Dopen met/in de Heilige Geest
Ds. H. Veldhuizen | Geen reacties | 24-01-2004| 00:00
Vraag
Gisteren hadden wij een discussie thuis over het dopen met/in de Heilige Geest. We kwamen er niet uit wat dat is, maar ik las gisteravond in een boekje van Spurgeon en daar stond ook het dopen met de Heilige Geest in. Graag zou ik (zouden wij) daar meer over willen weten.
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vriend(in),
De vraag die je gesteld hebt is een goede vraag, een bijbelse vraag. Over de doop met de Heilige Geest wordt gesproken door Johannes de Doper. In alle vier Evangeliën. Mattheüs (3:11) en Lukas (3:16) zeggen dat Johannes zei: Die na mij komt (...) zal u met de Heilige Geest en met vuur dopen. "Met vuur" duidt op loutering en reiniging; en ook op het oordeel. Zie maar wat Johannes verder zegt over de wan die in Christus' hand is (vers 12). Markus zegt alleen dat Johannes zei: "Hij zal u dopen met de Heilige Geest" (1:8). En in het Johannesevangelie staat dat Johannes zegt: "Deze is het, Die met de Heilige Geest doopt." Het is dus alleen Johannes de Doper die er van spreekt. En Jezus en Petrus verwijzen daar later naar.
Wat betekent dat nu? Want je zou kunnen zeggen: merkwaardig dat we nergens in de Evangeliën lezen dat Jezus met de Heilige Geest doopt, terwijl Johannes de Doper wel zegt dat Hij dat zou doen.
Nu, Jezus geeft zelf, vlak voor Zijn hemelvaart, de verklaring. (Hand.1:5). Hij betrekt het heel duidelijk op de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren (niet lang na deze dagen). Het is met Pinksteren gebeurd. Toen zijn die woorden van Johannes de Doper vervuld. Je moet namelijk bij de doop met de Heilige Geest niet aan letterlijk dopen (met water) denken. Sommige christenen (vooral in Pinkstergemeenten) denken aan een volwassenendoop van gelovigen en laten zich overdopen. Maar daar spreekt Jezus niet van. Het is wat met Pinksteren gebeurt: de discipelen worden vervuld met de Heilige Geest. Je leest drie keer het woord 'vervuld' aan het begin van Hand. 2: de dag werd vervuld, het huis werd vervuld en ze werden allen vervuld (vers 1-4). Om dat laatste gaat het vooral: dat de harten vervuld worden, ook jouw en mijn hart. Iets daarvan lezen we in vers 17 en 18: jongeren en ouderen zullen profeteren, dat is, naar onze tijd overgebracht, ze zullen een helder en diep inzicht in de Heilige Schrift (het profetische Woord van God, 2 Petrus 1:19) hebben, jongeren zullen gezichten zien, dat wil zeggen: ze zullen in het geloof, in gedachten, de heerlijkheid van het komende Rijk van God zien, ouderen zullen dromen dromen, dat wil zeggen: ze zullen dromen van Gods Rijk dat komt en dat de dood geen angst betekent, omdat hun Toekomst (ik schrijf het nu met een hoofdletter) door het werk van Christus en van de Geest ligt in de handen van God.
Nu moet ik er ook wat bij zeggen. Namelijk dat die vervulling met de Heilige Geest voor iedere gelovige nodig is. Het is namelijk niet: het is eenmaal met Pinksteren gebeurd, dus nu is het wel goed. Nee, iedere gelovige moet er naar staan. Om meer van de Heere Jezus te ontvangen, minder gebonden te zijn aan allerlei aardse dingen (Matth. 13:22), om voller te zijn van de Heere, meer geloof, meer hoop, meer liefde, tot God en de naaste. Denk aan wat staat in 2 Petrus 3:15: "Wast op (groei!) in de genade en kennis van onze Heere en Heiland Jezus Christus".
Als ik zeg: de vervulling met de Heilige Geest is voor iedere gelovige nodig dan bedoel ik daarmee niet dat een kleingelovige geen kind van God zou kunnen zijn. Integendeel, er zijn ook kinderen in de genade. Maar elk kind wil groeien en 'groot worden'. Zo is het met een beginnende- en (klein)gelovige ook.
Nu komen we de woorden dopen met de Heilige Geest nog een keer in de Bijbel tegen, namelijk in de geschiedenis van Cornelius (Hand.10:44-47). Cornelius komt, met anderen, tot bekering, zij spreken in tongen en worden daarna gedoopt (zij waren heidenen die tot bekering kwamen). En als Petrus daarover door de gemeente van Jeruzalem tot verantwoording geroepen wordt (hoofdstuk 11) zegt hij onder andere: "Ik werd gedachtig aan het woord van de Heere, hoe Hij zei: Johannes doopte wel met water, maar gij zult gedoopt worden met de Heilige Geest" (vers 16). Petrus verwijst dus ook naar die woorden van Johannes de Doper, die hij op zijn beurt, van de Heere (Jezus) had gehoord. Je zou kunnen zeggen: wat met Cornelius en de zijnen gebeurt, is een kleine herhaling van Pinksteren. Dat is natuurlijk niet helemaal waar: de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren is eenmalig. Maar het is teken dat het Pinksteren geweest is en dat Cornelius en de zijnen, nu ze tot geloof gekomen zijn, daar ook in mogen delen.
