De discipelen plukken aren
prof. dr. M.J. Paul | Geen reacties | 20-12-2018| 12:36
Vraag
Aan dr. M. J. Paul. In Deuteronomium 23:25 wordt in mijn Bijbel (SV) verwezen naar Mattheus 12:1 waar de discipelen aren plukken op de sabbatdag. Maar waaruit blijkt eigenlijk dat het in Deut. 23:25 specifiek over de Joodse sabbatdag gaat? En als dit wel het geval is hadden de Farizeeën ook helemaal geen gelijk in Mattheus 12:2. Kunt u hier iets over zeggen?
Antwoord
In Deuteronomium 23:25 staat: “Wanneer gij zult gaan in uws naasten staande koren, zo zult gij de aren met uw hand afplukken; maar de sikkel zult gij aan uws naaste staande koren niet bewegen” (SV). Het woordje “zult” geeft in het Nederlands een opdracht of een toekomende tijd aan. In dit vers gaat het echter over een voorrecht. Daarom vertaalt de HSV terecht: “Wanneer u... komt, mag u ... aren plukken.” Overigens geeft de SV zelf ook die verklaring in de kanttekening van vers 24. In de kanttekening staat ook een verwijzing naar het Nieuwe Testament: “Zie een exempel [= voorbeeld] in Christus’ apostelen, Matth. 12:1.”
In Deuteronomium 23 gaat het niet over de sabbat. Het betreft een algemene bepaling voor de armen in Israël en die bepaling geldt alle dagen van de week. Zie ook de andere onderwerpen in het verband in de hoofdstukken 23 en 24. In het Nieuwe Testament bestrijden de Farizeeën ook niet dat de discipelen aren mogen plukken en eten. Dit was geen diefstal en deze handeling werd toegestaan in de wet van Mozes.
Het probleem ligt in de opvatting van de sabbat. Volgens Exodus 20:10 is het verboden om ‘werk’ (Hebreeuws melacha) te doen op de sabbat. Maar wat houdt dat werk in? Dit valt indirect op te maken uit Exodus 16 (geen voedsel voor de gehele dag verzamelen); 23:12 (rusten i.p.v. werken) en 34:21 (ook rusten in de oogsttijd). Er valt veel voor te zeggen dat de dagelijkse werkzaamheden bedoeld zijn. Daar zijn de andere zes dagen voor, maar de zevende dag is een rustdag, toegewijd aan God.
In de loop van de geschiedenis is het in Jodendom steeds meer nadruk komen liggen op een strikte wetsinterpretatie en een overeenkomstige gehoorzaamheid. Volgens de Farizeeën was het plukken van aren een vorm van arbeid en dus verboden op de sabbat. Het ligt echter meer voor de hand dat het eten van een handje graankorrels uit aren niet verboden is in de Tien Geboden. Het verschil is dus de interpretatie van het woordje ‘werk’ in het verbod.
Jezus is het niet eens met de strikte interpretatie van de Farizeeën en antwoordt met een verwijzing naar David en de toonbroden. Hij maakt duidelijk dat het niet goed is alleen op de letter van de wet te letten en daar een strikte interpretatie aan te geven. Hij wijst op de bedoeling van de wet en op barmhartigheid (vs. 7).
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook: