Twee stromingen binnen de orgelwereld
Ds. M.F. van Binnendijk | 14 reacties | 06-07-2018| 13:31
Vraag
In de gereformeerde gezindte wordt er tijdens de kerkdiensten op het orgel gespeeld. Ik ga steeds meer merken dat er twee grote stromingen zijn binnen de orgelwereld. Er is een stroming die gaat voor hoogwaardige muziek (bijv. de VOGG). Anderen gaan voor eenvoudige muziek, die aansluit bij het gewone volk. Ik denk dat een Pieter Heykoop (e.d.) het gezicht is van deze stroming.
Ik ben het eigenlijk met beide stromingen eens: muziek kan niet goed genoeg zijn voor God, dus we moeten gaan voor hoogwaardige muziek. Anderzijds ben ik het ook eens met de andere stroming, vaak worden mensen sneller geraakt door rustige meditatieve muziek die bekend in de oren klinkt. Deze muziek wordt door het ‘gewone volk’ als stichtelijker ervaren. Maar dat vindt de andere partij weer te goedkoop. Maar we moeten ook niet boven de hoofden van mensen gaan spelen. Is de eredienst bedoeld om mensen muzikaal op te voeden? Wie heeft er gelijk?
Antwoord
Voorwoord: Hoewel de vraag simpel lijkt, is deze zeker niet eenvoudig te beantwoorden. Is het een kwestie van gelijk of ongelijk? En dan daarbij... zoveel hoofden, zoveel zinnen...
Vanuit mijn vakgebied waag ik een poging. Enerzijds doe ik dat als musicus en organist, anderzijds als theoloog en liturg. In de wetenschap dat -zelfs met een politiek correct antwoord- er nergens in de wereld een onderwerp is waarover oneindig en onzinnig veel wordt geklaagd dan wel gezwijmeld als over “onze organisten en onze orgels”. Kijk alleen al naar de concertagenda’s op Facebook en YouTube, media waarop ook ikzelf overigens niet schitter door afwezigheid.
Wat de vraag (of eerder: mijn benadering ervan) betreft, ben ik nu al benieuwd naar de reacties, die ongetwijfeld ná het verschijnen van deze bijdrage hieronder gaan volgen. Hopelijk voornamelijk van de echte denkers, in mindere mate van de “likers & unlikers”.
Antwoord: Onze vraagsteller gaat in principe uit van twee (sic!) stromingen. Gezien de veelkleurigheid van de gemeenten -niet alleen binnen de PKN, maar ook binnen andere reformatorische kerken en evangelische stromingen- lijkt de typering van “stichtelijk” versus “hoogwaardig” niet geheel correct, al begrijp ik de vereenvoudiging van de vraagsteller. Zoveel hoofden, zoveel zinnen. Soms zinnig, doorgaans fors onzinnig.
Laat ik -als door Refoweb aangewezen deskundige- die deze vraag kreeg toebedeeld, het houden bij enkele kanttekeningen. Hoewel genoemd verschijnsel met meerdere factoren te maken heeft, beperk ik mij tot deze:
1. Kerkelijk stromingen: Laten we -voor het gemak- uitgaan van door de vraagsteller genoemde twee stromingen. Hoewel binnen de gereformeerde gezindte de orgelcultuur zelf hoog staat aangeschreven (een kast vol CD’s van Bach, Asma en Mans naast de oude schrijvers) en de meeste kerken binnen de Reformatorische Gezindte voorzien zijn van kostbare orgels van minimaal een half miljoen euro (ik bespeelde onlangs op één avond twee orgels op G.G. in Barneveld, goed voor een totaal van ruim één miljoen euro), is men vooral binnen deze gezindte nauwelijks echte en onvervalste orgelcultuur gewend. Over orgelliteratuur zondermeer, over gezangen, over geestelijke liederen hebben kerkenraden binnen bepaalde gezindten jarenlang de ban uitgesproken. Men was het van huis uit niet gewend, om redelijke en doorgaans minder redelijke redenen. Het is te prijzen dat een VOGG dat de laatste jaren meer en meer heeft weten te doorbreken!
2. Demografie: Het woord ‘gewoon’ in “gewone volk” vind ik wat misleidend gewoontjes klinken. Misschien durft de vraagsteller gezien het lezerspubliek het niet aan om te zeggen wat hij bedoelt? “Lager opgeleid, naïef, oppervlakkig, beperkt, eigenwijs? Of -zoals een jonge vak-organist recent tegen mij zei: “Veel kerkmensen zijn gewoon dóm!” Ik zal me daarover niet uitspreken, al kan mij zeker iets bij zijn gevoelen voorstellen. Ook als voorganger merk je iets dergelijks in de manier waarop bepaalde toehoorders reageren op de verkondiging. Maar dat is een ander verhaal, al heeft het zeker een bepaalde overeenkomst.
Ook de demografische opbouw van een gemeente -agrarisch of stedelijk, Veluwe of Randstad- kan bepalend zijn ten aanzien van ons onderwerp. Doorgaans treffen we in verstedelijkte gebieden meer hoger opgeleiden aan (studenten, wetenschappers, docenten, juristen, enz.) dan binnen sterk agrarische of meer gesloten (buiten)gebieden. Dat geldt zowel voor organisten alsook voor luisteraars. Hoe hoger het niveau van een gemeente, zo lijkt het vaak, hoe méér waardering ook voor beter geschoolde organisten en hun vakbekwame orgelspel. Terwijl lager opgeleiden- die de meeste (kerk)muziek gewoonweg niet begrijpen- zich doorgaans terugtrekken op het veld van “Het moet gevoelig zijn!” of “Dat is toch niet geestelijk!?” Wat is gevoelig? Wat is geestelijk? Wat is mooi? Hebben we het soms toch gewoonweg over die bekende niet-te-betwisten smaak? Laten we een uiterst gevoelig onderwerp liever liggen om verdere strijd te voorkomen? Of... durven we niet toe te geven dat in het land der blinden Eénoog koning is?
Terecht wordt binnen bepaalde kringen -waarvan een groot gedeelte alhier lezerspubliek is- opgemerkt dat er onderscheid moet zijn tussen een eredienst en een concert. Daar kan ik mij zeker in vinden. In de eredienst komt de dienstbaarheid van de organist meer naar voren, terwijl in een concert juist zijn vakbekwaamheid mag schitteren. Wat niet wegneemt dat een organist juist zijn vakbekwaamheid mag laten gelden óók en juist in de eredienst.
3. Authentiek: We lenen allemaal wel eens iets van een ander. Een vers, een tekst, een thema, een stijlvorm. Daar is op zich niets mis mee! Maar als we het doen, laten we het dan wel op een authentieke, verrassende, originele én vooral bekwame manier doen, zonder een (doorgaans slechte!) imitator te worden of te willen zijn van deze of gene grootheid, omdat het de organist zelf nu eenmaal aan originaliteit ontbreekt, hoe handig hij of zij ook is.
4. Tremulant of trammelant...: Een voorbeeld van ‘gevoelig’ én ‘ongeschoold’ is die organist, die de hele dienst -zelfs bij de samenzang- de tremulant aan heeft staan, zodat het hele orgel wiebelt en jankt. Hij heeft noch verstand van de orgelmechaniek, noch van de toepassing van de juiste registers. Sommigen (vooral hijzelf!) zien dit als hét summum van gevoelig orgelspel. Het is een farce... Je merkt al snel welke organist wegloopt met Asma, Zwart e.a. Of een bepaald ogenschijnlijk figuratief riedeltje wordt eindeloos en fantasieloos herhaald in allerlei toonsoorten. Als je niet méér te bieden heb dan trucjes... Het blijft voor elke leerling die boven zijn leraar wil uitgroeien: imitatio (nadoen), emulatio (evenwaardig) en tenslotte superlatio (overtreffen, eigen, authentiek).
5. Luisterend dienen: De voorganger én de gemeente mogen zich zeer gelukkig prijzen, waar de organist én goed naar de preek (en tussen de regels door!) luistert en daar ná het amen treffend op weet in te spelen met een toepasselijk voorspel of lied, zonder trammelant, gevoelig én tegelijk geschoold. Daar ontstaat échte dienstbaarheid. En boven alles: wat betreft de organist of de zingende gemeente: laten we niet meegaan met de waan van de dag, maar in de lijn van de Reformatoren (cum suis) streven naar kwaliteit ten aanzien van ons kerklied.
Zoveel hoofden, zoveel zinnen, schreef ik boven. Is het een kwestie van smaak of smakeloosheid? Of blijven we toch hangen in een bepaalde emotie?
Ik wil eindigen met de idee, dat we maar niet te zwaar moeten vallen over een bepaald lied of stuk - hetzij van Sela (indrukwekkend hoe Kinga Bán zingt met de dood voor ogen), hetzij van Johann Sebastian Bach (‘Vor deinem Thron tret’ ich hiermit’)- als we de grote lijn maar vasthouden, dat we elkaar durven te waarderen (dus niet af te meten), waarbij we streven naar hoogstaande muziek voor God, zeker binnen de eredienst.
