Vragen voor occultismekenner en Oudtestamenticus
prof. dr. M.J. Paul | 1 reactie | 28-06-2019| 15:28
Vraag
Beste dominee M. J. Paul. Hartelijk bedankt dat u een tegengeluid laten horen in de schepping/evolutie-discussie in het RD en met uw boek! Fijn dat de Heere u dit geeft om dit te kunnen doen. Ik ben ook heel dankbaar dat u via Refoweb vragen wilt beantwoorden, want ik heb veel geleerd van uw antwoorden op vragen van anderen die op Refoweb staan. Ik weet dat u het druk hebt, dus u moet mijn vragen maar summier beantwoorden.
U bent occultismekenner en ook Oudtestamenticus. En ik heb een vraag die beide vlakken raakt. Ik ben bezig in het boek Kronieken. Het is mooi. Maar wat ik niet begrijp is dit: waarom was het zo aantrekkelijk voor de koningen van Juda om telkens toch weer op de hoogten afgodenaltaars te gaan maken? Dit terwijl ze soms van hun opa, die ook koning was, wisten dat God dat straft. Ze wisten ook dat het zoeken van de Heere met een volkomen hart beloond werd. Was het zo aantrekkelijk omdat als je afgoden diende, dat er net als nu in de occulte wereld, vaak direct een soort ‘geestelijke’ reactie was? Terwijl dat in die tijd alleen profeten God konden ‘waarnemen’? Bijvoorbeeld: David bad tot God, maar God antwoordt via een profeet.
Vraag 2. Er is telkens een predikantenconferentie in Nederland. U weet veel over bevrijdingspastoraat. Waarom vraagt u niet of u daar eens een lezing kunt houden, zodat in de kerken er onder dominees in de refowereld ook daar meer kennis van is?
Vraag 3. In de HSV, waaraan u mee heeft gewerkt, staat er in mijn ESV-Engelse vertaling voor “Gods Goedertierenheid” in het Oude Testament, heel vaak “Gods steadfast love.” Zou onwankelbare liefde niet meer aansluiten bij onze taalbelevenis en dus een nauwkeuriger vertaling zijn? Goedertierenheid is voor mijn gevoel ongeveer hetzelfde als Gods goedheid.
Vraag 4. De Bijbel zegt dat de duivel in zo’n mate macht heeft dat hij het gestrooide Woord uit iemands hart kan weghalen, zegt de Heere Jezus. In het Nieuwe Testament staat ook dat “de god dezer eeuw” de zinnen verblind heeft, zodat de stralen van het Evangelie niet het hart kunnen raken. Ik denk dat daar dan de duivel mee te maken heeft. Moet je dan ook daar actief tegen bidden? Dat de boze gebonden wordt als je bidt voor iemands bekering? Bijvoorbeeld als het gaat om iemand in onze kring die denkt dat hij niet zomaar tot Christus mag komen, omdat dit zo geleerd wordt. Je hebt namelijk ook leringen van demonen, zegt de Bijbel.
Vraag 5. Ik geloof dat dr. Lloyd Jones ongeveer dit zegt: “Als ik iemand op het pastoraat heb en in enkele gevallen de mogelijkheid acht dat iemand echt van boze bezeten is, dan vraag ik of hij deze waarheid kan uitspreken: ‘Jezus Christus, is in het vlees gekomen, hij is gestorven opgestaan en in Zijn bloed is kracht tot vergeving van zonden.’ Mensen die voor hulp komen, die dan echt bezeten zijn, kunnen deze waarheid, al proberen ze het, gewoon niet over hun lippen krijgen. Het is dus een geestelijke waarheid van veel betekenis.” Nu ben ik er achter gekomen dat dit niet alleen in de occulte wereld een belangrijke waarheid is, maar ik denk wel dé belangrijkste waarheid in het NT. Overal in het NT staat namelijk dat als je gelooft -in de zin dat je die waarheid erkent dat bijvoorbeeld Jezus de Zoon van God is of dat je waarheid erkent dat Zijn bloed reinigt van de zonden (Rom 3). Je wordt zelfs op twee plaatsen in het NT zalig verklaard als je gelooft dat Jezus door God gezonden is. Tot slot zegt Paulus dat de mensen niet bedroefd moeten zijn over degenen die ontslapen zijn, namelijk hen die geloven dat Jezus uit de dood is opgestaan. Je leest nooit dat je zalig wordt doordat je moet geloven dat het ook voor jou is, maar dat als je gelooft dat Jezus de Christus is, dat dit dan impliceert dat het voor jou is. En vervolgens kun je uit die waarheid leven! Klopt deze gedachtegang? En zou het geen sleutel zijn voor reformatorische christenen die hiermee worstelen? Om daar mee te beginnen en uit die waarheid te gaan leven in plaats van eerst een bovennatuurlijke bevestiging te willen om vast te kunnen stellen dat ze gered zijn?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Fijn om te lezen dat de beantwoording van de vragen leerzaam is. Ik probeer de vijf vragen kort te beantwoorden. Als er per keer één vraag gesteld wordt, kan ik uitgebreider reageren.
