Met een wicca naar Anglicaanse dienst
Ds. H. Veldhuizen | Geen reacties | 09-06-2003| 00:00
Vraag
Ik ga om met mensen uit reformatorische kring, evangelischen, vergadering-der-gelovigen, bruderverein, RK, atheïsten, wicca's (heksen), moslims, etc. Ik was eens met een wicca naar een Anglicaanse dienst. Ze kreeg een aanval (bezetenheid?). Is dat niet een teken dat God daar aanwezig was en dat de satan haar niet wilde loslaten? Ik bedoel: hoe ga ik om met de houding van verschillende christelijke mensen uit mijn omgeving naar elkaar? Moeten we echt zo'n 'statement' maken, i.p.v. elkaar hartelijk liefhebben?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vriend, vriendin..,
Vind je het goed dat ik begin met je laatste vraag: moeten we als christenen echt zo'n statement maken i.p.v. elkaar hartelijk liefhebben? De wijze waarop je die vraag stelt doet me denken dat je die vraag voor jezelf beantwoordt met "ja". Dat ben ik dan met je eens. Liefde is de eerste vrucht van de Heilige Geest lees ik in Gal.5:22. En Jezus vertelt de gelijkenis van de Wijnstok en de ranken met als spits de liefde: "Dit is Mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt, gelijk Ik u liefgehad heb" (Johannes 15:12). Let er maar op hoe vaak het woord liefde in met name het Nieuwe Testament voorkomt.
Daar is overigens wel eens grens aan. Niet aan de liefde, maar aan de eerlijkheid tegenover elkaar. Het kan namelijk zijn dat christelijke mensen grondig met elkaar verschillen, zelfs zo dat heel wezenlijke waarden van het christelijk geloof in het geding zijn. Soms is 'christelijk' namelijk zo rekbaar als elastiek. Dan moet er ook wel de liefde zijn, maar liefde kan tegelijk scherp en waarschuwend zijn. Zo lees ik dat van Paulus bijvoorbeeld. Hij schrijft in 1 Korinthe 13 een heel 'lied' over de liefde (Het zgn "Lied der liefde"), terwijl hij in dezelfde brief tegen de Korinthiers zegt, nota bene in zijn groeten: "Indien iemand de Heere Jezus Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking" (1 Korinthe 16:22). Je zult dat ook wel met me eens zijn, maar ik schrijf dat omdat ik niet kan overzien wat je precies met je vraag bedoelt.
Je tweede vraag is moeilijker. Je gaat om met allerlei soort mensen. Akkoord! Ik doe dat ook, zij het dat ik met een wicca nooit direct in contact kwam. Merkwaardig overigens: de moderne mens gelooft weer in heksen. Met name in Engeland en de Ver. Staten komt dat voor. Maar evenzeer in ons land en bijv. Duitsland. Terecht zeg je dat dat van de satan is. Wij geloven niet in heksen, maar in God en Zijn Zoon Jezus Christus. En in de Heilige Geest die alle (anti)geesten, die er ook in onze tijd zijn, ver te boven gaat.
Of de aanval (bezetenheid?) die de wicca kreeg een teken was van Gods aanwezigheid in de Anglicaanse kerkdienst en dat de satan haar niet wilde loslaten kan ik niet beoordelen. Je denkt misschien aan de geschiedenis van de bezetene van Gadara (Markus 5) en dat is heel goed mogelijk. Maar er kunnen ook psychische factoren in het spel zijn. In hoeverre is de wicca een labiel iemand, die ervaarde dat de sfeer in de kerkdienst heel anders was dan de sfeer waarin ze zelf (dikwijls) vertoeft en kreeg ze een aanval? Heeft ze meer zulke aanvallen? Is er sprake van gespletenheid?, enz. Ik kan dat niet beoordelen.
Weet je wat ik veel belangrijker vind? Dat je zelf tegenover haar durft en probeert te getuigen van het levend geloof in Jezus Christus. Zou ze dan ook een aanval krijgen? Of boos worden, gaan schreeuwen? Of, als je het in liefde (daar heb je het woord weer!) doet en tegelijk heel beslist, zou ze er misschien over gaan nadenken dat er andere en hogere waarden zijn dan hekserij? Zou ze belangstelling krijgen voor de Heere Jezus? Zo gingen de apostelen om met de mensen en machten in hun tijd. Dat wekte enerzijds vijandschap, anderzijds geloof. Wat zou het geweldig zijn dat zo'n wicca zou komen tot het geloof in de Heere Jezus en de hekserij ver achter zich zou laten. Zulke getuigenissen hebben we in onze tijd steeds meer nodig. Misschien wil je zelf zo'n getuigende christin (christen) zijn. Mijn zegen daarbij heb je. En ik denk: Gods zegen ook.
Ds. H. Veldhuizen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Veldhuizen
- Geboortedatum:02-01-1938
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wapenveld
- Status:Inactief