Liedkeuze op school
Mr. P. M. (Pieter) Oskam | 44 reacties | 07-03-2018| 08:02
Vraag
Als pabostudent loop ik dit jaar stage op een Hervormde school. Ik heb zelf op een reformatorische school gezeten, dus dit was voor mij wel wennen. Het bevalt me echter goed en ik heb het erg naar m’n zin. Er zitten veel onchristelijke kinderen op deze school. Ik vind het bijzonder om ook deze kinderen over het evangelie te vertellen. Ook vind ik het gaaf hoe gesprekken soms gaan.
Waar ik wel tegen aanloop is de liedkeuze op school. Er wordt veel uit “Op Toonhoogte” gezongen, waar ik zelf helemaal niet op tegen ben. Maar er worden ook deze liedjes gezongen:
Achter de inhoud van zulke liedjes kan ik echt niet staan. Hoe kan ik hiermee omgaan? Ik wil niet de juf van mijn groep tegen de borst stuiten en veroordelend over komen. Vind het juist heel fijn dat iedereen gerespecteerd wordt, ook ik als Ger. Gemmer. Maar ik wil de kinderen dit lied ook niet laten zingen.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Excuses dat mijn reactie langer op zich heeft laten wachten dan de bedoeling is. Inmiddels is de tijd ook verder gegaan, wellicht heb je met de uitdaging die je beschrijft al stappen gezet?
Je beschrijft een dilemma waar je op je stage tegen aan loopt. Als ik het samen zou mogen vatten komt het erop volgens mij op neer dat je het aan de ene kant als prettig ervaart dat iedereen gerespecteerd wordt. Onchristelijke kinderen zijn welkom op de hervormde christelijke school en jij als reformatorische pabostudent bent er welkom om stage te lopen. Aan de andere kant lijkt het voor jou een opgave om een weg te vinden in de specifieke liedkeuze van de school en jouw rol daarin als stagiair. Ik kan me voorstellen dat dit helemaal speelt als jij de kinderen bepaalde liedjes zou moeten laten zingen waar je zelf niet achter staat.
Je stuurt een link door van een liedje van ‘Make Some Noise Kids’ Deze liedjes zijn een behoorlijk contrast met de psalmen in de berijming van 1773 die je op zondag in de kerk zal zingen. Je geeft aan dat je niet achter de inhoud van de liedjes van ‘Make Some Noise Kids’ kan staan. Heb je voor jezelf ook helder waarom je moeite hebt met deze liedjes? Het kan zinvol zijn om voor jezelf na te gaan op welke punten de inhoud van de liedjes een andere weg gaan dan wat jij persoonlijk gelooft. Met andere woorden: weet je waar je het over hebt als je zegt dat je niet achter de inhoud kan staan?
Meer nog over de inhoud van de liedjes gaat je vraag voornamelijk over de wijze waarop je hier als stagiair mee om moet gaan. De positie van stagiair heeft iets ingewikkelds: je maakt zoveel mogelijk deel uit van het team én verricht de werkzaamheden die het team zelf ook uitvoert. Toch blijft een stagiair vaak ook een beetje een buitenstaander en spelen andere belangen en verhoudingen een rol. Opdrachten van je opleiding of stageplaats, beoordelingen door je begeleider, de zoektocht naar je beroepsidentiteit, je eigen verwachtingen en principes, het kan er allemaal zomaar toe leiden dat je in conflict komt met jezelf.