Vraag 1 over de aantrekkelijkheid van afgoderij. Het is waar dat vooral Koningen een samenhang laat zien tussen gedrag en (positieve of negatieve) vergelding. Toch zijn er soms tientallen jaren waarin weinig gebeurt, zoals bij koning Jerobeam II. In een terugblik kunnen de samenhangen beter gezien worden dan in de eigen tijd. Denk ook aan het boek Prediker met de pijn dat er zoveel niet goed gaat in deze wereld. Vergeet ook niet de druk van de raadslieden in het paleis. De koning was machtig, maar ook afhankelijk van zijn dienaren. Het is waarschijnlijk om die reden dat de reformatie van koning Josia (2 Kon. 22-23) weinig doorgewerkt heeft. De afgoderij had tal van aantrekkelijke kanten, o.a. de zichtbaarheid van de goden. In combinatie met de andere vragen: vergeet niet de invloed van de boze machten, die het hart aftrekken van God.
Vraag 2 over conferenties. Ik heb al vele tientallen lezingen over occultisme en bevrijding gehouden, in allerlei verbanden. Het staat ieder vrij aanbevelingen te doen bij de organisatoren van conferenties, maar het is niet gebruikelijk dat sprekers zichzelf aanbieden. Zeker bij dit onderwerp is het beter om aan te sluiten bij praktijksituaties en gevoelde nood.
Vraag 3 over goedertierenheid. Dit is in ons taalgebruik een verouderd woord. Het Hebreeuwse woord chesed betekent zoveel als: het tonen van goedheid op basis van een relatie of eerdere toezegging. God kan goedheid betonen op grond van eerdere beloften. Dan is de bede “Red mij naar Uw goedertierenheid” niet alleen “Red mij op grond van Uw goedheid”, maar ook “op basis van Uw toezeggingen (verbond).” Daarom staat het woord vaak parallel met “trouw”. De vertaling met “onwankelbare liefde” is in sommige opzichten helder, maar drukt de relatie nog niet voldoende uit. Het liefste zou ik het begrip weergeven met “goedheid op basis van de eerdere relatie” of “goedheid op basis van trouw.” Overigens: ik heb in een vertaalteam meegedaan met de hertaling van enige Bijbelboeken, maar het bestuur van de HSV heeft de eindbeslissingen genomen.
Vraag 4 over bidden tegen de boze machten. Inderdaad is het goed God te vragen dat de macht van de boze ingeperkt wordt, ook in concrete situaties. Zie ook de berijmde Tien Geboden: “Verlos ons uit des bozen macht; Bescherm en sterk ons door Uw kracht; Wij zijn toch zwak, zijn [= van de satan; dus niet met hoofdletter, zoals in diverse berijmingen] sterkt’ is groot.” Gelukkig is God toch machtiger!
Vraag 5 over Lloyd-Jones. Inderdaad heeft hij dit ongeveer zo gezegd. Zie hoofdstuk 8 over protestantse ervaringen in mijn boekje “Occulte machten en bevrijding.” Het is waar dat het belijden van bepaalde zaken essentieel is, maar het NT maakt ook duidelijk dat mensen slechts met de mond iets kunnen spreken. In een situatie van ernstige occulte belasting ligt dat anders. De uitwerking in ons leven blijft van belang. De houding om niet geloven totdat er een bovennatuurlijke bevestiging komt, is ronduit verkeerd. God vraagt geloof van ons en dat betekent een overgave van ons leven (capitulatie), ongeacht onze ervaringen. Desnoods: “Ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp” [nl. om van de twijfel geloof te maken]. Die overgave berust op de nodiging in het Evangelie. Inderdaad is het uitspreken van een persoonlijke belijdenis belangrijk, maar dat impliceert ook overgave, geloof en gehoorzaamheid.