Wanneer van een predikant verwacht wordt, dat hij werk maakt van de verkondiging (inclusief de liturgie!), zo mag van elke musicus/cantor/organist/dirigent/koor hetzelfde verwacht worden. Eredienstvaardig is eredienstwaardig. Waardigheid vraagt de volle inzet van onze vaardigheden. Met minder mogen we nooit genoegen nemen.
Voor wie zich verder in dit onderwerp wil verdiepen, verwijs ik naar mijn artikelenserie “Onder preekstoelen en orgelbanken”, in 2001 in vier delen opgenomen in de Waarheidsvriend, later als geheel verschenen in de bundel “Ere wie ere toekomt”, uitgave van de Gereformeerde Bond.
Zie:
Ds. M. F. van Binnendijk,
Rotterdam
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M.F. van Binnendijk
- Geboortedatum:30-11-1963
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Stadskanaal
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Lees ook: het weblog 'Dominee in de bajes'
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Over smaak valt niet te twisten.. stel dat je zegt: 'we gaan nu lekker uit eten, waar gaan we naar toe?' dan zegt de een 'mcDonalds' en de ander zegt 'lekker, sushi'.
Leggen we dit 'de gemeente' voor dan zegt de ene helft: lekker naar de Mac want doe maar gewoon en lekker veel' en de andere helft zegt 'ik waardeer het goede van sushi, mag best wat exclusiever zijn maar is ook veel verfijnder'.
Ik denk dat de vraagsteller zo spoedig mogelijk zijn oogkleppen moet afzetten en wat breder kijken, wat ds. Van Binnendijk ook doet door te verwijzen naar bijv. Sela. Want buiten de traditionele kerken weet men nog nauwelijks hoe een kerkorgel klinkt.
Zelf heb ik dankzij 17 jaar les en een jaar of 8 kerkdiensten begeleiden in het verleden wat meer oor voor kwaliteit gekregen. Soms merk ik iets op richting mijn vrouw over de orgelmuziek en dan merk ik dat haar oor veel minder geoefend is. Dat maakt overigens niets uit, want het mooie aan muziek is dat het op ieder een andere uitwerking heeft.
Gelukkig zijn we in onze gemeente gezegend met meerdere kwalitatief uitstekende organisten en hebben we slechts 1 psalmenpomper..
Ik ben een eenvoudig organiste. Het liefst Leen Schippers..... heb niet zolang orgelles gehad. Noem me zelf ook wel een 'huis, tuin en keuken organist' gewoon eenvoudig.
Zit een gemeente te wachten op een orgelconcert? Het orgel spel is bedoeld voor het begeleiden van de gemeente zang, meer volgens mij niet. En als je meerdere organisten hebt die allemaal een eigen smaak hebben, dan is er voor elk gemeente lid wat wils.....
Er is helemaal niets mis met de Heer prijzen met je gaves die je gekregen hebt. En of dat nou met Bach of Schippers is, maakt ook geen verschil.
Maar... voor de functie van organist mag er best wat meer gevraagd worden dan alleen een goed intentie. In veel gemeentes zijn de mensen in slaap gesukkeld bij 100 jaar Worp, speel de eerste maat van het voorspel en ze weten welke psalm er komt. het nodigt niet uit, en saai.
Begeleiden is inderdaad de belangrijkste taak, maar ook het opwekken tot zingen, uitnodigen... en voort laten gaan.
Voor de Heer willen we toch alleen het beste? Daar behoort, naar mijn mening, meer bij dan een organist die niet veel verder komt dan zichzelf door een voorspel worstelen. Begrijp me niet verkeerd... voor thuis en de betekenis maakt geen verschil, maar publiekelijk?..nee , daar kunnen, en mogen hogere eisen aan gesteld worden. Als je Schippers kunt lezen, kun je ook Sanderman, WH Zwart, Den Toom, van Dijk en van der Zwan lezen.. dat is al een uitbreiding van 500% op je repertoire.
Ik ben 45, kan me er niet meer toe zetten om zulke stukken in te studeren.
Heb daar gewoon geen zin meer in.
Sta je straks voor de troon .."ja sorry hoor, had er geen zin meer in, Schippers was echt wel genoeg vond ik" !
Net als die predikant hier een tijdje terug die zei dat Jezus misschien wel een mooi verzorgd graf zou aantreffen bij zijn terugkomst om de dode familie op te wekken, MOET je als organist je tuintje ook bijhouden en nieuwe plantjes neerzetten, anders kun je het beter asfalteren, functioneel, maar niet fraai en zeker niet tot Eer waarvoor je het doet.
45... je bent pas op de helft!
