Legenden over koningin van Seba
prof. dr. M.J. Paul | 2 reacties | 19-11-2019| 10:29
Vraag
Er werd aan mij een vraag gesteld door een van oorsprong Ethiopische man: “Hoe lang is de koningin van Seba bij koning Salomo gebleven, is zij zwanger van hem geweest en is de ark door de zoon van hen beiden meegenomen naar Seba?” Ik heb in de Bijbel naar het antwoord gezocht, het niet gevonden. Wel dat de Heere Jezus refereert aan de koningin van Seba in Mattheus. Verder heb ik op internet gezocht en gelezen dat er in Ethiopië een legende verteld wordt over de koningin van Seba en haar zoon die ze van koning Salomo kreeg. Hoe zit dit?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Tijdens de regering van koning Salomo kwam er een koningin uit het zuiden op bezoek, afkomstig uit het land Seba (SV: Scheba; HSV: Sjeba). Deze gebeurtenis staat opgetekend in 1 Koningen 10:1-13 en 2 Kronieken 9:1-12. Over dit bezoek zijn later veel legenden ontstaan. In de Kebra Nagast (“de glorie van de koningen”), het Ethiopische nationale heldendicht, wordt de koningin Makeda (Magda, Maqda) genoemd, met de betekenis ‘grootheid’. Daar wordt verteld dat ze zwanger werd van Salomo en een zoon kreeg die ze de naam Menelik gaf. Volgens de vertelling ging Menelik later zijn vader in Jeruzalem weer opzoeken en bij die gelegenheid hebben hij en zijn gezelschap de ark uit de tempel gestolen en vervolgens naar Ethiopië gebracht.
De Koran geeft aan dat koning Sulaiman de koningin van Saba op bezoek kreeg (soera 27:20-44). In de Arabische folklore komen nog meer bijzonderheden naar voren. De koningin wordt daar Bilqus of Balkis genoemd en de verhalen gaan over magische tapijten, sprekende vogels en de wonderlijke verplaatsing van haar troon naar het paleis van Salomo. Joodse legenden vertellen eveneens allerlei kleurrijke zaken. Het bezoek van de koningin is blijkbaar een inspiratiebron geweest op allerlei gebied, tot het muziekstuk “The arrival of the queen of Sheba” van G. F. Händel toe!
Flavius Josephus noemt de koningin, die Salomo op komt zoeken, Nikaule. Hij doet dit, omdat hij meent dat zij regeerde over Egypte en Ethiopië (ten zuiden van Egypte). Hij verwijst daarvoor naar Herodotus, die schrijft over 330 farao’s en de enige vrouwelijke farao Nitrocris noemt. Echter, het is onwaarschijnlijk dat Seba in Egypte of Ethiopië lag. De laatste jaren is veel archeologisch materiaal uit zuidwest Arabië gepubliceerd en dit maakt duidelijk dat er een koninkrijk Saba is geweest in het huidige Jemen.
In de tijd van Salomo lagen in het noorden van Arabië de koninkrijken van Kedar, Dedan en Lihyan, maar er zijn geen aanwijzingen dat daar ooit een koninkrijk Saba of Seba geweest is. De hoofdstad van Saba bevond zich op de plaats waar tegenwoordig Marib ligt. In Marib zelf is in de periode van 2300 tot 940 v.Chr. een georganiseerde samenleving teruggevonden, met een sterk ontwikkelde irrigatietechniek. Assyrische bronnen vermelden handelskaravanen van de Sabeeërs in de periode kort na Salomo. Een reis van meer dan duizend kilometer voor handelsexpedities was in die tijd (en zelfs in vroegere perioden) niet uitzonderlijk en datzelfde geldt voor militaire expedities.
Het is ook van belang om onderscheid te maken tussen Ethiopië en Kush (SV: Cusch en Morenland; HSV: Cusj) in 2 Koningen 19:9 en Jesaja 18. Het land Kush (Nubië) ligt net ten zuiden van Egypte en nog zuidelijker ligt Ethiopië. Het is verwarrend dat diverse vertalingen hier “Ethiopië” hebben. Dit is gebeurd op grond van de Septuaginta, die alle bewoners ten zuiden van Egypte met de naam Ethiopiërs aanduidde. In onze tijd reserveren we deze naam echter voor de inwoners van het land Ethiopië. Ook in het geval van de kamerling in Handelingen 8:26-28 lijkt Kush (Nubië) bedoeld te zijn, een land met donker gekleurde inwoners.
De Bijbel geeft weinig informatie over de koningin van Seba. Alle nadruk ligt op haar verwondering over de rijkdom en de wijsheid van Salomo. In Mattheüs 12:42 wordt zij “de koningin van het zuiden” genoemd. In de loop der eeuwen zijn veel legenden ontstaan, maar die zeggen weinig tot niets over de historische situatie van Salomo.
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
De Ethiopisch orthodoxe kerk beweert ook dat de ark nog steeds in haar bezit is en bewaakt wordt door een priester.
Hoewel ik geen deskundige op dit gebied ben, heb ik me er wel in verdiept toen wij er voor het werk en als voorbereiding op zendingswerk een paar maanden heen gingen. Wat mij erg opviel, is de plaats die de oudtestamentische wetten onder de 'gewone' Ethiopiers hebben. (Wij zaten in het relatieve zuiden, bij Hawassa, dus ver van de moslimbevolking). Besnijdenis op de 8e dag, koosjer eten, bepaalde reinigingen. Er is dus wel een hele duidelijke Joodse invloed en de mensen verklaren die dus vanuit 'hun' koningin van Scheba. Al zeggen ze er zelf bij dat die van het Arabisch Schiereiland kwam. (Een beetje als Nederlandse geschiedenis, ook al speelde het op huidig Duits of Belgisch grondgebied.)
Gelukkig ontstaan er ook in Ethiopie steeds meer christelijke kerken, die niet de ark, noch de Joodse tradities centraal hebben staan, maar Jezus.