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Het boek Kronieken is een samenvatting van diverse zaken. De bron om alle afgodenplaatsen te vernietigen vinden wij terug in Deuteronomium 12. Deze marsorder kreeg Israël nog voor zij in het beloofde land gekomen waren. Onder Jozua is er behoorlijk wat opgeruimd en er bleven nog enkele splintergroeperingen over. Zij hadden voor Israël slechts een functie: het land onderhouden. Zou Israël die grond nodig hebben dan mochten zij die splintergroeperingen verdrijven uit hun landsgrenzen.
Afgoderij gaat zeer snel en is altijd geniepig. Handelskaravanen trokken door Israël heen en brachten hun koopwaar aan de man. Onder die snuisterijen zaten mini afgodsbeeldjes. In die kleine dingen zag men niets kwaads. Zij brachten geluk volgens de handelsreizigers. De bodemschatten in Israël zijn rijk aan amuletten die gewoon gedragen werden en een kleine verering kregen. Lekker onschuldig toch dat kleine spul. Israël wist op de duur niet beter of die amuletten brachten je werkelijk geluk. Daardoor weken zij af en verborg de Eeuwige zich van Zijn uitverkoren volk.
De leiders van Israël hadden onder Mosje en Jozua een goede training gekregen in bestuur en rechtspraak. En als alles voorspoedig gaat treedt ook een verslapping in. Er is gelukkig altijd een roepende minderheid geweest die zich wel aan de geboden hielden. Maar ook zij moesten lijden om de overtredingen van de massa. Blijkbaar was men niet kritisch genoeg en was de amulettenhandelaar zeer gewiekst in zijn verkooppraatje. En die vriendelijke oosterse koopman verzekert je dat hij de volgende keer wat duurdere amuletten bij zich heeft.
Zien wij dat ook niet terug in onze tijd waarin er al vrij snel wordt gezegd: ach jo, je moet het niet zover zoeken hoor. Eigenlijk stelt het niets voor en we aanbidden het niet. In het bedrijfsleven is het begrip opgeofferde waarde heel normaal. Wat zijn onze moderne amuletten? Als je maar niet aankomt met de nieuwste mobieltjes hoor. Die heb ik gewoon nodig om bereikbaar te blijven en anderen op de hoogte te stellen van alle nieuwtjes.
Terugkomend op de koningen van Juda en Israël. Ten tijde van de koningen David en Salomo was Israël een zeer gerespecteerd land. Vele volkeren waren zelfs schatplichtig en brachten jaarlijks grote rijkdommen naar het beloofde land. Je moest dit land echt zien ten tijde van Salomo waar de welvaart en rijkdom vanaf spatte. Salomo hield zich niet aan de wetten voor de koningen door slechts een vrouw te hebben. Zij grote harem bestond ook uit vreemde vrouwen met vreemde godsdiensten. Zij waren indirect de val van het machtige rijk. De zeer wijze Salomo vond het wel goed en die afgoden waren niet zover van zijn bed verwijderd.
De splitsing van het koninkrijk had desastreuze gevolgen en al snel kwam de afval. De eens zo goed geordende staat werd in het naburige koninkrijk in een generatie tenietgedaan. Men deed weer wat er geschreven staat in de Richteren: ieder voor zich. Dan stuurt de Eeuwige profeten die aankloppen bij de koninklijke huizen. Hun boodschap wordt voor kennisgeving aangenomen en menige profeet wordt gedood. In Deuteronomium lezen wij over de functie van de profeet en hoe die herkent moet worden.
Er is maar een Schepper van hemel en aarde die tevens ook de wettige Eigenaar is van het heelal. De mens is als een rentmeester aangesteld op deze aarde. De mens heeft ook een opdracht gekregen: vermenigvuldig u op deze aarde. Maar wat bedacht de mens erbij? Zij bedachten hun eigen afgoden die er nimmer geweest zijn en dienen die. Met die houding tergen zij de wettige Eigenaar van het heelal en beledigen zij Hem. Daarom wordt er via het Huis van Israël gewaarschuwd tegen afgoderij.
Zij die dus met alle goede bedoelingen en het niet beter weten met hun handel het Huis van Israël vergiftigen met hun afgoden. Kijk eens naar het spottende richting de afgoden door de profeten. Maar zelfs dit eenvoudige dringt bij velen niet door. Dan zien wij dat de Eeuwige Zich terugtrekt en Zijn gezicht verbergt voor Zijn volk.