In diverse gemeenten (buiten Bible Belt?) zijn ze al blij dat ze een organist(e) hebben. En dat kan dan best iemand zijn die met gepaste tegenzin toch die taak op zich neemt omdat a capella ook maar zozo is. Daar kun je in alle redelijkheid die hoge eisen niet aan stellen, lijkt me.
Voorbeeld: een kerk bij ons in de buurt heeft diverse organisten die op verzoek relatief rustig spelen. De gastorganisten die er met enige regelmaat spelen "trekken wel alles open". Zij zijn ook de enigen die na de dienst regelmatig een donderend applaus krijgen, en waar mensen over napraten dat het goed was om je hart eens flink uit te zingen.
Je hebt voorkeuren onder mensen. De een is romantisch ingesteld, de ander houdt wat meer van barok. Dat mag. Maar als organist zit je er niet voor je eigen smaak en (al dan niet naar eigen inzicht theologisch en dogmatisch ondersteunde) voorkeuren. Je hebt een dienende taak. Namelijk te zorgen dat de gemeente op de juiste toonhoogte wordt gebracht. Muziek doet veel met mensen. Ook in de Bijbel tref je daar voorbeelden van aan. Laten we zorgen dat de muziek en de zang van de hoogst mogelijke kwaliteit is. En daarna kunnen we gaan bakkeleien over stijlen en voorkeuren.
Het gaat er niet om wat WIJ mooi en goed vinden , maar het gaat erom hoe God het wil dat wij leven en zingen en orgelspelen .
maar ik luister of de organist de preek heeft begrepen,als de kerk uit gaat..
Dit is persoonlijk.
in een kerkdienst een ''orgelconcert'',i.p.van rustige koralen,komt mij niet eerbiedig over.
waarom;
vaak hard en druk,vaak vol fouten,zo gevoelloos.
hard in n te kleine kerk ,zo gevoelloos.,knolhard
kzou zeggen,speel alle moeilijke stukken,als je alleen bent,en oefen thuis,zodat iedereen zonder fouten kan spelen.
Maar in een kerkdienst verwacht ik altijd eerbied en diep ontzag,voor de kostelijke psalmen/gezangen.
te hoge verwachtingen misschien?
maar van de drukke,te harde ''concerten''ga k met hoofdpijn naar huis,met de getelde fouten nog in herinnering.[niet goed van mij]]
dan zet ik thuis het ECHTE concert op,wat de organist probeerde te spelen.............
echt n rust!!
als t geluid en spelen overeen komt.
een weldaad,in n kerk te zitten,waar t er eerbiedig aan toe gaat,en waar alle tijd is,in die anderhalf uur,voor de preek,gebed en gemeentezang.
niemand hoeft met mij eens te zijn.
zoveel hoofde zoveel zinnen
geef ere wie ere toekomt.............
zo ist
"Een "amateur-organist" kan misschien wel veel meer gevoel in het spel leggen dan iemand die een ingestudeerd kunstje doet."
Hier wordt het goed verwoord. Ik heb geen zin meer om nieuwe lange stukken in te studeren, dat mag ik toch zeggen? De regel hierboven heb ik gekopieerd van race406. Precies wat ik bedoel.
Heb eens een paar fouten gemaakt tijdens een dienst. Ik moest liederen spelen, en die kon ik niet. Veel geluisterd via youtube, en zo naar de dienst gegaan. Toch een fout gemaakt, ff orgelspel stil gelegd, en na 5 noten weer opgepakt. Ik reageerde 'jullie konden het ook wel zonder mij.....'
Nee! dat was niet zo! Bij het laatste lied heb ik heeeel piep zachtjes het lied ingeleid met 'op die heuvel daar ginds...' 'Nou'zei die man, 'je hebt me zo geroerd.....' Kijk, voor deze mensen speel ik een eenvoudig voorspel, een lied, of gewoon van leen schippers!
Prijs me gelukkig dat in mijn gemeente organisten zijn van verschillende kunde, maar allen met m.i. de echte intentie om o.a. de gemeentezang te begeleiden tot Zijn eer.
Fijn dat er organiste(s)(n) zijn als @Pannekoek, ook fijn dat er zijn die wel iets meer in de mars hebben. Ben het ook met @henkie eens! En wat de opmerking van @hans0166 betreft ("diep triest dat je zoiets durft te zeggen "ik heb er geen zin meer in".... stop dan. Sta je straks voor de troon .."ja sorry hoor, had er geen zin meer in, Schippers was echt wel genoeg vond ik" " ): vind ik onwaardig.
Prijs me ook gelukkig dat in mijn gemeente naast de Psalmen ook uit het Liedboek wordt gezongen en dat Bach en Reger enz. enz. ook aan bod mogen komen in orgelspel voor, tijdens en na de dienst.