Genezen en demonen uitwerpen
Ds. H. Veldhuizen | Geen reacties | 22-12-2003| 00:00
Vraag
Ik wil wat vragen over genezen en demonen uitwerpen, enzo. Hoe komen jullie op het idee dat dat alleen door de apostelen gebeurde?? Ga Markus 16:17-18 eens lezen. Dat geldt voor alle gelovigen en niet alleen voor de apostelen, dus ook voor gelovigen van deze tijd. De duivel probeert op allerlei manieren de mensen te doen geloven dat zij niet genezen kunnen worden.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vriend(in),
Je hebt een belangrijke, bijbelse vraag gesteld, die overigens niet zo gemakkelijk is te beantwoorden: wat moeten we met de woorden van Jezus in Markus 16:17-18?
Laat ik eerst maar zeggen: je vraagt: Hoe komen jullie op het idee dat wat in Markus 16:17-18 staat alleen door de apostelen gebeurde? Nu is dat niet helemaal waar. Het is, als het goed is, niet de mening van de reformatorische gezindte. Calvijn zegt in zijn Bijbelcommentaar (ik citeer): "Christus spreekt van de gelovigen in het algemeen". De Kanttekeningen op de Statenvertaling zeggen van deze tekenen: "Namelijk voorzover nodig zal zijn tot verbreiding en bevestiging van de leer van het Evangelie. Want allen is de gave om wondertekenen te doen niet gegeven." Ze zeggen erbij: "En het is ook niet nodig wanneer het Evangelie genoegzaam bevestigd is". Dat zou ruimte kunnen laten voor de gedachte dat het op het zendingsveld wel nodig zou kunnen zijn, of in Nederland dat (bijna) zendingsland is geworden. Calvijn zegt vrijwel hetzelfde: "Het is waarschijnlijker dat hier slechts voor een tijd wondergaven toegezegd worden, om het nieuwe Evangelie en datgene wat nog donker was, te verklaren. We zien toch dat zij niet lang daarna opgehouden zijn, of ten minste slechts zo zelden voorkwamen dat men er uit afleiden kan dat zij niet in gelijke mate alle tijden eigen waren".
Dus: ze zijn niet alleen voor de apostelen, ze zijn, vooral in de eerste tijd, ter bevestiging van het Evangelie, en ze kunnen ook in andere tijden voorkomen. Ik zou je ook kunnen wijzen op het vorig jaar verschenen boek van Dr. M. J. Paul "Geestelijke strijd; demonie en bevrijding in christelijk perspectief".
Waarom gebeuren zulke tekenen dan nu niet of gebeuren ze maar heel zelden? Ik denk dat dat jouw vraag is. Een goede vraag! Ik zeg er verschillende dingen van:
1. Wonderen kunnen ook nu gebeuren. Anders zouden we bijvoorbeeld niet bidden bij een zieke. Ik denk dat elke dominee weet van wondere genezingen. En dat niet (alleen) op zijn gebed, maar er is ook het gebed van familieleden en van leden van de gemeente. Ik zou je daar voorbeelden van kunnen noemen. Ik zou je, andersom, ook voorbeelden kunnen noemen dat mensen, ondanks dat er veel en indringend gebeden was, niet genazen. Ook dat komt in alle gemeenten voor, ook in gemeenten waar 'gebedsgenezing' een grote plaats inneemt. Hoe je ook tegen de woorden in Markus 16 aankijkt, de Heere is vrij in de verhoring van de gebeden. Ook bidden onder handoplegging is in Reformatorische kring niet onbekend. Dat hoeft niet altijd 'spectaculair' te gebeuren. Soms doet een dominee dat vanzelf al, gewoon, pastoraal, omdat hij bewogen is met de zieke.
2. En duivelen uitwerpen? Het is niet zo gemakkelijk om regelrecht lijnen te trekken van het Nieuwe Testament naar onze tijd. We lezen het dikwijls van Jezus zelf. Maar Hij is ook in heel bijzondere zin de Heiland. Paulus doet het bij het meisje met de waarzeggende geest (Hand. 16), waarbij het opvallend is dat hij het meisje eerst vele dagen laat begaan en pas als hij er 'ontevreden' (ontstemd) over is de geest gebiedt uit het meisje uit te gaan. Bij koning Saul gaat het weer heel anders: David komt bij hem met de harp en daar gaat een rustgevende werking van uit op Saul. Het punt is dat het in onze tijd moeilijk is om te onderscheiden wanneer er sprake is van een psychiatrische patiënt en bijvoorbeeld iemand die door de duivel bezeten is. Soms loopt dat door elkaar heen, soms niet. Er zijn op dit gebied vele ernstige vergissingen voorgekomen, die eerder tot schade waren van de patiënt (en voor het Evangelie) dan genezend of bevorderlijk. En: bedenk dat het ook in de Naam van Jezus kan gebeuren zonder werkelijk geloof in Hem. Zie de zonen van Skeva (Hand.19). Duiveluitdrijvingen komen ook buiten het christelijk geloof voor. Ook andere religies kennen het. Voor ons land zou je bijvoorbeeld kunnen denken aan Jomanda.
3. En in tongen spreken? Paulus schrijft erover in 1 Korinthe 14. Als je dat hoofdstuk goed leest zie je echter dat Paulus het eerder terugwijst dan dat hij het bevordert. Paulus kan het zelf ook (vers 18), maar het sticht niet (bouwt de gemeente niet) (vers 3 en 19). Ook in tongen spreken komt in vrijwel alle religies voor en hoeft dus niet van de Heilige Geest te zijn. Hoewel de Heilige Geest het wel kan geven. Daarbij denk ik niet in de eerste plaats aan tongentaal in een gemeentesamenkomst, maar veel meer aan iemand die in zijn persoonlijk gebed 'volstroomt' (ik weet geen ander woord) van liefde tot God. Let er op dat Paulus in 1 Korinthe 12:8-10 negen gaven noemt en dat tongentaal en de uitleg daarvan als laatste worden genoemd. Voorop staat bij Paulus het woord der wijsheid en het woord der kennis.
4. Dat brengt mij op het volgende: Paulus noemt verschillende gaven op verscheidene plaatsen in zijn brieven (Rom. 12:6-8), 1 Kor.12:8-10 en 28-31, Ef. 4:11-12). Opvallend is dat ze dikwijls heel verschillend zijn. Naar mijn gedachte bedoelt Paulus, en ook Jezus, niet dat er alleen deze gaven zijn of dat deze gaven de belangrijkste zouden zijn. Maar de Heilige Geest kan gaven geven naar de omstandigheden en de tijd waarin ze bijzonder nodig en/of nuttig zijn. Zo denk ik dat voor onze tijd heel belangrijk zijn de beide gaven die Paulus in 1 Kor. 12:8 voorop stelt: het woord der wijsheid en woord der kennis, d.w.z. met wijsheid en kennis van zaken kunnen spreken. Wat zou in onze (politiek en kerkelijk) verwarrende tijd meer nodig zijn dan dat mensen met wijsheid en kennis van zaken kunnen spreken en gezag inboezemen? De Bijbel bindt me dus niet vast aan de gaven in Markus 16, hoewel ik niet ontken dat de Heere die gaven ook nu kan geven. Maar de gaven van de Geest zijn veelzijdiger en meer dan in Markus 16 genoemd worden.
5. Van slangen opnemen kennen we maar één voorbeeld in de Bijbel: Paulus op Malta, (Hand.28). Het is dus niet iets dat elke dag voorkwam. Alleen in een heel bijzondere situatie, die zich in onze tijd bijvoorbeeld in Afrika zou kunnen voordoen.
6. Ik ga nog eens terug naar het uitwerpen van duivelen. Ik noemde al de vergissingen die daarbij gemaakt kunnen worden. Misschien dat dat een van de redenen is dat de kerk dat na de eerste tijd weinig heeft gepraktiseerd. Als ik eerlijk ben: voor mij is ook het krachtig aanzeggen van (woorden van) het Evangelie een vorm van duiveluitdrijven. En de prediking in de samenkomsten van de gemeente. Daardoor komen mensen door de Heilige Geest tot geloof in Jezus Christus en worden ze opgebouwd in dat geloof, waardoor de duivelen moeten wijken. En: dikwijls wordt vergeten dat er heel concrete duivelen zijn, zoals de alcoholduivel (ca. 400.000 mensen in ons land hebben een alcoholprobleem), de seksduivel (buiten en in het huwelijk), de geld- en bezitduivel (die is toch groot in onze tijd?), de secularisatie-duivel, enz.
7. Ik denk dat we moeten zeggen dat ook de medische wetenschap een gave van God is. Dat zul jij natuurlijk niet ontkennen. Die medische wetenschap was er in de Bijbeltijd niet. Ook Lukas, al was hij arts, bezat niet de kennis die de medische wetenschap nu heeft. De gaven van gezondmaking waren in de Bijbeltijd daarom meer nodig dan in onze tijd. Wat heeft de Heere zegen gegeven op allerlei ontdekkingen in de medische wetenschap! Ben je minder gelovig als je een dokter roept als je ziek bent? Is het minder spectaculair als je door een operatie of medicijnen genezen wordt? Is dat ook niet van de Heere en moeten we Hem daar ook niet voor danken? Ziekenhuizen zijn bijvoorbeeld m.i. niet in tegenspraak met wat Jezus in Markus 16 zegt. Daarom ga ik als ik ziek ben in de eerste plaats naar een dokter en als ik geopereerd moet worden ga ik naar een ziekenhuis. Dat doe ik biddend. En als ik genezen ben vergeet ik niet te danken. Ik voel me dan niet in tegenspraak met de woorden van Jezus of met de gaven der gezondmaking. De gaven der gezondmaking heeft God in onze tijd heel bijzonder in de handen van de medische wetenschap gelegd. Het is alleen te wensen dat artsen dat zelf ook zo zien en hun werk doen in afhankelijkheid van God.
Nu, ik heb je wat gedachten gegeven waarmee je hopelijk wat kunt. De duivel probeert zeker, zoals jij schrijft, mensen te doen geloven dat zij niet genezen kunnen worden. Maar de duivel wil er vast ook niet van weten dat de Heere tegen iemand kan zeggen: "Kom joh, naar Huis, het is misschien jouw tijd nog niet, maar het is wel Mijn tijd". Of de Heere kan iemand beproeven, louteren. De duivel wil maar al te graag dat Hij dat niet doet. Maar ziekbedden zijn soms ook voor mensen van grote zegen geweest. Zegen bij de overdenking van wat ik schreef. Goede Kerstdagen. Kerstfeest, Christusfeest. We zien op Hem, Die Heiland van zondaren is. En het Licht der wereld.
Ds. H. Veldhuizen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Veldhuizen
- Geboortedatum:02-01-1938
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wapenveld
- Status:Inactief