Christus aan ons gelijk geworden
Ds. J.J. van Holten | Geen reacties | 28-05-2018| 12:17
Vraag
Er staat in Hebreeën meerdere keren dat Christus aan ons gelijk is geworden. “Want waarlijk, Hij neemt de engelen niet aan, maar Hij neemt het zaad Abrahams aan. Waarom Hij in alles den broederen moest gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en een getrouw Hogepriester zou zijn, in de dingen, die bij God te doen waren, om de zonden des volks te verzoenen. Want in hetgeen Hij Zelf, verzocht zijnde, geleden heeft, kan Hij dengenen, die verzocht worden, te hulp komen” (Hebreeën 2:16-18). “Dewijl wij dan een groten Hogepriester hebben, Die door de hemelen doorgegaan is, namelijk Jezus, den Zoon van God, zo laat ons deze belijdenis vasthouden. Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medelijden hebben met onze zwakheden, maar Die in alle dingen, gelijk als wij, is verzocht geweest, doch zonder zonde” (Hebreeën 4:14-15). Dit snap ik, en hier ben ik het ook mee eens.
Mijn vraag is de volgende. Mijn grootste zwakheid is angst hebben om te falen. Dit heeft op meerdere terreinen van mijn leven invloed, maar ook in mijn geloofsleven. Hoe kan Christus ons in alles gelijk zijn geworden (uitgenomen de zonde), zonder te weten hoe het is om te falen? Hij weet wat het is om verzocht te worden, maar Hij weet niet wat het is om daarin te falen (aangezien Hij nooit gezondigd heeft). Ik weet dat Christus aan de eis van de wet moest voldoen, dus dat Hij niet mocht zondigen. Ook was Hij God en kon Hij daarom niet zondigen. Toch weet ik niet helemaal hoe ik dit moet zien.
Antwoord
Ik denk dat het antwoord op je vraag eenvoudig is. Er is namelijk een groot verschil tussen falen en faalangst.
Ook al heeft Jezus nooit gefaald, dat wil niet zegen dat Hij geen last heeft gehad van faalangst. Ik weet dat laatste wel zeker, niet in het minst vanwege de tekst die je zelf in je vraag noemt, dat Hij in ALLES verzocht is geweest zoals wij. Dat was ook nodig anders was Hij geen echt mens geweest. Hij is naar lichaam en ziel aan ons gelijk geworden (lees artikel 18 en 19 van de Nederlandse geloofsbelijdenis er eens op na).
Dus alle aanvechtingen, verzoekingen en angsten die wij hebben heeft Hij ook gehad. Alleen is Hij er nooit voor bezweken en dat kan van ons niet worden gezegd.
Als illustratie van het bovenstaande zou ik je willen wijzen op de vraag die Jezus aan Zijn Vader stelt in Gethsemané: “Vader indien het mogelijk is laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan.” Daarin lees je de angst voor het lijden en voor de verschrikkingen van de dood. Maar dan het wonder: Hij bezwijkt niet voor de angst en de verzoeking. Dat lees je in het vervolg: “Maar niet Mijn wil maar Uw wil geschiede.”
Om kort te gaan het verschil zit hem in falen of faalangst hebben. Die angst had Jezus ook en daarom kan Hij meelijden met AL onze zwakheden. Voor het geloof is dat een geweldige troost.
Ik hoop dat ik je met bovenstaande een beetje verder heb kunnen helpen in het doordenken van deze zaken.
Vriendelijke groet,
Ds. J. J. van Holten, IJsselstein
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. van Holten
- Geboortedatum:22-12-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:IJsselstein
- Status:Inactief