Veel opleidingen kennen in de fase van stagelopen iets als supervisie of intervisie waarbij je deze uitdagingen kan analyseren, kan reflecteren op je eigen handelen en kan zoeken naar nieuwe handelingsmogelijkheden. Het kan zinvol zijn om deze situatie met collega-studenten of een begeleidende docent op die manier onder de loep te nemen. Als voorschot op de mogelijke uitkomst lijkt het mij ook niet onverstandig om in deze situatie met je directe begeleider op je stageplaats het gesprek aan te gaan en hierin aan te geven dat je het lastig vindt om de kinderen deze liedjes aan te leren. Het gesprek aangaan over jouw persoonlijke zoektocht hierin zal toch niet veroordelend over hoeven te komen? Zeker niet als je het dicht bij jezelf houdt. Je zou de juf van de groep ook eens kunnen vragen hoe zíj omgaat met situaties waarin er van haar als leerkracht iets gevraagd wordt waar ze persoonlijk een andere opvatting over heeft. Je zal op je stage werken aan je persoonlijke ontwikkeling als professional, de rol die jouw identiteit hierin speelt zal in de begeleiding vanuit je opleiding en stageplaats ook een plek kunnen krijgen. Als je het lastig vindt om dat concreet vorm te geven wil ik je adviseren om dat bespreekbaar te maken bij de juf van de groep dan wel je begeleider van de opleiding.
Participeren in een samenleving als de onze die bestaat uit zoveel diverse groepen mensen met verschillende levensovertuigingen en (culturele)gebruiken zal soms ook pijn doen. Jezelf terugtrekken in een vertrouwde omgeving waarin alles gaat volgens onze eigen principes kan een gevoel van veiligheid geven. Het risico bestaat dan wel dat er een samenklonterend blok zout ontstaat dat wel zout is, maar geen functie meer heeft als smaakmaker in de smeltkroes van verschillende principes. Veel succes in het vervolg van je stage toegewenst.
Met vriendelijke groet,
Pieter Oskam
Dit artikel is beantwoord door
Mr. P. M. (Pieter) Oskam
- Geboortedatum:03-03-1992
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Zeist
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Functie: Financieel/diaconaal zorgverlener (www.bobeldijk.nu)
Opleidingen: Bachelor of Theology & Master of Laws
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
De vorm is wellicht niet wat gewend is. Daar is toch overheen te zetten? Niet iedereen heeft dezelfde smaak.
In de berijming 1773 staat dat "juichend" een beetje weggemoffeld aan het einde van het vers. Veel prominenter zijn "Godgewijden zang" en "een verheven lofgedicht". Zou het door jou geplatste liedje niet dichter in de buurt komen van wat Psalm 95 bedoelt?
"Het werkwoord agalliaō betekent ‘jubelen, juichen, zich verlustigen, feestvieren’, zowel in de actieve als in de mediale en passieve vormen."
Uit: Studiebijbel.nl
Lage kwaliteit muziek tekst en zang.
In dit lied hoef je maar op je plaats te staan om de wereld te verbeteren. Een heel goedkoop evangelie.
Mijn manier om hieraan mee te werken...ik moet het lied wel spelen in de kerk of op school...maar doe
dat niet zo uitbundig...een beetje saboteren...en dan vragen ze niet nog eens of ik dat gezellig wil spelen. Maar moet je eens horen als ik een goed lied moet spelen. Dan maak ik er iets moois van. Dus...als het aan jou ligt in de klas of stage...dit lied niet voorstellen te zingen. Als anderen het voorstellen...met geknarste tanden meezingen en zo snel mogelijk heel enthousiast doen over een lied dat wel goede inhoud heeft en dat promoten om te zingen. De Psalmen voor Nu....zou een heel goed idee zijn.
De psalmen van 1773 zijn muzikaal gezien ook bepaald geen hoogstandje. Zeker niet op hele noten.
Qua tekst: erg veel inhoud heeft het niet. Als dit het enige lied is is daar inderdaad veel op af te dingen. Als het in een hele reeks met liedjes zit ligt het al genuanceerder. Psalm 150 is bijvoorbeeld ook niet heel sterk qua inhoud.
Qua achterliggende gedachte ben ik wel heel positief. de tijd waarin we de jeugd nog konden bereiken met orgelmuziek ligt achter ons. Om deze kinderen iets mee te geven van het geloof moeten andere vormen gevonden worden. En dat is hier wel gelukt, hoewel er op tekst en kwaliteit van muziek veel af te dingen is.
