Kennis van Christus en verzoend met drieënig God
Ds. C. Harinck | Geen reacties | 10-10-2019| 13:31
Vraag
Aan ds. C. Harinck. Hartelijk dank voor uw antwoord op de door mij gestelde vraag 'Uitlegkunde of inlegkunde in preek'. Zou u ook nog een antwoord willen geven op het tweede deel van mijn vraag wat wellicht minder prominent naar voren kwam, maar wat voor mij persoonlijk wel belangrijk is? Het gaat om het deel van mijn vraag wat betrekking had op het verschil tussen kennis van Christus en het verzoend zijn met een drieënig God:
"Het tweede punt waar ik een vraag over heb is datgene wat de dominee zei over standen in het genadeleven. Hij behandelde expliciet het verschil tussen kennis van Christus en het verzoend zijn met een drieënig God. Ook wel genoemd: “teruggeleid naar het Vaderhart.” Dit is een nadere weldaad t.o.v. de kennis van Christus. Hij had een vrouw in zijn gemeente ontmoet die veel van Christus had geleerd. Toch had zij nog een “levendig vadergemis”. Dit vond de predikant “gezonde taal”.
Mijn vraag is: de “nadere weldaad” omtrent de verzoening met een drieënig God, waar is dit te vinden in de Schrift en in hoeverre is dit in lijn met de Schrift en de oudvaders? Deze theologie lijkt in de eerste plaats namelijk strijdig met de Schrift, zie bijvoorbeeld Johannes 14:10 en zo zijn er nog wel meer Schriftplaatsen te noemen. Anderzijds, wil ik ook in een bepaalde mate recht doen aan de ervaringen van Gods kinderen door de tijden heen, maar dan wel binnen het kader van de Schrift. Ik weet alleen niet hoe ik op een Schriftuurlijke wijze tot dit evenwicht kom."
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Wanneer het gaat om de verzoening met God, leert het Oude Testament ons dat dit niet zonder bloed tot stand komt. Het bloed van een onschuldig lam, vergoten in de plaats van de schuldige offeraar, en een geit op de Grote Verzoendag, verzoende of bedekte de schuld van de zonde voor Gods heilig aangezicht. De Hebreeënbrief leert dat dit in het Nieuwe Testament niet anders is. Hebr. 9:22: “Want zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving.” Het bloed van Jezus Christus heeft de zondeschuld verzoend. We weten wie er verzoend moest worden, namelijk God tegen Wie wij gezondigd hebben. En we weten ook wat er verzoend moest worden: de zonde.
Deze twee zaken spelen ook een belangrijke rol in de beleving van het geloof. Er is bekommering over de zonde en er is verzoening in Christus. Waar het in uw vraag om gaat is: met wie worden wij verzoend? Het antwoord is: met God. En God is Drieënig.
Toch zegt de Bijbel steeds: met God. En zo beleeft de zondaar het ook. Er is tegen God gezondigd en met God moet ik verzoend worden. In de beleving daarvan en de kennis daarvan leert de gelovige zien en ervaren dat God Drieënig is. De eerste beleving is: ik heb tegen God gezondigd.
Wanneer de zondaar Christus leert kennen en het plan van zaligheid leert verstaan, begint hij of zij te verstaan dat de Vader Hem in de wereld heeft gezonden. Er komt kennis van God de Vader. We mogen alles niet in bepaalde stappen indelen, maar kennis dat God Drieënig is valt samen met de kennis van Jezus de Verlosser. In Christus openbaart Zich de God van onze zaligheid, de Drieënige God. .
Dat is niet vreemd, want de Drieëenheid heeft te maken met onze verlossing. Er komt dan zicht op de liefde van de Vader om Zijn Zoon te geven tot verzoening voor onze zonden. Om dit heil te omhelzen is het geloof nodig en dat komt van de Heilige Geest. En om in alle twijfelingen daarvan verzekerd te worden is het getuigenis van de Heilige Geest nodig. Wanneer we dit alle twijfel overwinnende getuigenis van de Heilige Geest door het Woord ontvangen, leren we verstaan dat er niet alleen een Vader is Die de Zoon heeft gezonden en een Zoon Die zich gegeven heeft tot een verzoening voor onze zonden, maar ook de Heilige Geest die mij dit deelachtig maakt en er van verzekerd.
Er wordt dikwijls anders over gesproken. Men verbindt het met een bijzondere Pinkstervaring en praat elkander na. Maar laat één ding duidelijk zijn, dat de Schrift, de kerkvaders, de mannen van Reformatie en Nadere reformatie en de Nederlandse Geloofsbelijdenis artikel 9 leren dat men God niet onmiddellijk kennen kan (dat is voor de hemel bewaard), maar dat wij God kennen uit Zijn werken. En niet alleen uit de natuur, maar vooral uit Zijn werken tot zaligheid van zondaren, dus in Zijn verlossingswerken. De kennis van die God brengt met Zich mee dat wij Zijn werkingen, Zijn troost in het hart ervaren en daardoor op een bevindelijke wijze weten wat God drieënig is. De NGB wijst dan op werkingen van de Drieënige God die wij in ons hart gevoelen. Dat is de aanbiddelijke en het hart met verwondering vervullende kennis van de liefde van de Vader, de Zoon de Heilige Geest. Deze gezegende kennis maakt dat we niet weten wie het meest moeten liefhebben, de Vader, de Zoon of de Heilige Geest. De gelovige mag dan de oplossing vinden in: Deze drie zijn één.
Dat is een gezegende Godskennis. Hoofdzaak is: verzoening met een Drieënig God is gevolg van kennis van God in Zijn verlossingswerk en een bevindelijke kennis van de liefde van de Vader, de Zoon en de Heillige Geest. Maar nooit een onmiddellijke kennis waar die zogenaamde bijzondere weldaad wel aanspraak op maakt. Dat laatste is een ernstige dwaling. Wij kunnen God nu niet onmiddellijk kennen.
Ik hoop hier in het kort iets duidelijk te hebben gemaakt.
Ds. C. Harinck
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Harinck
- Geboortedatum:09-04-1933
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Bekijk ook: