Verslaving refojongeren
De Hoop ggz | Geen reacties | 15-08-2019| 13:48
Vraag
Eén op de vijf refojongeren blijkt verslaafd te zijn aan alcohol of porno. Hoe komt dat en wat kunnen we daar aan doen?
Antwoord
Eerst over het eerste deel van de vraag. Dat een op de vijf refojongeren verslaafd zou zijn aan alcohol of porno, is niet precies wat uit het recente onderzoek van het Kennisinstituut christelijke ggz (KICG) “Ook onder ons. Een onderzoek naar verslaving in de gereformeerde gezindte” naar voren komt. Uit dat onderzoek onder 2500 respondenten blijkt dat bij ongeveer 1 op de 5 gezinnen binnen de reformatorische gezindte iemand kampt met verslavingsproblemen. Daarbij kan het dus gaan om de man, de vrouw of een kind. Bij mannen is het percentage wel hoger dan bij vrouwen.
Ernstig verslaafd gedrag is volgens de onderzoekers als iemand twintig sigaretten per dag rookt, of zes glazen (man) of vier glazen (vrouw) alcohol per dag drinkt. Het aantal rokers in reformatorische kring bedraagt 14 procent, het landelijke gemiddelde ligt op 23 procent. Het aantal ‘zware drinkers’ onder refo-vrouwen is 3 procent (landelijk 7) en onder refo-mannen 7 procent (landelijk 12). Het gebruik van softdrugs ligt in reformatorische kring lager dan in de rest van de bevolking (2 procent tegenover 7 procent). Er blijkt volgens de onderzoekers samenhang te zijn tussen veel roken, zwaar drinken en het gebruik van drugs.
Even inzoomend op alcoholgebruik: uit het onderzoek blijkt dat jongens hoger scoren dan volwassen mannen: waar bij de volwassen mannen 7 procent tot de zware drinkers wordt gerekend, is dit bij jongens 13 procent. Dus daar ligt zeker een probleem. Bij roken en het bekijken van pornografisch materiaal worden er getalsmatig geen verschillen gevonden tussen jongeren (18-) en volwassenen (18+).
Als je deze cijfers vergelijkt met landelijke cijfers, ligt het aantal verslaafden aan alcohol, drugs, games of pornografie in de gereformeerde gezindte weliswaar onder het landelijk gemiddelde, maar nog altijd 18 procent van de reformatorische huishoudens blijkt dus iemand met een verslavingsprobleem te hebben. En bij een aanzienlijk deel van die mensen is er bovendien vaak sprake van ernstige psychiatrische problematiek. Kortom, verslavingsproblematiek (en psychiatrische problematiek) gaat de gereformeerde gezindte zeker niet voorbij.
Dan het tweede deel van de vraag: hoe komt dat en wat kunnen we daar aan doen? Die vraag is niet eventjes in het kort te beantwoorden. Bij het ontstaan van verslavingsproblematiek is er vrijwel altijd sprake van een scala aan factoren: factoren die te maken hebben met de persoon, factoren die te maken hebben met het middel en factoren die te maken hebben met de omgeving van de persoon. Bij elke persoon die verslaafd raakt, is de achtergrond ervoor verschillend. Dat laat onverlet dat er wel vaak bepaalde algemene patronen zichtbaar zijn. In de verslavingsliteratuur worden risicofactoren en beschermende factoren genoemd: het gaat om factoren die de kans op het ontwikkelen van verslaving vergroten, respectievelijk verkleinen.
In het recente boek “Van leegte naar liefde. Over de macht van verslaving en de weg naar herstel” (Boekencentrum 2019), staat een bijdrage van mijn kant hierover. Individuele risicofactoren zijn bijvoorbeeld een genetische kwetsbaarheid voor psychiatrische of verslavingsproblemen, lage eigenwaarde, hechtingsproblemen en moeite met het omgaan met groepsdruk. Bij gezinsomstandigheden kan middelengebruik in het gezin een risicofactor vormen, of moeizame gezinsrelaties. Een permissieve maatschappij (een maatschappij die veel toestaat) is soms ook niet helpend. En zo is er nog veel meer te noemen. Daartegenover zijn er factoren die de kans op verslaving verkleinen. Opgroeien in een warm gezin met gezonde relaties, in een veilige omgeving opgroeien, geloof, kerkgang en een positief Godsbeeld, het zijn voorbeelden van beschermende factoren. En ook hier zou er nog veel meer te noemen zijn.
Het ontstaan van verslaving heeft uiteindelijk ook te maken met keuzen die personen in specifieke omstandigheden maken: wel of niet de eerste sigaret aanpakken, wel of niet meedoen met (overmatig) alcohol drinken, wel of niet toegeven aan groepsdruk waardoor je over je eigen grenzen heengaat. Belangrijk is dat we ons voor elkaar verantwoordelijk weten en elkaar helpen om in ons leven gezonde keuzes te blijven maken.
Voor degenen die de cijfers uit het onderzoek nog wat preciezer willen nalezen.
Hartelijke groet,
Frans Koopmans