Op de stoel van Mozes gaan zitten (2)
Ds. H.H. Klomp | Geen reacties | 27-03-2018| 16:56
Vraag
Aan ds. Klomp n.a.v de vraag 'Op de stoel van Mozes gaan zitten'. Dank voor uw antwoord. Ik denk alleen dat ik de vraag niet helemaal juist heb gesteld, of dat die verkeerd is overgekomen. Wat ik bedoel is dit: In o.a. Mattheus 15 verwijt Jezus de Farizeeën dat zij naast de geschreven Torah ook de overleveringen van de ouden tot wet hadden gemaakt, de zogenaamde mondelinge Torah (wat later vastgelegd is in o.a. de Talmud). In dit geval ging het om het eten met ongewassen handen, iets wat niet in de wet van Mozes staat, maar wel door de overleveringen van de ouden werd geleerd. In Mattheus 23 lijkt Jezus het tegenovergestelde te zeggen, namelijk dat men wél naar de Farizeeën moet luisteren die naast de Torah van Mozes óók de mondelinge overlevering leerden. Mijn vraag was: waarom dat verschil tussen Mattheus 15 en 23?
Antwoord
Beste doorvrager, het heeft door omstandigheden wat langer geduurd, maar hierbij volgt mijn nadere reactie.
Er is geen tegenstelling tussen Matth. 23 en 15 in Jezus’ uitleg. Integendeel. De Heere bevestigt in hoofdstuk 23 Zijn (heftige) oordeel over de houding van de Farizeeën en Schriftgeleerden. Jezus’ discipelen overtreden in de ogen van de dwaalleraren wel de “de inzetting der ouden”(Mt 15:2). Maar deze (extra) regelgeving noemt Jezus in Zijn reactie: “overtreding van het gebod van Gòd door uw inzetting”(Mt 15:3). Jezus noemt hun regeltjes “leringen die geboden van mensen zijn” (Mt 15:9).
Toegespitst op het wassen van de handen zegt de Heere dan dat wat je met de mond eet (zelfs met ongewassen handen) niet de onreinheid van je hart bepaalt. Die is er al, van nature. En die komt er ook uit. Zie Mt 15:17-20. Een extra, strikte regelgeving in de uitbreiding van Mozes’ wet verandert daar niets aan. Voor een rein hart is het bloed van de Borg nodig. Maar Hem werpen de Farizeeën en Schriftgeleerden straks uit (Mt 23:27, 28). De discipelen worden gewaarschuwd voor deze schijnheilige houding van blinde leidslieden (Mt.15:14). Zie ook Matth. 5:20 en Matth. 16:6 en Matth. 23:3. Dus: doe wel naar hun (bijbelse) woorden, maar niet naar hun eigengerechtige daden.
Als ons hart is ingenomen door de vreze des Heeren en we schuilen achter het bloed van de Borg dan gaan we de geboden van de HEERE van binnenuit doen en vervullen we zo de Wet van Christus! (Gal. 6:2 en 1 Joh. 5:17, 18). Daar wil de Heere met Zijn volk naar toe. Hem tot eer en hun tot zaligheid.
Gezegende Paasdagen!
Ds. H. H. Klomp
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H.H. Klomp
- Geboortedatum:05-04-1949
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Met emeritaat sinds januari 2017.
Bekijk ook: