Paulus ruimer dan veel Reformatorische kerken
Ds. C. Oorschot | Geen reacties | 14-05-2018| 13:20
Vraag
Als ik de brieven van Paulus lees (bijvoorbeeld 1 Korinthe) dan heb ik de indruk dat hij een veel ruimer Evangelie preekt dan in veel Reformatorische kerken gebruikelijk is. Paulus waarschuwt in 1 Korinthe duidelijk tegen veel zonden in de gemeente (o.a. wanpraktijken rond het avondmaal), maar spreekt de gemeente in 1 Korinthe 1 desondanks aan met “Aan de Gemeente Gods, die te Korinthe is, den geheiligden in Christus Jezus, den geroepenen heiligen, met allen, die den Naam van onzen Heere Jezus Christus aanroepen in alle plaats, beide hun en onzen Heere.” Soortgelijke bewoordingen worden op veel meer plaatsen in Paulus’ brieven gebruikt.
Volgens mij lag Calvijns’ preekstijl en visie op de gemeente veel dichter bij Paulus dan bij de prediking in bijvoorbeeld Reformatorische kerken. Calvijns’ preken worden overigens niet of nauwelijks gelezen in veel Calvinistische kerken, wat me verbaast (dit ter zijde). Klopt hetgeen ik bovenstaand aangegeven heb en is er binnen Reformatorische kerken soms niet te veel een godsdienst binnen de godsdienst gekomen? Vaak worden bijbelgedeelten vergeestelijkt (Puritanisme?) terwijl de exegese (Calvijn?) beperkt is?
Antwoord
Ik ben van mening dat deze briefschrijver de vinger bij een zere plek in onze kerken legt. Mij is onbekend van welke kerk hij lid is en daarom: er ligt nogal wat verschil binnen de “Reformatorische kerken”, maar desondanks, over het algemeen gesproken heeft hij jammer genoeg gelijk.
Nu kan je het voorbeeld wat hij noemt uit 1 Kor. 1:2 niet rechtstreeks naar onze kerken en in onze tijd verplaatsen. De situatie in Korinthe was anders: het evangelie was er door de apostel gebracht in een volkomen goddeloze wereld. Daaruit werden mensen geroepen tot de gemeenschap met Christus en door de Heilige Geest tot de gemeente des Heeren getrokken. Na de sabbat, of wellicht de zondag, werden de kerkmensen weer opgenomen in een omgeving waarin hun geen enkele bescherming werd geboden. Er waren bijv. geen christelijke scholen, geen buren die naar de kerk gingen, geen andere dopelingen in hun straat of wijk, niets waar zij houvast aan hadden, dan alleen aan het Woord van God en de wekelijkse eredienst(en). Bovendien waren de gemeenten erg klein in aantal leden, zeker in vergelijking met de talrijke heidenen. Het woord “heiligen” wil dan ook niet zeggen dat zij heilig, dat is zonder zonden waren (de briefschrijver haalt zelf enige voorbeelden hiervan aan), maar dat zij “heilig”, dat is afgezonderd waren, geroepen uit een wereld die met God en Zijn Woord totaal geen rekening hield. Je zou het in onze tijd kunnen vergelijken met de kerk in Amsterdam of Rotterdam bijv. Waarom is het “gemeente Gods”? Omdat God hen roept tot Zijn gemeente en in die gemeente tot gemeenschap met Hem en vanuit Hem met elkaar.
Ik ben het met de briefschrijver eens, als er in zijn brief een zeker heimwee naar zo’n gemeenschap te proeven is. Hij gaat wel te kort door de bocht als hij het Puritanisme de schuld geeft van het vergeestelijken van (sommige) Bijbelgedeelten. Dit is inderdaad de Bijbel laten buikspreken maar Gode zij dank komt dit niet in alle reformatorische kerken voor. Wel heb ik nog een boodschap voor hem: verbeter de kerk en begin in je eigen gemeente.
Met vriendelijke groet,
Ds. C. Oorschot
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Oorschot
- Geboortedatum:25-08-1933
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Stellendam
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. Oorschot is op 17 april 2021 overleden.