Verwarrend bijbelgedeelten over gebedsverhoring
Ds. C. Harinck | Geen reacties | 25-05-2018| 16:52
Vraag
Deze vraag stel ik aan ds. C. Harinck. In Gods Woord lezen we in Matth. 7:7 over gebedsverhoring: “Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden.” Ook vers 8 spreekt er van. Maar als ik vervolgens Jesaja 65:1 lees staat daar het volgende: “Ik ben gevonden van hen die naar Mij niet vraagden, Ik ben gevonden van degenen die Mij niet zochten; tot het volk dat naar Mijn Naam niet genoemd was, heb Ik gezegd: Zie hier ben Ik, zie, hier ben Ik.”
Als ik deze bijbelgedeelten tegenover elkaar zet vind ik dit verwarrend. Uit m’n eigen leven ervaar ik dat Jesaja 65:1 waar is, maar ook Matth. 7:7. Maar dan wordt er gezegd: als je gaat zoeken, dan ben je door de Heilige Geest zoekend gemaakt. Eigenlijk gaat het altijd van God uit toch?!
Antwoord
Gods Woord is betrouwbaar. Zo ook in Matth. 7:7. Die zoekt zal dus vinden enz. Jes. 65 spreekt over een andere zaak. God zoekt zelfs naar mensen die Hem niet zoeken. Gelukkig dat God dit doen wil. Het ontslaat ons echter niet van de verplichting Hem te zoeken. Die twee waarheden zijn vrienden en geen vijanden. Ze zijn beiden waar.
Verder zal de zondaar, die door God opgezocht en uit de geestelijke dood is opgestaan, niet op een gemakkelijke stoel blijven zitten, maar ook gaan zoeken, kloppen en bidden. Het is dus niet verwarrend. Er is hier geen tegenspraak. Gods opwekking om te zoeken en de belofte van vinden weerspreekt Jes. 65 niet en andersom weerspreekt Jes. 65 Matth. 7 niet.
Het begint ook niet met de kennis dat God je heeft gezocht. Dat ziet de zondaar tot zijn verwondering pas achteraf. Dan krijgt God de eer van de eerste te zijn geweest en mij zocht voordat ik zocht.
Als je pas wil gaan zoeken wanneer je weet door God gezocht te zijn, zul je nooit gaan zoeken. Het is een kennis die niet voorafgaat aan ons zoeken, maar daarop volgt. Die kennis bezit je dus vooraf aan het vinden van God niet. Gods kinderen leren dit achteraf zien. Terugziende zeggen zij: U zocht mij eerst.
Gods opwekking om te zoeken is ons bekend. En dat zoekers zullen vinden weten we ook. Of we behoren tot de mensen die God zoekt weten we niet. Dat is achterafkennis. Daar kunnen we dus niet mee werken.
Ik raad je aan veel meer te denken dat je een verloren mens bent en God en Zijn genade nodig hebt. Dit zal tot zoeken brengen en tenslotte vinden worden.
Ds. C. Harinck
Lees ook het vervolg: 'Verloren mens en/of gered kind van God'
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Harinck
- Geboortedatum:09-04-1933
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Bekijk ook: