Mensen die bidden geleerd hebben
Ds. R.H. Kieskamp | Geen reacties | 21-02-2019| 13:07
Vraag
In een preek wordt er weleens gezegd: “Mensen die bidden geleerd hebben.” Wat wordt hiermee bedoeld?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
In de vraag gaat het om bidden leren. Een belangrijke zaak voor ieder christen. In de christelijke opvoeding begint dat al vroeg, wanneer moeders en andere opvoeders kindergebedjes aanleren. Doch ook volwassenen hebben gebedsonderwijs nodig. Zelfs de discipelen van Christus vroegen Hem: “Leer ons bidden.” En toen leerde Jezus hen het “Onze Vader.”
Bij bidden gaat het ondertussen niet enkel om het aanleren van gebeden met ons verstand, doch ook met ons hart, dat wil zeggen door het werk en de leiding van de Heilige Geest. Hierbij is het vertrouwen op God dat Hij verhoren zal van wezenlijk belang. Wie niet in vertrouwen bidt doet God oneer aan. God belooft immers als een hemelseVader voor ons te willen zorgen. Daarom kunnen en mogen we Hem niet wantrouwen. Neen, verdienen doen we het niet. Daarom verwijzen we in ons bidden ook altijd naar Jezus die het voor ons verdiend heeft. We zeggen dan: “Om Jezus' wil. Amen.” En wat de verhoring van onze gebeden betreft, God geeft die op zijn tijd en wijze. Soms komt die verhoring er snel, vaak kan het lang duren. God stelt ons dan als het ware op de proef en wil bewerken dat we zullen volharden in het gebed. Het kan ook gebeuren dat God anders verhoort dan we ons hadden voorgesteld en dat het toch goed is.
We wezen reeds op het belang van de leiding van de Heilige Geest in ons bidden. En dat hangt weer samen met ons geloof in Christus. Kennen we Hem als Verlosser door het geloof en in de liefde? Hebben we met al onze schuld en heel de verlorenheid van ons leven leren schuilen bij zijn op Golgotha gestorte bloed? Hebben we werkelijk alles verloren en Jezus verkoren? Zijn we afgesneden van onze oude Adam en ingeplant in Christus? Dat is dan allemaal werk van de Heilige Geest door het woord van de Bijbel. Tegelijk betekent het dat de Heilige Geest steeds meer ruimte krijgt in ons leven. De Geest brengt ons tot steeds meer geloofsovergave aan en geloofsverbondenheid met Christus. Met het gevolg dat dit heel zegenrijk doorwerkt in ons gebedsleven. De Heilige Geest werkt steeds meer op ons gebedsleven in. Soms kan het zelfs gebeuren dat we heel zeker weten dat de Heilige Geest ons een bepaald gebed op het hart bindt.
En hiermee zijn we in de buurt gekomen van wat de vraagsteller aan de orde stelt. Met mensen die “bidden geleerd hebben” worden dus specifiek mensen bedoeld die vanuit het levend geloof in Christus door de Heilige Geest geleid, hun hart leren uitstorten voor God. Dat kunnen kinderen zijn die dit doen, maar ook jongeren in de pubertijd of ouderen. Leeftijd is hier niet bepalend, wel het geloof in Christus en het geleid worden door de Heilige Geest. Er is de verborgen omgang met God door het geloof en in de liefde. En in die verborgen omgang vindt het gebedsleven plaats. We bidden niet enkel met ons verstand, we bidden ook met ons hart. Of dat altijd even intens zuiver en krachtig is, dat is weer een ander verhaal. Gelovigen kennen ook bidden ‘tegen de klippen op’. Doch ook dat kan regelrecht vrucht van de Heilige Geest zijn. Ook dan behoren we tot hen die “bidden geleerd hebben.” En waarom zouden bidders die zoveel last hebben van hun biddeloosheid en zij die tobben met de vele gebreken in hun bidden en ondertussen toch oprecht tot God roepen en zuchten, er ook niet bijhoren? Ja dus.
Een heel eigen vraag is of het gewenst is om in een preek “mensen die bidden geleerd hebben” als zodanig aan te spreken en hen op te roepen tot gebed. Persoonlijk lijkt me dat niet zo gewenst. We maken dan onderscheid tussen gemeenteleden die blijkbaar dit bidden niet geleerd hebben en anderen die het wel mogen beoefenen. Met het gevolg dat er risico is dat de eersten moedeloos worden en de anderen op een fout voetstuk van geestelijke hoogmoed gezet worden. Dat betekent ondertussen niet dat het onderscheid tussen hen die “bidden geleerd hebben” en anderen die dat niet of in mindere mate kennen, niet in algemene zin benoemd mag worden, wanneer de tekst of het tekstgedeelte van de preek daar aanleiding voor geeft. Het betekent wel dat de gemeente niet in directe zin, in specifieke aanspraak, opgedeeld mag worden in hen die wat beter hebben leren bidden en anderen die dat missen. Dat lijkt me geen bijbelse papieren te hebben. De gemeente die naar de preek luistert is de verbondsgemeente, die we naar het oordeel der liefde voor oprechte gelovigen houden, tenzij hun levenswandel er mee in strijd is. Willen we tijdens het preken onderscheid aanbrengen in de gemeente -en dat is nodig, want er zijn tweeërlei kinderen van het verbond- dan moet het ons gaan om de kernzaak, namelijk of we door het geloof in Christus zijn, òf dat we nog steeds buiten Hem zijn en zonder Hem voortleven, met tegelijk de hartelijke oproep en de lieflijke nodiging om tot Christus te komen, door het buiten onszelf te zoeken in Hem alleen.
Het zou heel fijn dat er steeds meer mensen zijn die “bidden geleerd hebben en het ook steeds weer opnieuw leren”, doch laten we niet gaan classificeren in een kerkdienst, althans laten we daar uitermate terughoudend in zijn.
Ds. R. H. Kieskamp
Dit artikel is beantwoord door
Ds. R.H. Kieskamp
- Geboortedatum:11-11-1935
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Lienden
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Dominee Kieskamp is op 29 april 2021 overleden.