Verstandelijke beperking en zwaar autisme
P.M.G.P. Bos | 1 reactie | 18-10-2018| 11:51
Vraag
Ik heb een broertje met een verstandelijke beperking en zwaar autisme. Hij kan spugen op z’n mouw, met stenen gooien tegen de auto en mij slaan als hij boos is. Als hij dat doet maakt hij geen contact. Hoort dat gedrag bij zijn zware autisme?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Dat kan zowel met zijn beperking als met zijn autisme te maken hebben.
P. M. G. P. Bos
Lees ook: 'Gedrag van autistisch zusje'
Dit artikel is beantwoord door
P.M.G.P. Bos
- Geboortedatum:06-05-1953
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Actief
42 artikelen
Bijzonderheden:
(Hoofd) Maatschappelijk Werk bij st. Schuilplaats (1983-2018)
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
1 reactie
Niagara
19-10-2018
/ 10:14
Heb je moeite met het gedrag van je broertje? Durf je deze vragen niet aan je ouders te stellen?
Het klopt dat de dingen die jij omschrijft bij veel mensen met een verstandelijke beperking en zwaar autisme voorkomen. Maar dat maakt het nog niet fijn voor jou om geslagen te worden als hij boos is.
Omdat hij die handicap heeft kun je het hem niet kwalijk nemen. Maar dat betekent niet dat jij het niet vervelend mag vinden. Als je er last van hebt, is het wel belangrijk dat je dat aangeeft bij je ouders. Jij bent even goed hun kind als dat hij dat is. Jij hebt evengoed een veilig thuis nodig als hij.
Je ouders hebben het vast druk met een gehandicapt kind. Daarom kun je denken dat jij je ouders maar niet lastig moet vallen met jouw gevoel en vragen.
Maar jij mag er ook zijn! Jij mag je ouders vertellen waar je last van hebt, je mag ze vragen stellen als je dingen niet snapt. Probeer het maar eens, vraag hen maar eens of je ze mag spreken omdat je wat vragen hebt.
Als je het een paar keer probeert en je merkt dat je ouders echt geen ruimte hebben voor jouw vragen, zoek dan een andere volwassene in je omgeving met wie je erover kan praten. Misschien een opa of oma, een leraar of lerares, iemand uit de kerk, iemand anders die je kent en vertrouwt, of bijvoorbeeld de vertrouwenspersoon op school.
Broers en zussen van gehandicapte kinderen sneeuwen wel vaker een beetje onder. Niet omdat je ouders niet van je houden, maar omdat de handicap van je broertje zoveel aandacht kan vragen dat ze geen tijd en energie over hebben voor andere dingen. Dat is begrijpelijk. Maar ook jij hebt aandacht en zorg nodig. Dus geef het aan bij je ouders en anders een andere volwassene in je omgeving als je vragen hebt of ergens last van hebt. Want die kunnen je beter helpen en kijken naar wat je nog meer nodig hebt. Anoniem op internet lukt dat niet.
Broers en zussen van kinderen met autisme of andere beperkingen noemen ze ook wel ‘brussen’. Er zijn ook gespreksgroepen, uitjes en andere dingen bedoeld voor brussen, juist omdat brussen vaak een wat ander leven hebben dan kinderen die zonder gehandicapt broertje of zusje opgroeien. Vaak lopen brussen thuis op hun tenen, voelen ze zich heel verantwoordelijk, helpen ze meer dan andere kinderen in de zorg voor hun broertje/zusje, krijgen ze minder aandacht dan ze nodig hebben en soms krijgen ze ook zelf problemen daardoor. Misschien is het fijn voor je om eens te googlen en er wat over te lezen, en misschien zelfs een brussenbijeenkomst te bezoeken. Dan kun je eens horen van andere kinderen hoe zij het beleven om een gehandicapt broertje of zusje te hebben, en worden misschien sommige van je vragen beantwoord doordat je de verschillen en overeenkomsten ziet.
Dit is een voorbeeld van zo’n bijeenkomst: https://www.ditkoningskind.nl/calendars/item/400/speciale-brussen-dag-groningen
Als je daarin geïnteresseerd bent kun je zelf kijken of zoiets ook bij jou in de buurt is.
Het klopt dat de dingen die jij omschrijft bij veel mensen met een verstandelijke beperking en zwaar autisme voorkomen. Maar dat maakt het nog niet fijn voor jou om geslagen te worden als hij boos is.
Omdat hij die handicap heeft kun je het hem niet kwalijk nemen. Maar dat betekent niet dat jij het niet vervelend mag vinden. Als je er last van hebt, is het wel belangrijk dat je dat aangeeft bij je ouders. Jij bent even goed hun kind als dat hij dat is. Jij hebt evengoed een veilig thuis nodig als hij.
Je ouders hebben het vast druk met een gehandicapt kind. Daarom kun je denken dat jij je ouders maar niet lastig moet vallen met jouw gevoel en vragen.
Maar jij mag er ook zijn! Jij mag je ouders vertellen waar je last van hebt, je mag ze vragen stellen als je dingen niet snapt. Probeer het maar eens, vraag hen maar eens of je ze mag spreken omdat je wat vragen hebt.
Als je het een paar keer probeert en je merkt dat je ouders echt geen ruimte hebben voor jouw vragen, zoek dan een andere volwassene in je omgeving met wie je erover kan praten. Misschien een opa of oma, een leraar of lerares, iemand uit de kerk, iemand anders die je kent en vertrouwt, of bijvoorbeeld de vertrouwenspersoon op school.
Broers en zussen van gehandicapte kinderen sneeuwen wel vaker een beetje onder. Niet omdat je ouders niet van je houden, maar omdat de handicap van je broertje zoveel aandacht kan vragen dat ze geen tijd en energie over hebben voor andere dingen. Dat is begrijpelijk. Maar ook jij hebt aandacht en zorg nodig. Dus geef het aan bij je ouders en anders een andere volwassene in je omgeving als je vragen hebt of ergens last van hebt. Want die kunnen je beter helpen en kijken naar wat je nog meer nodig hebt. Anoniem op internet lukt dat niet.
Broers en zussen van kinderen met autisme of andere beperkingen noemen ze ook wel ‘brussen’. Er zijn ook gespreksgroepen, uitjes en andere dingen bedoeld voor brussen, juist omdat brussen vaak een wat ander leven hebben dan kinderen die zonder gehandicapt broertje of zusje opgroeien. Vaak lopen brussen thuis op hun tenen, voelen ze zich heel verantwoordelijk, helpen ze meer dan andere kinderen in de zorg voor hun broertje/zusje, krijgen ze minder aandacht dan ze nodig hebben en soms krijgen ze ook zelf problemen daardoor. Misschien is het fijn voor je om eens te googlen en er wat over te lezen, en misschien zelfs een brussenbijeenkomst te bezoeken. Dan kun je eens horen van andere kinderen hoe zij het beleven om een gehandicapt broertje of zusje te hebben, en worden misschien sommige van je vragen beantwoord doordat je de verschillen en overeenkomsten ziet.
Dit is een voorbeeld van zo’n bijeenkomst: https://www.ditkoningskind.nl/calendars/item/400/speciale-brussen-dag-groningen
Als je daarin geïnteresseerd bent kun je zelf kijken of zoiets ook bij jou in de buurt is.