Herstelden bij Gereformeerde Gemeenten
Ds. L.W.Ch. Ruijgrok | Geen reacties | 04-07-2004| 00:00
Vraag
Ik heb een vraag aan zowel een dominee van de Gereformeerde Gemeenten als aan een dominee van de Nederlandse Hervormde Kerk in hersteld verband. Ik kan het gemist hebben, maar ik heb geen signaal gehoord of gelezen van de Gereformeerde Gemeenten richting de 'bezwaarden' in de trant van “jullie zijn welkom bij ons”. Ik weet dat de verschillen (als die er al zijn) tussen beide kerkverbanden erg klein zijn en dus had ik zo'n stap eigenlijk al lang verwacht! Daarom mijn vraag aan een Ger. Gem.-dominee: Hoe komt het dat de bezwaarde broeders niet met open armen zijn ontvangen?
En aan een hervormde dominee: Waarom hebt u er niet voor gekozen zich aan te sluiten bij een reeds bestaand kerkverband?
Antwoord
1. De Nederlandse Hervormde Gemeenten (in hersteld verband) zijn er diep van overtuigd dat God Zijn Kerk hier in ons land heeft geplant. Haar in de dagen van de Reformatie heeft gereformeerd, haar heeft samengebonden rond de Schrift, zoals verstaan in de gereformeerde confessie en haar de eeuwen door bij dat fundament heeft bewaard.
2. Waarom kunnen zij niet mee in de PKN? Ten diepste omdat zij niet kunnen instemmen met het geloof dat deze kerk officieel belijdt. In de PKN gaat het om een nieuwe kerk met een nieuw belijden en een nieuwe regelgeving. Het is geen gereformeerde maar een plurale kerk. Tot haar officiële belijden behoren leringen die haaks staan op de Schrift en die in de gereformeerde belijdenis als dwalingen worden verworpen. Bovendien behoren tot haar officiële regelgeving eveneens pertinente dwalingen. Denk alleen maar aan de mogelijkheid die geboden wordt tot het zegenen van 'andere levensverbintenissen dan het huwelijk'.
3. De Nederlandse Hervormde Gemeenten (in hersteld verband) kunnen in de PKN dan ook onmogelijk de geestelijke voortzetting zien van de NHK. Integendeel, zij zien het als een aanslag van de boze op Gods planting. Dwalingen in leer en leven gaan nu behoren tot de wettige leer en de wettige praktijk van de kerk. De bezwaarde gemeenten en delen van gemeenten kunnen daarin niet mee. Zij begeren in alle gebrek en tekort trouw te blijven aan het pand dat hun door de HEERE is toebetrouwd. Daarom blijven ze staan waar ze staan, zeggen ze 'nee' tegen de PKN en begeren ze elkaar vast te houden op het fundament van Schrift en belijdenis en op grond van de kerkorde waaraan ze voorheen ook gebonden waren. Ook al weten ze dat die ook verre van volmaakt is en in het licht van de Schrift nadrukkelijk herordening behoeft.
4. Door hen die meegaan met de PKN wordt hun voortdurend 'afscheiding' verweten. Dit verwijt verwerpen de Nederlandse Hervormde Gemeenten (in hersteld verband). Ze scheiden zich niet welbewust af maar begeren alleen trouw te blijven aan het fundament zoals dat door de HEERE God ten grondslag is gelegd aan Zijn Kerk in de Nederlanden en zo ook trouw te blijven aan het ja-woord dat ze eenmaal voor Gods aangezicht hebben gegeven. Dat brengt hen echter wel in een isolement en in een aangevochten positie. En toch zeggen ze: hier staan we, hier begeren we te blijven staan, we kunnen en durven niet anders. We zijn een 'afgehouwen tronk' gelijk maar moge daar iets goeds uit voortkomen voor de HEERE.
5. Ik ben er voorts van overtuigd dat in de volle breedte van de Nederlandse Hervormde Gemeenten (in hersteld verband) er een hartelijk uitzien en verlangen is om samen met allen die zich van Godswege geroepen weten om kerkelijk op hetzelfde fundament te staan ook werkelijk één te zijn. Het woord 'afscheiding' is in de kerkelijke strijd rond Samen op Weg bijna opnieuw als een scheldwoord gaan fungeren. Nochtans, als hervormden kunnen we niet anders dan schuld belijden over dat wat onze kerk in de 19de eeuw de afgescheidenen heeft aangedaan. Vanwege vele dwalingen in de kerk kwam het tot afscheiding. Waren die dwalingen er niet geweest, het zou niet tot afscheiding zijn gekomen. Hier past ons ook als 'hersteld-hervormden' dus alleen maar diepe ootmoed.
6. Het is onze bede dat God door een wonderlijk werk van Zijn Geest Zijn Kerk in ons land zal herstellen, kerkelijke muren zal slechten en ons als gereformeerde belijders nu nog verdeeld over meerdere kerken kerkelijk weer zal samenbrengen in 'enigheid van het ware geloof'. Er is een oudere generatie geweest die dat de HEERE ootmoedig heeft gebeden en daar hartelijk naar heeft uitgezien. Moge dat gebed en dat uitzien er ook bij jullie als jongeren zijn.
Ds. L. W. Ch. Ruijgrok
Antwoord 2: Ik ga er vanuit dat ik slechts gevraagd ben dat gedeelte van de vraag te beantwoorden dat betrekking heeft op de Gereformeerde Gemeenten. Volgens De Acte van Afscheiding en Wederkeer, die destijds door de afgescheidenen is opgesteld, scheiden de afgescheiden kerken zich af van het Hervormd Genootschap. Zo noemden zij de Hervormde Kerk in verband met de verandering die in de kerk gekomen was door de reglementen van koning Willem III, waardoor de Hervormde Kerk in de ogen van de afgescheidenen meer op een genootschap dan op een kerk leek. Dit Genootschap was voor hen niet de oorspronkelijke Hervormde Kerk. Indien de Heere echter de oude Hervormde Kerk met de gereformeerde Belijdenis zou herstellen, waarnaar zij uitzagen, zouden zij tot die kerk wederkeren. Tot die tijd woonden zij in een 'noodgebouw' en betreurden zij de breuk met de Vaderlandse kerk.
Er waren vromen, die deze breuk diep doorleefd hadden en voor God daarover in de schuld waren gekomen. Deze vromen werden aangeduid met mensen 'die in de breuk hadden gestaan'. Het leert ons dat er dus waarlijk een uitzien was naar herstel van de Hervormde kerk. Wanneer dit oude beginsel gehandhaafd blijft, zullen de afgescheiden kerken dus naar de Hervormde Kerk moeten terugkeren indien dit werkelijk weer een kerk wordt met een Gereformeerde belijdenis en Dordtse Kerkorde.
Nu leven we ongeveer 180 jaar later. De noodgebouwen zijn kerkgenootschappen met prachtige kerkgebouwen geworden. De afgescheidenen staan niet meer 'in de breuk' zoals toen. Toch zou dit wel zo moeten zijn. Indien de broeders die de Hervormde kerk voortzetten werkelijk een Hervormde Kerk worden zoals de gereformeerde belijdenis daarover spreekt, zouden wij als afgescheidenen naar de Hervormde Kerk terug moeten.
De praktijk is echter heel wat weerbarstiger dan de theorie. Je moet alleen maar eens denken aan het toelatingsbeleid tot het predikantschap in de Gereformeerde Gemeenten en de wijze waarop dit in de Hervormde Kerk vanouds plaats vond. Zo zouden er nog wel enkele problemen op te noemen zijn. Het geestelijk klimaat verschilt ook. Maar de roeping ligt er. Er zou toch zeker gesprek moeten komen. Of dit er komt betwijfel ik. Een scheur in de kerk maken gaat gemakkelijk. Dat kunnen mensen doen. Een scheur helen is Gods werk. Maar wat onmogelijk is bij de mensen is mogelijk bij God. Laten we daarom bidden.
Ds. C. Harinck
Dit artikel is beantwoord door
Ds. L.W.Ch. Ruijgrok
- Geboortedatum:16-12-1955
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Waarder/Driebruggen
- Status:Inactief