Geen sprankelende duizendpoot
Ds. J. IJsselstein | 3 reacties | 20-11-2019| 13:50
Vraag
Ik heb last van de zeven hoofdzonden. Nee sterker nog, ik bén zonde. Met name van luiheid heb ik last. Ik kan -denk ik- wel zeggen dat ik bij de luie mensen hoor. Dat bezorgt me elke dag een schuldgevoel. Ik zoek daar allerlei uitvluchten voor. Ik hoorde een keer iemand zeggen dat God een hekel heeft aan luie mensen. Dus ook aan mij... Als God mensen bekeert gaan ze ineens heel ijverig worden. Ik wil dat helemaal niet. Ik heb een heel slecht karakter en dat ervaar ik elke dag. En ik doe er niets aan. Ik wil wel, maar het gebeurt niet. En daardoor ben ik een slappeling.
Soms zou ik ook wel een duizendpoot willen zijn. Zo’n leuk sprankelend mens. En omdat ik me gefrustreerd voel ten opzichte van bekeerde mensen, ga ik erg lelijke dingen over ze denken. Gewoon uit pure jaloezie, omdat ik niet braaf, vroom, zachtmoedig en ijverig ben. Ik kom er niet uit. Op deze manier ga ik voor eeuwig verloren. Soms schrik ik daarvan. Soms doet het me ook niets. Zover is het met me.
Antwoord
Beste briefschrijver,
Gelukkig hoeft niet iedereen zo’n sprankelende duizendpoot te zijn. Stel je voor! Gelukkig zijn er ook nog andere types. Jij typeert jezelf als een slappeling. Dat klinkt in je geestelijk gekleurde vraag niet alleen kritisch naar hoe je in je hart staat tegenover God, maar het klinkt vooral nogal cynisch naar jezelf. Ik hoor je daarbij nog veel meer nare dingen zeggen over wie en hoe je zelf bent. Niet perse wat betreft hoe God tegen je aan zou kijken (dat ook), maar ook hoe je tegen jezelf aankijkt. Je noemt je lui, uitvluchten zoekend, slecht van karakter, gefrustreerd, lelijk denkend, jaloers, en: niet braaf, vroom, zachtmoedig en ijverig. Kortom, rapportcijfer een één of twee?
Waarom ik daar de vinger bij leg, is omdat die manier van denken over jezelf van invloed is op en kleur geeft aan je denken over hoe God over jou denkt. En gaandeweg wordt het één ondoorzichtige brei van waar je geen onderscheid meer ziet tussen “ik ben slecht van karakter” en/of “ik ben zondaar voor God.”
Je doet er verstandig aan om die ondoorzichtige brei wat op te schonen. Het zou mooi zijn als je in ieder geval deze twee draden uit de knoop zou gaan proberen halen: (1) Wie ben ik en wat denk ik van mezelf, en (2) Wat denkt God van mij?
Het antwoord op die eerste vraag is niet zo gemakkelijk gegeven. Jazeker, je kunt er de negatieve termen voor gebruiken die je aandraagt, maar er is ongetwijfeld meer. Een mens is immers door God geschapen, niet als misbaksel, maar schepsel, gevormd met gaven en talenten. En die zijn zo te lezen voor jou behoorlijk ver uit beeld. Ik schat in dat je de kluwen van negatieve gedachten over jezelf niet zomaar kan ontwarren en dat het raadzaam is om met een hulpverlener te gaan praten die je kan helpen om in de spiegel te kijken. Om het mooie te zien van wat je hebt en van wie je bent, maar natuurlijk ook om echt eerlijk je andere kanten onder ogen te zien. Beiden zijn moeilijker dan het lijkt. Maar het is de moeite waard! Uiteraard is dat een proces waar je de zegen van de Heere over mag en moet vragen. Hij is het namelijk die mensen gaven geeft om te helpen om knopen te ontbinden (Daniël 5:12,16).
Het antwoord op de tweede vraag (“Wat denkt God van mij?”) komt denk ik pas echt helder in beeld, als je eerste probleem is aangepakt. Zo niet, dan blijf je mopperen op jezelf, zwart kijken, jezelf zondig noemen, zonder... echt zondaar voor God te zijn. Immers, om eerlijk te zijn, ik lees grote woorden over zonde-zijn en zeven hoofdzonden, maar de meeste van die zeven zonden sla je over. Beter ophouden dus (zo zeg ik maar eerlijk tegen je) met grote woorden.
Stop met deze gedachten, waar je in vast draait. Luister eenvoudig naar wat God van je vraagt. Dat is: je zonden eerlijk en concreet belijden voor God. Zeggen wat je fout gedaan hebt. Wat fout is in je denken, in je doen en laten. En concreet om vergeving vragen. Ik raad je echt aan om het concreet te maken. Anders verzand je gemakkelijk in algemene termen over zonde. Schrijf je zonden voor jezelf maar op papier en bid daarna één voor één voor de vergeving van die zonden. Onze God vergeeft menigvuldig.
Maar tegelijkertijd dus aan de slag met het zoeken van hulp bij een erkende psycholoog of psychotherapeut.
Hartelijke groet,
Ds. J. IJsselstein
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. IJsselstein
- Geboortedatum:14-07-1965
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Woerden
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Website: Leespreken.nl