Over de wedergeboorte
Ds. A. Kot | Geen reacties | 18-07-2018| 15:49
Vraag
Over de wedergeboorte heb ik een vraag. Ooit bedacht ik me uit eigen bevinden het volgende: “Geestelijk leven begint in het paradijs, valt in de dood, leeft voort in Christus en zal in Hem het eeuwige Paradijs binnentreden.” Is dit juist? In veel gemeenten wordt de levendmaking door de Heilige Geest, dus de wedergeboorte, afgeschilderd als: De wedergeborene wentelt zich in zijn geboortebloed. Alsof in de wedergeboorte het zicht op de ellendestaat van de mens er in het beginsel al is. Het is een weinig fris beeld.
Ook wordt er nogal eens gesteld dat de wedergeboorte een gebeurtenis is die zomaar eens ongemerkt kan plaatsvinden. Daarbij heb ik mijn twijfels. Dat de baarmoeder in het leven daarbuiten niet meer herinnerd wordt, wil niet zeggen dat het kind in de baarmoeder geen intense verheuging kent in het verlangen om geboren te worden en in het licht openbaar te komen. De eerste tranen van een baby zijn niet van verdriet, maar van intense blijdschap: Ik leef! Later volgen de tranen van verdriet, als het kind tot zijn verstand komt en ziet in wat voor wereld hij terechtgekomen is. Mijn geboorte herinner ik mij niet meer, maar ik kan mij zo voorstellen dat aan mijn kennis van de ellende in deze tijd een grote vreugde voorafgegaan is toen ik in het licht openbaar kwam en daarna als klein onbevangen hummeltje door de woonkamer rolde.
Men spreekt nogal eens over een ‘lokkenstijd’, maar tegelijkertijd is men heel erg bang voor het gevoel. Men jaagt de mens de Schone Havens uit, want gevoel is vleselijk en niet geestelijk. Ook wordt er soms veel in twijfel getrokken als een persoon vertelt over de heerlijkheid na die wedergeboorte, waar ze getuigen van afhankelijkheid. Er wordt dan nogal eens gevraagd: “Wie is Christus voor je?” Door steeds te hameren op dat een mens diep en diep zondig is en de natuur verdorven, wordt het vaak een zelf vervullende profetie.
En daar ligt mijn diepe onzekerheid, want ook ik meen diep gevallen te zijn door het onvolmaakt achten van Gods levendmakende werk in mij. Tegelijkertijd mag ik weten dat er Verlossing is, maar soms vrees ik dat dit een gepasseerd station is, omdat ik Zijn werk heb niets geacht. De levendmaking is immers genade en dat heeft bloed gekost, al is het leven van een nieuwe schepping zich niet bevindelijk bewust van de prijs van het ontvangen leven.
De uitstorting van de Heilige Geest vond plaats na Kerst, Goede vrijdag, Pasen en Hemelvaart. Dat is naar een volmaakte Heilsorde. Daarmee zou naar de Herschepping van een mens, door Gods Geest, de mens toch niet meer onvolmaakt zijn? God sprak toch na het blazen van de Levendmakende Geest in Adam: “En zie, het was zeer goed”?! Toch wordt dat “zeer goede” in twijfel getrokken door omstanders die wijzen dat Christus nodig is tot behoud. Echter voor de zielsbevindelijke val is er nog geen Middelaar nodig, toch?
Mijn vraag is: Is het een vereiste in het, uit Christus geschonken, geestelijke leven dat men zielsbevindelijk eet van de verboden vrucht en valt en Christus nodig krijgt? En is dat niet net zo’n hopeloosheid als waar Paulus in Hebreeën 6:6 over spreekt. Daar ben ik namelijk heel erg bang voor. Of is dit juist de weg waardoor God ons bevindelijke kennis biedt van Zijn Drieëenheid, en Zich daardoor meer en meer kenbaar maakt?
Antwoord
Beste vragenstel(l/st)er,
Hartelijk dank voor je vraag. De beantwoording daarvan is nog niet zo eenvoudig. Dat komt vooral omdat er in je vraag veel zaken worden aangeroerd en feitelijk allerlei onderwerpen aan de orde komen. Dat is niet erg maar het maakt de beantwoording moeilijk. Laat ik mij in dit antwoord concentreren op dat ene punt waar je vraag in de kern over gaat: de wedergeboorte.
Wat is wedergeboorte? Het is de geestelijke levendmaking van de voorheen geestelijk dode zondaar en de daaruit voortvloeiende dagelijkse bekering. Het eerst wordt wel wedergeboorte in engere zin genoemd en het tweede wedergeboorte in ruimere zin. Het wel van belang om bij het spreken over de wedergeboorte voor ogen te houden wat nu precies bedoeld wordt. Zoals ik je vraag versta heb jij het vooral over de wedergeboorte in engere zin: de levendmaking. Ik zal het antwoord dus vooral daarop richten.
Zoals je zult weten heeft de mens in het paradijs tegen God gezondigd. Daar heeft de mens zich losgescheurd van God. Maar wie de God van het leven verlaat wordt God-loos (goddeloos) en moet wel in de dood terecht komen. Dat is precies wat daar gebeurd is. De mensheid is daar in Adam (die ons verbonds- en geslachtshoofd is) in de dood terecht gekomen. Een drievoudige dood. Hij is geestelijk gestorven (goddeloos), hij moet sterven (scheiding van ziel en lichaam) en als hij goddeloos sterft ook de eeuwige dood ondergaan (eeuwige rampzaligheid in de hel). Dat is de staat van de mens van nature. Een nameloos diepe ellende die met geen pen te beschrijven is. De Bijbel beschrijft deze toestand op allerlei wijzen en onder allerlei beelden. Ik laat dat nu voor wat het is.
Het is dus volkomen duidelijk dat zo’n mens niet in de hemel komt, want daar komt niets in wat onrein is en gruwelijkheid doet en leugen spreekt enz. Willen wij vrede met God en een zalig toekomst hebben dan moet onze verdorven natuur vernieuwd, onze zonde weggenomen en onze schuld betaald worden. Dit heeft nu Christus gedaan Die door Zijn Vader in de wereld is gezonden. Hij heeft als het Lam Gods de zonde der wereld weggenomen, Hij heeft de schuld betaald, aan het recht van Zijn vader genoeg gedaan en alles volbracht wat gedaan moest wordt tot verzoening van een zondaar met God. Met Zijn offer is de Vader geheel tevreden. Daarom hebben wij Christus nodig als onze Zaligmaker. Buiten Jezus is geen leven maar een eeuwig zielsverderf.
Wat doet nu God als Hij Zijn uitverkorenen zalig maakt? Dan komt de Heilige Geest Die van de Vader en de Zoon uitgaat om de geestelijk dode zondaarsziel levend te maken. Dan neemt de Heilige Geest daar Zijn intrek (d.i. dan maken de Vader en de Zoon woning in de ziel door de Heilige Geest) en dan begint de Heilige Geest daar te werken. Dan overtuigt Hij van zonde, dan leidt Hij tot Christus, werkt het geloof dat met Christus verenigt, dan verzegelt, troost, getuigt Hij in de ziel, leidt in alle waarheid, bidt met onuitsprekelijke zuchtingen en leert ons bidden enz. Zo wordt de zondaar aan Christus verbonden tot verzoening met God en zo wordt de zondaar gereinigd door de Geest tot bekering. Zo ontvangt de zondaar vergeving door het bloed van Christus en vernieuwing door de Geest van Christus.
Nee, deze zaken gebeuren niet zonder dat een mens dat weet. Deze zaken gaan niet langs je heen maar door je heen. Het werk van de Geest in je blijft niet onopgemerkt. Niet voor jezelf en niet voor anderen. Dat wil overigens niet zeggen dat je alla zaken precies juist kunt duiden. Maar de dingen die ik hierboven beschreven heb zul je enigermate ondervinden. Op welke wijze en in welke mate daar is de Heere vrij in. Het gaat om de zaken!
En hier moet je nu je hart en leven maar naast leggen. De vraag: wie is Christus voor je is een wezenlijke vraag. De bruid uit het Hooglied getuigt van haar bruidegom: Alles wat aan Hem is dat is gans begeerlijk. Maar de vraag moet niet alleen zijn: Hebt u Christus wel tot uw deel? De vraag moet ook zijn: Hebt u de Geest (Judas:19) want indien iemand de Geest van Christus niet heeft die komt Hem niet toe (Rom. 8:9).
Kom, hoe staat het er met je voor op weg naar de eeuwigheid?
Je ds. A. Kot
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Kot
- Geboortedatum:25-12-1966
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Huizen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: