeds meer geld om steeds groter te worden, grotere machines, schuren etc. Technologie als Toren van Babel?
Het land wat ze bewerken wordt er niet beter op en is naar mijn idee niet hoe de Heere het gemaakt en bedoeld heeft. Het bodemleven wat niet voor niks geschapen is, wordt volledig verwoest door het diepploegen alleen al. Om maar niet te spreken over pesticide en kunstmest. Het is dus niet dat we nu ons volledig moeten focussen op dit, maar juist dat dit gewoon moet worden voor ons christenen, en het andere juist vreemd, het niet meegaan met het wereldse. Is het juist niet de Weg van de Heere als we ons eten in een zoals door Hem geschapen ecosysteem verbouwen, we het eerlijk delen met elkaar, gebruik maken van hoe Hij het systeem geschapen heeft voor ons.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Ik moet eerlijk bekennen dat ik voordat ik deze vraag toegestuurd kreeg nog nooit van permacultuur had gehoord. Ik beantwoord deze vraag dan ook niet omdat ik een specialist zou zijn in duurzame land- en tuinbouw, maar omdat ik mij in algemene zin vrij intensief met technologische ontwikkelingen bezighoud en dat heeft natuurlijk heel veel raakvlakken met technologische ontwikkelingen in de landbouw. Je zult evenwel zien dat ik in dit antwoord veel gebruik maak van citaten van anderen. Ik pretendeer zelf niet de specialist op het gebied van landbouw te zijn en houd mij aanbevolen voor aanvullingen of correcties.
Voor de lezers van Refoweb voor wie permacultuur ook een onbekende term is: het begrip permacultuur is een samentrekking van “perma(nente) (agri)cultuur” en gaat over ideeën voor duurzame ecosystemen. Permacultuur is omschreven in Australië in de jaren 70 van de vorige eeuw door twee Australische biologen, Bill Mollison en David Holmgren. Door de relaties in de bossen van Tasmanië te onderzoeken en de belangrijkste ecologische principes van dit systeem te achterhalen hebben ze een methode ontwikkeld die mensen in staat stelt zelf functionele ecosystemen te ontwerpen. Ik moet er destijds overheen gelezen hebben, maar in 1997 stond in het RD een recensie over een boek (“Tuinen van Overvloed”, door Fransje de Waard) wat de theorie en de principes van de permacultuur uiteenzet. Zie ook de evaluatie van de permacultuur die de recensent daar geeft. Er is zelfs een organisatie Permacultuur Nederland met een informatieve website. Geïnteresseerde lezers kunnen verder googelen en digibronnen en er zal een wereld voor je open gaan als je zoekt naar methodes om duurzaam te tuinieren.
Je vraagt aan mij of permacultuur te rijmen is met werkelijk christen-zijn. Zit ik er echter ver naast als je eigenlijk vraagt of een christen niet af moet stappen van de huidige ‘normale’ landbouw, omdat de perma-aanpak bijbelser en/of christelijker zou zijn? Nu, laat ik daar maar heel direct over zijn: Ik ga daar in deze algemene zin geen beoordeling van geven. Integendeel, als christen is het goed om kennis te nemen van methodes die bijdragen aan een verantwoord omgaan met de schepping. En in wat ik gelezen heb vind ik veel waardevolle en interessante zaken.
Maar ik heb wel wat kanttekeningen.
Er zijn heel veel verschillende landbouwsystemen ontwikkeld na de opdracht van onze goede God aan ons aller vader Adam om deze aarde te bebouwen en te bewaren. En het is helaas duidelijk geworden dat heel veel (intensieve) landbouwsystemen en (meer algemeen) technologische vernieuwingen, maar voornamelijk de levensstijl van ons allemaal (consumptiemaatschappij, sterke toename van verkeer, vliegvakanties, etc, etc.) een zware wissel trekken op Gods wonderlijke schepping.
Ten aanzien van technologische vernieuwingen kunnen volgens dr. Van den Heuvel in hoofdlijnen drie posities worden ingenomen (zie RD 11-1-2019, verslag verdiepingsconferentie Hervormde mannen en vrouwenbond):
“Technologie kan worden gezien als bevrijder, als bedreiging en als intermediair. Ze kan een bevrijdende stap zijn op weg naar een betere wereld. Zo is de levensverwachting omhoog geschoten en de welvaart toegenomen. Industrialisatie kan leiden tot grote sociale veranderingen en problemen. Zo kan technologie een bedreiging vormen en allerlei onbedoelde kwalijke gevolgen hebben. Vervolgens is er volgens hem een meer intermediaire, genuanceerde lijn van denken opgekomen in de techniekfilosofie. Sommige christelijke denkers nemen volgens Van den Heuvel een middenpositie in, zoals Egbert Schuurman en Henk Jochemsen.”
Dr. Van den Heuvel pleitte op de conferentie voor een morele grondhouding van verantwoordelijkheid.
Iets soortgelijks vind ik in een artikelenserie in het RD van de afgelopen zomer over het duurzaamheidsdebat –de artikelen verschenen in de edities van 11, 18 en 25 juni en 2 juli in 2019– Ik citeer prof. T. M. Hofman uit het laatste artikel:
“Als het gaat om duurzaamheid zijn er kortweg drie stromingen binnen het christendom. De eerste groep zegt: Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw. Een tweede groep stroopt direct zijn mouwen op en gaat er flink tegenaan. Beiden zijn niet Bijbels. Ik zou kiezen voor de derde stroming waar twee termen centraal staan: verantwoordelijkheid en kwetsbaarheid. Gewoon mens zijn op deze aarde, Gods aarde. En dan kom je als vanzelf op de Bijbelse term rentmeesterschap. Soms denken we dat wij die term hebben uitgevonden, maar de nadere reformatoren gebruikten het woord al vaak.”
Er wordt bij de voorvechters van duurzame ecologische systemen soms een gedrevenheid gevonden, die in haar grondhouding helaas toch mijlenver af staat van wat wij als een Bijbelse levensvisie voorstaan. Als aan de natuur zelf een goddelijke kracht wordt toegekend en als de passie voor duurzaamheid iets spiritueels krijgt waardoor wij samen met de natuur zouden moeten werken aan een betere toekomst. Christenen hebben een ander perspectief: deze wereld gaat voorbij (en dat niet in de laatste plaats omdat wij mensen haar verwoest hebben(!)), maar de Heere Zelf schept een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. En in die wetenschap zal ik met Luther vandaag nog een boom planten, omdat als Jezus morgen weerkomt Hij mij bezig zal zien met Gods opdracht om Zijn schepping te bouwen en te bewaren.
Voor een deel heb ik om dezelfde redenen wat kanttekeningen bij de uitleg in de rest van je vraag, hoewel mij niet helemaal duidelijk is wat je daar nu echt wilt zeggen.
Je besluit je relaas met de opmerking dat wij er gebruik van moeten maken hoe God het systeem geschapen heeft voor ons. Ik vraag me bij het lezen hiervan af: heb je wel voldoende doordacht dat de natuur, waar wij inderdaad ook nu nog gebruik van mogen maken en ons mogen verwonderen hoe wonderlijk God dit alles gemaakt heeft, dat deze natuur nu deel uitmaakt van een schepping ná de zondeval? En dat het rijke bodemleven waar je van spreekt met z’n zwammen en bacteriën ook een getuigenis is van afbraak en verderf, die er in die vorm voor de zondeval niet kan zijn geweest? Er is daar in het paradijs bij het eten van de verboden vrucht iets fundamenteels mis gegaan! En daar plukken wij vandaag nog de vruchten van... En toch heeft God het zo genadig bestuurd dat al die afbraakprocessen in de natuur na de zondeval ten goede worden gebruikt. Waar Hij ook het sterven van het graan opdat daar nieuw leven uit zou groeien gebruikt als beeld van de bekering van een mens! Het duizelt mij als ik overdenk hoe wonderlijk God het leven heeft gemaakt. Het duizelt mij als ik overdenk hoe God de dood overwint en daar doorheen nieuw leven schenkt. Hier weidt mijn ziel met een verwonderend oog! Dit is niet door een mens verzonnen, maar dit is het heilsplan van God.
De lessen van een zwam... van dat afsterven van de oude mens, dat moest er toch even tussen door. Begrijp je dit? Dan overstijgt het geluid van je verwonderend zingen: “Door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen”, het bulderend geluid van de grote landbouwmachines.
Ik ga hier geen pleidooi houden voor megastallen en monoculturen, maar ik wil wel wegblijven van een oordeel alsof elke grote boer een uitbuiter zou zijn van de natuur. In de Bijbeltijd waren er geen megastallen, legbatterijen en diepploegscharen. Maar Job was geen keuterboertje op een akker ter grootte van een postzegel. Hij had een indrukwekkende veestapel. En ook in de Bijbeltijd werd er geploegd en werden er werktuigen ontwikkeld (technologische vernieuwing) om het zwoegen op het land te verlichten.
En wat denk je van de gelijkenis van de onvruchtbare vijgeboom van de Heere Jezus? De landman zegt: “Geef hem nog een kans - ik zal hem omgraven en mest geven.” Een voorbeeld uit de bijbel waar het antwoord op ‘hoe krijgen we vrucht?’ niet gezocht wordt in permacultuur, maar in ploegen en grondverbetering. Daarmee wil ik de principes van de permacultuur niet afserveren, maar ik ga er niet in mee om deze wijze van tuinieren te karakteriseren als: zo heeft God het geschapen en bedoeld!
Ds. Van Reenen schreef in het RD van 16-6-2017 dat een grondige Bijbelse doordenking van de landbouw nodig is. Ik citeer:
“Ik wil benadrukken dat geen enkel landbouwsysteem exclusief Bijbels is. Maar er is wel één Bijbelse visie op landbouw. Landbouw in Bijbels licht is namelijk niet hoofdzakelijk een economische, maar een theologische bezigheid.”
“Boeren zijn in onze samenleving weinig in aanzien, maar hebben in feite een hoge roeping. Hun beroep vloeit rechtstreeks voort uit de opdracht aan Adam om Gods aarde te bebouwen en de door Hem geschapen dieren te regeren. Daarom noem ik hun vak theologisch: het gaat om Gods aarde, om Gods dieren, om Gods lucht die wij inademen, met als doel Gods voedsel te kunnen uitreiken aan door God geschapen medemensen. Het genadewonder is dat dit, ondanks de zondeval en de daaropvolgende vloek (zweet, doornen en distelen), zo gebleven is. Aandacht voor liefdevol, eerbiedig en voorzichtig landgebruik is een rode lijn in de Bijbel, denk aan Noach en de wetten van Mozes. Steeds is daar het besef: „De aarde is des Heeren, mitsgaders haar volheid.”
“We zullen ons moeten afvragen wat het betekent om het plekje in te nemen dat God ons geeft met oog voor het vee, de bodem, de vogels en de medemensen die alle van Hem zijn en niet van ons. Dat behelst aspecten zoals rust voor de grond (Lev. 25:4, 26:34), zorg voor de natuur (Deut. 22:6; Matth. 6:26-30), welzijn van het vee (Deut. 22:10, Spr. 12:10), mededeelzaamheid jegens behoeftigen (Lev. 23:22) en afkerigheid van verkwisting (Deut. 20:19, Matth. 14:20).
Tegen de druk van wetgeving en markteconomie geeft de Bijbel een heilzaam perspectief. In het houden van Gods geboden is grote loon, ook als het gaat om de landbouw. Omdat de Schepper alwijs is, heb ik gegronde hoop dat door in deze lijn te boeren een stuk van de last die veel boeren ervaren, wordt weggenomen. Ik wens het landbouwers van harte toe dat zij zich in verantwoording aan God mogen verblijden in hun werk in Zijn schepping.”
Tot zover ds van Reenen.
Maak vrijmoedig gebruik van allerlei methodes/technieken om gezond en duurzaam van je tuin te genieten. Op kleine schaal is daar heel veel bruikbaars te vinden. Om duurzaam te kunnen boeren is m.i. meer nodig dan deze kleinschalige methoden. Een slogan als: “als je groen wil blijven, moet je niet rood staan” is sterk populistisch, maar tegelijkertijd wel ontnuchterend. Juist met het toepassen van Bijbelse principes (die maar konden worden aangestipt in dit antwoord) in de landbouw moet een verschil kunnen worden gemaakt met de onwaardige technieken die alleen op economische motieven gebaseerd zijn.
Wij leven in een donkere tijd. De tijd(bom) tikt. Juist in die wetenschap is de uitspraak van Luther ook een geloofsuitspraak. Ik las op een website van een voormalig studiegenoot van mij het volgende:
“Hoimar von Ditfurth, een indertijd zeer bekende Duitse wetenschapsjournalist, gebruikte het (luthercitaat) zelfs in de titel van zijn boek (bestseller) waarin hij waarschuwt voor een (ecologische) catastrofe veroorzaakt door de mens die hypertrofe (vrij vertaald: bovenmaatse JvdB) technologische producten bezit (atoombom), maar wiens brein nog net zo primitief is als dat van onze in stammen jagende voorouders: So laßt uns denn ein Apfelbäumchen pflanzen. Es ist so weit, Lingen Verlag, Köln 1985.”
Ik hoop dat als de Heere weerkomt, dat Hij je zal vinden met groene vingers. Natgemaakt met tranen vanwege de doorns en de distels. Natgemaakt vooral ook omdat je beseft dat die doorns en distels getuige zijn van jouw en mijn zonden tegen een goeddoend God. Gekloofd ook vanwege het zwoegen en zweten. Maar ook met vingers van gevouwen handen die er werk van maken om te bidden en te danken voor al het goede wat God ons elke dag weer geeft in een Schepping die om onze zonden zucht, als in barensnood. (Rom. 8:21, 22 Op hoop, dat ook het schepsel zelf zal vrijgemaakt worden van de dienstbaarheid der verderfenis, tot de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods. Want wij weten, dat het ganse schepsel te zamen zucht, en te zamen als in barensnood is tot nu toe.)
Gode bevolen!
J. P. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
J.P. van den Brink
- Geboortedatum:10-06-1960
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Eindhoven
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Vind het een zeer duidelijk verwoord antwoord.
Toch zou ik als aanvulling willen vermelden.
Een zeer grote groep mensen zonder God leeft. De mensen die wel oprecht christen zijn (niet alleen zij), ondervinden ook dagelijks de gevolgen van de zonden die in en uit hen leeft (waar in het slot in het artikel over geschreven wordt).
Ik vraag me hardop af of alle vooruitstrevende technologieën en systemen zijn bedacht om God te dienen. Volgens mij was het altijd een menselijk streven naar een grotere welvaart (economisch motief), gepaard met toenemende ongerechtigheid. En gelukkig is er een Hogere besturing die het ook ten goede keert. (Denk daarbij bijvoorbeeld aan de zending die gebruikt maakt van vliegtuig en internet.)
Misschien zie ik het verkeerd, maar volgens mij heeft ook de christelijke ondernemer weinig aanvechting/strijd met alle ontwikkelingen en draait duurzaamheid vooral om economische belangen. Gelukkig hoor ik toch ook van aanvechting/strijd bij het nemen van keuzes in de bedrijfsvoering.
Mooi wordt de uitspraak van Luther erbij gehaald, over het planten van een boom. Ben een boek van Arnold Huijgen aan het lezen, waar ook veel geschreven wordt over Luther. Op blz. 93 van zijn schrijft hij onder het kopje 'Horizon van de aanvechting': "Het is wel opvallend, dat Luther de aanvechting niet allereerst in het innerlijke leven lokaliseert, maar juist in hert hart van de politieke omstandigheden van zijn dagen. Kennelijk is niet alleen een innerlijke geestelijke gesteldheid de horizon van het gebed en de aanvechting, maar het hele wereldgebeuren." De keuzes die gemaakt worden bij het uitleggen van de bijbel en het leven in de praktijk gaan vooraf door en gepaard met gebed, meditatie en aanvechting; ook het planten van een boom.
Wanneer we te maken zouden hebben met onderontwikkeling en als gevolg daarvan slechte hygiënische en mensonwaardige omstandigheden, zou ik pleiten voor toename van ontwikkeling en welvaart. Onze valkuilen ontstaan nou juist door doorgeslagen ontwikkelingen en een te grote welvaart (waarmee ik niet wil zeggen dat er geen armoede meer kan voorkomen). Ons lichamelijke en geestelijke welzijn lijden daaronder (denk bijvoorbeeld aan diabetici en stress). Dan kan de levensverwachting omhoog gaan, maar is dat dan winst? Dan heb ik het niet eens over de gevolgen van toenemende welvaart en daardoor gemeende onafhankelijkheid van de Gever; dat is echt geestelijk lijden.
Volgens mij zouden we als christen duidelijker stelling mogen nemen in het beoordelen van alle ontwikkelingen, ook in die van de landbouw met zijn megastallen. Dienen we er God en onze naaste mee?
Dan moeten we soms keuzes maken waaronder we lijden. En, oh ja, daar hebben we moeite mee. Ook de schrijver van deze reactie laat zich nog veel te makkelijk meenemen in de stroom van alle 'vooruitstrevende' ontwikkelingen en alles wat de welvaart bied.
We mogen genieten in onze genadetijd hier op aarde van alle zegeningen die God geeft, maar wees gewaarschuwd! Strijd de goede strijd!
Nogmaals, het is zeer duidelijk verwoord artikel; complimenten en dank daarvoor.
Zie deze reactie van een diaken als een 'diaconale aanvulling' op een 'pastoraal artikel' van een ouderling. Een reactie die de inhoud van het artikel wil onderstrepen en wil benadrukken dat het ook om onze daden gaat. Waaraan herken je de tak geënt in de Stam van Juda? Vanuit welke grond handelen wij?
Met hartelijke groeten,
Peter Hartog