De goddeloze rechtvaardigen en naaste vergeven
Ds. R.H. Kieskamp | 2 reacties | 09-03-2018| 12:09
Vraag
Ik heb een vraag over het vergeven van mijn naaste. In de Bijbel staat op meerdere plaatsen geschreven dat we onze naaste moeten vergeven. We moeten ze vergeven zoals Christus ook ons heeft vergeven. In Spreuken 17 staat het volgende: “Wie den goddeloze rechtvaardigt, en den rechtvaardige verdoemt, zijn den HEERE een gruwel, ja, die beiden.” Hoe kan dit samen gaan? Om ons te vergeven heeft de Heere Jezus de straf gedragen en is de zonde niet zomaar weggedaan, maar is er ook werkelijk voor betaald. Dit is iets wat ik begrijp, maar hoe zit dit als ik zie op degenen die niet geloven? Voor deze mensen is de straf toch niet betaald? Hoe kan ik ze dan toch vergeven?
Antwoord
De vraagsteller heeft geen problemen met het vergeven van onze naaste, zoals Christus dat van ons vraagt en zoals Hij ook ons heeft vergeven. Wel heeft hij problemen met een tekst uit Spreuken 17 waar staat: 'Wie de goddeloze rechtvaardigt en de rechtvaardige verdoemt zijn de HEERE een gruwel, ja die beide'.
Achtergrond van de vraagstelling is dat Christus voor gelovigen de straf gedragen heeft. Daar is vergeving door ons dus geen probleem. Doch hoe zit het bij hen die niet geloven, omdat voor hen de straf niet is voldaan?
Allereerst wil ik zeggen dat ongelovigen tot bekering kunnen komen, zodat duidelijk wordt dat Christus ook voor hen heeft voldaan. Vervolgens is het van belang er op te letten dat Christus niet vraagt om enkel gelovigen te vergeven. Wij worden geroepen allen te vergeven die zich tegen ons misdragen hebben. Bovendien, wanneer wij iemand vergeven is dat niet absoluut in de zin dat het ook voor Gods aangezicht is vergeven. Wij kunnen enkel tijdelijk en in menselijke zin vergeven. Echte vergeving die ook geldt voor de rechterstoel van God is er alleen door de genade van Christus.
En wat de tekst uit Spreuken 17 betreft, vergeving betekent niet dat wij daarin de goddeloze rechtvaardigen, want vergeving wil nooit zeggen dat wij de zonden van anderen goedpraten of goedkeuren. Overigens betekent vergeving verlenen aan een goddeloze altijd dat die goddeloze geroepen wordt zich van die goddeloosheid te bekeren.
Samenvattend verwoord, wil de opdracht van Christus tot het vergeven van onze naaste allereerst zeggen dat de vergeving die Christus ons verleend heeft, ons teer en zacht maakt van dankbare liefde en ons van harte bereidheid verleent om die liefde ook naar de ander uit te dragen door vergeving te schenken. Een apart probleem is of de ander die vergeving ook wil aanvaarden en het foute goed wil maken. In ieder geval geldt voor elk christen totale bereidheid van hart om te vergeven, zodat er niets bitters in ons overblijft. Met name rond de viering van het Heilig Avondmaal is dit van onopgeefbaar belang.
Ds. Kieskamp
Bekijk ook deze video van Geloofstoerusting.nl:
'Het ongelooflijke getuigenis van een voormalige turnster die voor de rechter haar misbruiker aanspreekt'
Dit artikel is beantwoord door
Ds. R.H. Kieskamp
- Geboortedatum:11-11-1935
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Lienden
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Dominee Kieskamp is op 29 april 2021 overleden.
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Het rechtvaardigen van iemands gedrag is echter zeggen dat het niet echt een fout was omdat iemand er een goede reden voor had om het te doen.
Lijkt me duidelijk dat deze twee niet in elkaars vaarwater zitten.
Dat God onze zonden van ons wegdoet betekent dat Hij ons niet langer verwijt dat wij dat gedaan hebben, de gevolgen zijn er wel en die draagt Hij voor ons. Hij verbreekt dus de koppeling tussen de gevolgen van onze zonden, en ons. Hij ziet ons als schoon. De fout is er echter wel, en wordt op Jezus geladen. Als wij vergeving vragen moeten wij dan ook altijd onze fout erkennen. God houdt er niet van als we zeggen dat het niet echt onze schuld is om die of die reden, en we onze verantwoordelijkheid niet nemen. Dat is waar die tekst in Spreuken mee in lijn is: God houdt er niet van als we onze eigen of andermans fouten bestempelen als ‘niet echt fout, want...’ Hij is een rechtvaardige God die de waarheid waardeert, en vanuit die waarheid liefdevol vergeeft. Als je fouten niet erkent is er namelijk ook geen ruimte om ze te vergeven. Dan leef je een leugen. Vaak als je je eigen of andermans daden probeert te rechtvaardigen, leg je daarmee de schuld ook bij iets of iemand anders. Zelfs als diegene aan iets anders schuldig is, dan nog steeds niet aan de verkeerde keuze die jij daarna hebt gemaakt. Dit is het gedeelte van de rechtvaardige verdoemen. In het groot zie je dit bijvoorbeeld bij racistische stromingen, dat bepaalde rassen opgehemeld worden en anderen aangewezen worden als oorzaak van alle kwaad. Dit klopt natuurlijk niet, het is afgoderij, en God een gruwel.
Je ziet dus dat de tekst in spreuken meer gaat over het eerlijk vertellen van de waarheid, en vergeven is wat God wil dat je vervolgens met die waarheid doet. Vergeven is in geen geval liegen. Het is enkel de keuze om iemand niet langer kwalijk te nemen wat hij heeft gedaan, niet in ontkenning van de waarheid maar juist in erkenning van de waarheid en de gevolgen daarvan voor jou.