God voor het eerst in je leven
Ds. W. Pieters | 2 reacties | 19-03-2018| 16:20
Vraag
Er wordt nogal eens de nadruk gelegd op het feit dat je moet kunnen weten/aangeven wanneer God voor het eerst in je leven komt. Er wordt dan vaak verwezen naar de discipelen en naar hun eerste kennismaking met Jezus. Johannes spreekt van deze ontmoeting van Jezus (“En het was omtrent de tiende ure”, Johannes 1:40b) en er wordt ook verwezen naar Nathanael die onder vijgeboom zat. Het punt is dat Johannes en Petrus al gelovige discipelen waren. En Nathanael was al een bekeerde Israëliet voordat hij Jezus ontmoette. Zou ds. Pieters kunnen ingaan op deze vraag?
Antwoord
Als het waar is dat je moet kunnen aangeven “wanneer God voor het eerst in je leven komt”, kan men dit niet gronden op de ontmoeting tussen Jezus en de discipelen. Met de uitdrukking “wanneer God voor het eerst in je leven komt” bedoelt men (vermoed ik): wanneer God je roept uit de duisternis tot Zijn wonderlijke licht (1 Petrus 2 vers 9), wanneer Hij je uit de macht der duisternis trekt en je overzet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde (Kolossenzen 1:13).
In de Bijbelverklaring van Matthew Henry staat bij Kolossenzen 1:13 onder andere: “Hier is een samenvatting van de leer van het Evangelie betreffende het grote werk van onze verlossing door Christus. Wij vinden het niet als een onderwerp voor een leerrede, maar voor een dankzegging, want onze verlossing door Christus geeft ons in alle opzichten overvloedig stof tot dankzegging: “Dankende de Vader” (vers 12). Paulus levert geen betoog over onze verlossing in geregelde orde, want dan zou hij eerst spreken over de verlossing zelf en daarna over haar toepassing. Maar hier keert hij de orde om, aangezien in ons gevoel de toepassing vóór de daad zelf gaat: Wij voelen de zegeningen van de verlossing in onze harten, en worden door die stromen geleid tot de bron en oorsprong.”
Hoe verschillend God ook werkt, de geloofsverbinding met Jezus Christus is geen onbewuste zaak. Daar doet onze hele persoonlijkheid in mee. Gods Geest onderwijst ons dan onder andere dat we de Zaligmaker nodig hebben; en waarom. En bij dit onderwijs verwekt Hij in ons gemoed het besef van onze verlorenheid. Zonder nu alle vertakkingen van dit Godswerk te beschrijven, is het wel duidelijk dat God het niet ongemerkt laat gebeuren dat vijanden Zijn vrienden worden.
Dus, kijk het eens na: weet jij, vraagsteller, van het grote wonder dat de Heere aan jou ogen (inzicht) gaf om je doemwaardigheid te beseffen? Weet je er van, dat Hij je onderwees, mede door de prediking, Wie Zijn Zoon is in al Zijn eigenschappen en werkzaamheden? Weet je er van hoe je met diep verlangen naar Jezus bezield werd?
En zo kan ik ook vragen stellen die betrekking hebben op het bewust tot Christus de toevlucht te nemen en gebruik van Hem te maken en je aan Hem te verliezen, aan Hem genoeg te hebben, enz. Wanneer dit allemaal voor het eerst begon, doet niet ter zake, als het er maar is. Sommigen, ik zelf ook, weten de tijd en de locatie dat God voor het eerst tot hen sprak en ook toen Hij voor het eerst het licht in hen deed doorbreken en toen voor het eerst hun ziel de Zaligmaker toe-eigende. Anderen weten wel dezelfde zaken, maar niet met tijd en plaats erbij.
Voor mij is de vraag veel belangrijker: hoe is het nú tussen God en mij, nú tussen Jezus en mijn ziel? Is de Heilige Geest nú in mij werkzaam? Heb ik nú last van en smart over mijn zonde? Heb ik nú honger en dorst naar Hem Die het Brood des Levens is en Die het levende Water geeft?
Laten we naar aanleiding van de geschiedenis in Johannes 1 begeren om (onder totaal andere omstandigheden) dezelfde geloofsintimiteit met Jezus te ontvangen en dezelfde vreugde in Hem te beleven: “Hij sprak tot mij en luisterde naar mijn stem! Hij bezocht mij met Zijn vergevende liefde en verloste mij van mijzelf!”
Ds. W. Pieters
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Pieters
- Geboortedatum:27-06-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Elspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
website: dspieters.refoweb.nl
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Ook Zijn stem herkennen we niet, tenzij..
Door de dwaasheid van de prediking komt God tot ons. (1 Kor. 1:21) Het geloof is uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God. (Rom.10:17)
En verder staat er in Rom. 10 ook dat God de hele dag Zijn handen uitstrekte tot Israël, maar dat Israël ongehoorzaam was. We moeten dus wel acht slaan op het Woord en met alle zachtmoedigheid ontvangen.
(...) ontvangt met zachtmoedigheid het Woord, dat in u geplant wordt, hetwelk uw zielen kan zaligmaken. (Jak.1:21)
De Heere is soeverein en kan ook radicaal in je hart komen. Zie de bekering van Saulus.
Maar Hij zegt ook dat Hij aan de deur staat en klopt en zo iemand open doet, Hij inkomt en avondmaal houdt. (Op.3:20)
Op.3:19b,20.
wees dan ijverig, en bekeer u.
Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen, en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij.
Mijn ervaring is dat God ons nodigt tot Hem te komen door Zijn Woord, maar Hij uiteindelijk ook Zelf ons hart moet openen. We zijn tegenstribbelende zondaren. Hij twist met ons. Hij wil dat we tot Hem komen.
Mijn Geest zal niet in eeuwigheid twisten met den mens, dewijl hij ook vlees is; doch zijn dagen zullen zijn honderd en twintig jaren. (Gen.6:3)
Genade als je met de dichter van psalm 103 mag zeggen:
Barmhartig en genadig is de HEERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid. Hij zal niet altoos twisten, noch eeuwiglijk den toorn behouden. Hij doet ons niet naar onze zonden, en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden. Want zo hoog de hemel is boven de aarde, is Zijn goedertierenheid geweldig over degenen die Hem vrezen. Zover het oosten is van het westen, zover doet Hij onze overtredingen van ons. Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de HEERE over degenen die Hem vrezen. Want Hij weet wat maaksel wij zijn, gedachtig zijnde dat wij stof zijn, Psalm 103:8-14.’
Als het goed is zien we er naar uit dat God krachtig tot ons spreekt door Zijn Woord en Hij ons hart en verstand opent voor Hem. (Zijn Woord) Dan is er geen twijfel meer mogelijk.
Dan herkennen we als Zijn schapen Zijn stem. (Joh.10)
Dus God is altijd de eerste in ons leven, maar (h)erkennen we dat ook?
We zijn geestelijk dood of levend.
Ik las in de biografie van Hellenbroek dat hij al zeven jaar preekte voordat hij wederom geboren werd. Zijn gehele bediening rustte voor die tijd op het beschouwen van geestelijke waarheden, op het zweven op zijn grote gaven. Het kan dus ver gaan met overtuigingen en indrukken en een goed verstand.
Na zeven jaar preken werd hij door God met een vaderlijke hand in de binnenkamers van Zijn eeuwige liefde en ontfermende genade, krachtig ingeleid. Hij, die zo lang op de wieken van zijn doorkneed verstand gezweefd had, zette zich nu neer op Jezus' heilrijke verdiensten. Hier zie je de trekkende liefde van de Vader.
(Bron:A.Hellenbroek, de Kruistriomf van Vorst Messias, blz.15, biograaf Tiele)