Je kunt ook denken aan de christenen in Samaria (Hand.8:14-17). Zij zijn tot geloof gekomen, Petrus en Johannes bidden voor hen dat zij de Heilige Geest mogen ontvangen, ze leggen hen de handen op en zij ontvangen de Heilige Geest. Misschien hebben ze toen ook in tongen gesproken, maar dat staat er niet bij.
Een derde waar je aan kunt denken is Handelingen 19: de christenen in Efeze weten nog niet van de Heilige Geest. Begrijpelijk! Ook zij waren voorheen heidenen en het was allemaal nog zo beginnend. Hun worden door Paulus de handen opgelegd, ze ontvangen de Heilige Geest en spreken in tongen en profeteren.
Nu zijn er christenen, vooral in de Pinkstergemeenten, die zeggen: de Doop met de Heilige Geest is een heel bijzondere vervulling, iets extra's, dat gepaard gaat met bijzondere tekenen, vooral tongentaal en profeteren; als je tot het geloof in de Heere Jezus komt sta je nog in de Voorhof, bij het brandofferaltaar, maar je moet meer ontvangen, je moet het Heilige in en daar kom je als je de doop met de Heilige Geest ontvangt en bijvoorbeeld in tongen spreekt en profeteert. Kom je nóg verder (maar dan ben je wel heel dicht bij God, bijna zondeloos) dan ben je in het Heilige der Heilige.
Dat geloof ik niet. Ik lees het ook niet in de Bijbel. Ook een eenvoudige, beginnende gelovige is een gelovige. Zoals klein vuur ook vuur is. Zeker, ik geloof dat tongentaal nu ook kan voorkomen. Ik heb oprechte christenen ontmoet die in tongen konden spreken. Maar ik geloof dat het vooral in de eerste christentijd voorkwam, toen de Heilige Geest zo bijzonder werkte en met name heidenen tot geloof kwamen. De Pinkstergemeente haalt bijna altijd de tongentaal naar voren. Maar het valt op dat Paulus er alleen over spreekt in de 1e Korinthe- brief . En als hij de bijzondere gaven van de Geest opnoemt (hij noemt er 9), noemt hij tongentaal en de uitleg ervan als laatste (1 Kor.12:9-10; ook 29-30). En in 1 Korinthe 14 wijst hij het eerder terug dan dat hij het zou willen bevorderen, hoewel hij zelf ook in tongen kan spreken (vers 18). Maar het sticht niet (vers 1-5 en 19) zegt Paulus. Ik zeg dat omdat christenen uit de Pinkstergemeente, en soms ook uit andere evangelische gemeenten, de doop met de Heilige Geest vooral zien als ontvangen van die bijzondere gaven, met name tongentaal.
Wat is het dan, voor óns? Ik zei het al: het is meer ontvangen van de Heere Jezus, meer geloof, meer hoop, meer liefde. De Heilige Geest neemt je als het ware in beslag en in Zijn dienst, Hij maakt je vol van God, en van hartelijke liefde tot Gods dienst (denk maar gewoon aan de kerkdienst en de gemeente waartoe je behoort) en tot de naaste. Het komt in je leven (steeds meer) tot een doorbraak, dat je het zeker weet: ik ben van Hem, Hij ontvangt mij, verloren zoon of dochter zoals de vader uit de gelijkenis zijn zoon ontving, hij zegt tot mij, Farizeese oudste zoon of dochter uit de gelijkenis: Kind, al het Mijne is het uwe (Lukas 15:31). Dat die jongen niet wil binnenkomen is zijn eigen schuld, niet zijn vaders schuld. Soms is die doorbraak er ineens, soms langzamerhand, soms met vallen en opstaan. Maar je mag (moet!) er wel naar staan: Je opent je hart (beter: je bidt of de Heilige Geest dat wil doen), je bidt dat de Heilige Geest je helemaal in beslag wil nemen.
Weet je waar ik onder andere aan denk bij de vervulling met de Heilige Geest (die we dus ook wel doop met de Heilige Geest noemen)? Aan de vrucht van de Geest in Galaten 5:22: liefde (dat is de eerste vrucht!), blijdschap (de tweede! Die is er ook), vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof (beter is het woord: trouw), zachtmoedigheid, matigheid. Ga die vrucht bij jezelf eens na. Bidt om die vrucht. En bidt er om dat ze niet wormstekig zijn. Voorlopig heb je er je handen vol aan. Beter: de Heilige Geest heeft de handen vol aan jou. En aan mij. Dat we ondergedompeld worden in de genade van Christus, in de liefde van God en in de gemeenschap van de Heilige Geest.
Ik hoop dat ik je (en ook je vrienden of vriendinnen) met mijn antwoord wat geholpen hebt. God zegene je. En vervulle je.
Ds. H. Veldhuizen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Veldhuizen
- Geboortedatum:02-01-1938
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wapenveld
- Status:Inactief