Gewogen en te licht bevonden
Ds. W. F. 't Hart | Geen reacties | 04-02-2019| 16:22
Vraag
Ik heb een vraag over geloofszekerheid. Er zijn al zoveel vragen daar over gesteld. Daar heb ik zeker wat aan gehad, bedankt! Ik heb enorm lang getwijfeld of ik God echt kende. Sinds een tijd mag ik dit geloven, maar soms twijfel ik nog. Pas wist ik het niet meer en had ik echt gebeden dat als ik mezelf bedroog, of God dat dan wilde laten zien. Vervolgens las ik in mijn dagboek Daniel 5:27: “Gewogen, gewogen en te licht bevonden.” Hiervan schrok ik zo, heb ik mezelf dan toch bedrogen? Aan de andere kant weet ik dat ik me niet gelijk van slag moet laten brengen, maar ik weet nu niet zo goed wat ik er mee moet. Wil God hiermee zeggen dat ik mezelf bedrogen heb?
Deze vraag werd ook besproken in het programma 'Pastorie online':
Antwoord
Het is inmiddels al enige tijd geleden dat je deze vraag gesteld hebt. In alle drukte van het winterwerk heeft het even geduurd voor ik je vraag uitgebreid van een antwoord kon voorzien.
Hartelijk dank voor je vraag. Daar zit een hele worsteling achter. Het is voor je gevoel een vervelende ervaring dat je zo twijfelt. Heb ik mezelf dan tóch bedrogen? Was het niet echt? Behoort het geloof niet tot het zaad dat vrucht droeg? Behoort het wellicht tot het zaad dat op de stenen, in steenachtige grond, of tussen het onkruid terecht is gekomen? En nu is het de vraag hoe we hiermee omgaan.
Het is heel verleidelijk om in onszelf te gaan wroeten en te gaan zoeken. We kunnen dan naar preken gaan luisteren waarin allerlei kenmerken van het ware geloof genoemd worden. En je gaat zitten turven: hier voldoe ik wel aan, maar wat is je teleurstelling groot wanneer je moet concluderen dat je op een of meerdere punten niet aan die kenmerken voldoet. Weet je hoe dat komt? Omdat je daardoor teruggeworpen wordt op jezelf. Bij zoiets is het gevaar groot dat de mens in het middelpunt komt te staan. Natuurlijk is het zo dat er vruchten zichtbaar zijn in een leven van geloof en bekering. Echter, ook daarin staat Jezus Christus centraal. Een lichtend voorbeeld zijn daarbij de discipelen. Als de Heere Jezus bekendmaakt dat een uit hen Hem zal verraden, klinkt het uit elf monden: “Ben ik het, Heere?” Zij zoeken hun antwoord bij de Heere. Bij Hem alleen is het antwoord te vinden. Op die manier staat Hij in het middelpunt.
Dan kom ik nu bij de eigenlijke beantwoording van je vraag. Ook jij hebt zo je vragen of de Heere je getrokken heeft of dat je jezelf bedrogen hebt. Dat heb je aan de Heere voorgelegd. En je hebt een antwoord gekregen. Een antwoord waar je zelf erg van geschrokken bent. Begrijpelijk als ik me in je probeer te verplaatsen. En je vult het direct in voor jezelf: ik heb dit gedeelte gelezen en nu ben ik gewogen en te licht bevonden.
Ik zou echter niet te snel wanhopen. Laten we eens kijken naar wie we zijn in onszelf. We denken dat we heel wat gewicht in de schaal kunnen leggen met ‘ons geloof’, met onze oprechtheid, met onze tranen en onze droefheid. Maar als de Heere ons gaat wegen op Zijn weegschaal dan is de boodschap altijd: gewogen, gewogen en te licht bevonden. Hoeveel zonden kleven er niet aan ons! Veel te veel om op te noemen. Alleen het volbrachte werk van de Heere Jezus Christus brengt gewicht in de schaal. Daar mogen en moeten we het van hebben. De vraag is: moet je het van Hem en van Hem alleen hebben? Dan bedrieg je jezelf niet, maar dan klem je je vast aan het reddende bloed van de Zaligmaker.
Het tweede waarom dit niet per definitie tot wanhoop hoeft te lijden, is tegen wie dit gezegd wordt. Deze woorden verschijnen op de muur juist wanneer koning Belsazar zijn grofste zonde laat zien. Hij viert feest ter meerdere eer en glorie van zijn afgoden en misbruikt daarvoor de heilige voorwerpen die geroofd zijn uit de tempel. Daarmee daagt hij de Heere uit. Daarom verschijnt die hand op de muur met deze indrukwekkende boodschap. Een zeer aangrijpende waarschuwing krijgt hij daarmee. Hoe reageert hij? Doet hij boete in zak en as? Helaas niet! Hij eert Daniël op grootse wijze en weigert zich van deze boodschap iets aan te trekken. Diezelfde nacht sterft hij. De vraag die op jou en mij afkomt, is: hoe reageren wij op deze boodschap? Brengt het me naar de Heere toe, zoals verwoord in de berijming van Psalm 139: Beproef me en zie of mijn gemoed iets kwaads, iets onbehoorlijks voedt. En doe mij toch met vaste schreden de weg ter zaligheid betreden. Of brengt het je verder bij de Heere vandaan? Als dat laatste het geval is, is geloof, bekering en belijdenis van zonde en ongeloof noodzakelijk. Daarin van harte de zegen van de Heere gewenst.
Tot slot, hier op aarde blijven we tobbende zondaars. Vandaar dat vaak gezegd wordt tegen mensen die net tot geloof gekomen zijn: welkom in de strijd! Die strijd duurt ons hele leven lang. In Efeze 6 staan alle wapens genoemd die nodig zijn in die strijd. Zoek daarnaar en strijd daarmee. Tegen de duivel, tegen de begeerten in je eigen hart en tegen de zonde die vanuit de wereld op je afkomt. En leer zo met een groot verlangen uitzien naar de dag van Jezus Christus.
Met een hartelijke groet,
Ds. W. F. ’t Hart
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. F. 't Hart
- Geboortedatum:16-08-1990
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Zwartebroek-Terschuur-Voorthuizen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: