Doop der begeerte
Ds. A.K. Wallet | Geen reacties | 03-07-2018| 15:42
Vraag
Mijn zusje werd doodgeboren of zij is tijdens de geboorte overleden. Gedoopt is zij niet, maar er is bepaald dat -indien de moeder de intentie had om haar kind te laten dopen- dit geldt als doop (doopsel van begeerte). Mijn conclusie: mijn zusje had in gewijde aarde begraven mogen worden. De erfzonde is haar kwijtgescholden omdat zij wordt geacht te zijn gedoopt. Kan ik nu ervan uitgaan dat zij naar de hemel is gegaan? Bent u het eens met mijn conclusie?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vrager,
Het is een moeilijke kwestie die u bezig houdt. Een zus die bij de geboorte is overleden. U vraagt: is zij in de hemel? U vraagt dit omdat er geen gelegenheid meer was om uw zusje te dopen.
Nu is er hierover verschil van opvatting tussen katholieken en protestanten, om de twee hoofdlijnen maar te noemen. In de Rooms-Katholieke traditie gaat men er vanuit dat het kind bij de doop van de erfzonde, die we bij de geboorte meekrijgen, gereinigd is. Maar als het niet gedoopt was mocht zij destijds niet in gewijde grond begraven worden, maar achter de heg zoals men dat noemt.
U zoekt troost bij het feit uw moeder de doop wel gewenst had. Men noemt dit de doop der begeerte en dat ze alsdan toch als gedoopte beschouwd mocht worden. Tegenwoordig mogen zij ook op gewijde grond begraven worden. Waar het voor iedereen op aan komt is het geloof in de drieënige God.
In de protestantse traditie is de doop niet heilsnoodzakelijk, zoals we dat noemen. Natuurlijk wel hoog gewaardeerd, omdat dan het een teken krijgt van de drieënige God. Dat teken zegt dat dit kind een rijke belofte van God ontvangt. Welke belofte? Dat het kind een nieuw hart beloofd wordt, dat betekent dat het van alle zonden gereinigd kan worden. Bij de doop worden dus geen zonden vergeven , maar er is de belofte dat zij vergeven kunnen worden. Dat vraagt van het kind om daarom te bidden. Zo: “Heere, wilt U mij geven wat U beloofd hebt.” Zo mag dat ook door middel van de opvoeding aan het kind geleerd worden.
Er was een tijd dat het sterftecijfer van kinderen groot was. Hoe zagen die ouders dat dan? Er is een belijdenisgeschrift waarin staat dat gelovige ouders niet hoeven te twijfelen aan de zaligheid van hun vroeg gestorven kinderen. Waaraan moesten zij dan denken? Aan het verbond van God, want het kind komt niet door de doop in het verbond, maar door geboorte. Ook al was het nog niet gedoopt dan mochten zij toch weten dat hun kind behouden was. Vroeg gestorven, vroeg bij God. Die ouders werden getroost dat hun kind door Jezus’ bloed gereinigd was. Daarom is het in de hemel. Het komt er dan wel op aan om gelovige ouders te zijn. Zij kennen de rijke troost bij het ongeboren of doodgeboren kind. Gelovige ouders zijn ouders die niets liever verlangen dan de Heere Jezus lief te hebben als hun Zaligmaker en daar ook naar leven en het allerbeste voor hun kind te zoeken.
Ds. A. K. Wallet
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.K. Wallet
- Geboortedatum:17-06-1939
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Schoonrewoerd
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
emeritus