Saboteren is nooit verstandig. Keert zich altijd tegen je. Als je serieus genomen wilt worden als jij iets wilt zingen moet je de ander ook serieus nemen als hij iets wil zingen.
Vul in de tekst voor ‘hij’ de duivel in en het lied is ontmaskerd. Weg met die godslasterlijke troep!
Hopelijk krijgt de vragensteller de vrijmoedigheid om getuige te zijn van wat werkelijk de blijde boodschap is.
Heb je een voorbeeld van de -volgens jou- genoemde grove leugens in dit liedje?
Uiteraard.
Hier volgt de tekst en ik zet zo nu en dan er een Bijbeltekst en opmerking tussen haakjes naast. Als je die opzoekt dan word je duidelijk wat ik bedoel. Je ziet het grote contrast vanzelf. Let op, het is mijn reactie op deze verderfelijke manier van evangeliseren. Het kan zijn dat de tekstschrijver andere dingen voor ogen heeft dan wat nu naar voren komt. Dat heeft te maken met de vaagheid van de tekst.
Laten we vooralsnog uitgaan van de goede bedoelingen van de tekstschrijver en dit lied zien als een oproep om te evangeliseren. Dit naar aanleiding van de eerste regel.
Ik wil de wereld echt zo graag vertellen, dat alles beter wordt. (Rom 1:18, Rom 1: 24, de wereld wordt helemaal niet beter, ze zal vergaan.) Maar de wereld is zo groot, ik kom tijd tekort. (Fil 4:11b) Ben niet te stoppen ik ga door en blijf koel. (Jes. 53: 6, Jes 28 :16e, leert ons waarin we niet zijn te stoppen) Ik bereik mijn doel, ik pak mijn kans en ga er helemaal voor. (Jes 6: 5, ofwel, ken jezelf) Want weet je Hij is the best (Mal 1: 6,7, als dat waar is, waar is dan de eer van God in dit lied?) Hij staat altijd klaar (Habakuk 2:3b, De Heere op afroep is een ergerlijke dwaling en gaat in tegen de Schrift) Altijd is Hij daar (Job 13: 24, er zijn zoveel Schriftplaatsen waar dit tegengesproken wordt. Het is een boodschap die haaks staat op wat bijvoorbeeld de psalmschrijvers ons leren) Hij houdt van iedereen en laat ons nooit alleen ( Matth 7: 21-23, wat een verdraaiing van de blijde boodschap) Hij leert ons superveel (Jes 66: 2b, inderdaad, maar is dit ook wat dit lied beoogd?) Ja Hij maakt het verschil (Matth 25: 32, zeker, bijvoorbeeld in het scheiden van de schapen en bokken) Hij is mijn nummer 1. (Zoek de verschillen, bijvoorbeeld met Psalm 52 : 7 Mijn God, U zal ik eeuwig loven, Omdat Gij 't hebt gedaan; 'k Verwacht Uw trouwe hulp van boven; Uw waarheid zal bestaan; Uw naam is voor 't oprecht gemoed, Van al Uw gunstvolk goed. We dance together (1 Kor. 15: 32b, geen uitleg nodig?) Hij houdt van ons forever (Jes 3: 10 en 11, jazeker, van de rechtvaardige, maar over de onrechtvaardige vertoornd Hij zich) Hands up, hands down and turn around. (de ‘nieuwe’ bekering? Gelukkig hangt het niet af van mijn handjeklap, Efeze 2: 5,6) Kom op en laat het aan de ander merken, jij bent niet alleen, met elkaar de wereld beter maken, dat wil toch iedereen. (Matth.15: 8-20, als je de boze beraadslagingen van je eigen boze hart kent, doe je deze uitspraak niet meer)
We laten de duivelsegeest oproepende ondersteuning van de muziek maar even achterwege.
Wil je evangeliseren? Ken dan jezelf, ken God, ken de boodschap van het Evangelie. En stop met het verleiden van jezelf en sleur andere mensen niet in het verderf. En alsjeblieft, doe dit je kinderen niet aan…
Het is te hopen dat besturen van onze basisscholen hun verantwoordelijkheid nemen en deze rotzooi niet in de school toe te laten.
"We laten de duivelsegeest oproepende ondersteuning van de muziek maar even achterwege"
Wijs dat je het achterwege wilt laten.
Ik ben namelijk met je eens dat het herrie is, en nog eens slecht uitgevoerd ook. Maar om muziekstijlen aan de duivel toe te wijzen gaat me wel te ver.
God zit niet in een muziekstijl, maar ook de duivel niet.
Voor de rest zie ik veel smaken en verschillen. Een deel van de reacties ziet het probleem van dit lied niet en een ander deel wel en komt al snel met een etiket: walgelijk of zelfs duivels. Bij beiden zou ik een kanttekening willen plaatsen.
1
Er wordt een verwezen naar Jezus, die ook danste en feest vierde dus je moet je maar over dit lied heenzetten (@Lecram) en ook @Unionist komt met een analyse van het woord juichen in Psalm 95 met de opmerking dat dat juichen er in onze reformatorische traditie maar karig vanaf komt dus dit liedje zou daarop een correctie kunnen zijn. Dat de tekst van het liedje wat eenvoudig is, dat hoeft geen bezwaar te zijn want ook de tekst van Psalm 150 zou niet veel om het lijf hebben (vrij vertaald van @Gouwenaar) en kunnen worden samengevat met: alles wat adem heeft, love de Heere!
Ik zou willen opmerken, als loflied is Psalm 150 juist zo sterk omdat de lof des Heeren het enige thema is van het lied, niet wat wij doen, voelen, denken. Het is in zijn geheel op God gericht. Dat is bij het onderhavige liedje anders: Ik ben niet te stoppen, ik ben cool etc., waarbij dan op zijn best (ter correctie?) nog wordt toegevoegd: Hij is nummer 1, waarbij het overigens in het vage blijft wie die “Hij “ is. Maar het geheel komt op mij meer over als een loflied op jezelf, dan op God. Daarom kan ik Psalm 150 uit volle borst meezingen, maar dit lied beslist niet!
@ Unionist heeft echter een punt dat wij in onze gezindte bij het juichen en loven er vaak de handrem op hebben zitten. Hij illustreert dat aan de hand van Psalm 95 (berijming 1773). Zijn opmerkingen hebben mij bewogen om zelf nog eens naar Psalm 95 te kijken en als alternatieve berijming heb ik het volgende gemaakt:
Psalm 95
1
Komt heft een vrolijk loflied aan,
terwijl wij voor de HEERE staan,
en Hem uitbundig juichend eren.
Hij is de Rots van heil, ons licht:
komt nadert voor Zijn aangezicht
Juicht Hem met psalmen. Looft de HEERE!
2
God, onze HEERE, groot is Hij!
Ja, Hij streeft elke god voorbij,
want Hij is Koning, hoog verheven.
Zijn hand is in het diepst ravijn
tot waar er hoge bergen zijn,
Zijn adem blies het stof tot leven.
3
De zee hoort bij Zijn rijksgebied
Hij maakte al wat men daar ziet
ook vormde Hij de droge streken.
Aanbidt en bukt nu voor Hem neer
komt, laat ons knielen voor de HEER’
Die ons gemaakt heeft door Zijn spreken
4
Want Hij is onze God en wij
zijn ‘t volk, de schapen in Zijn wei.
Hij, onze Herder, zal ons leiden.
Als u Zijn stem nu heden hoort
verhardt u niet, maar neem Zijn Woord
van harte aan, laat u bevrijden.
5
Verhardt u niet, zoals weleer
uw vaders deden. Keer op keer
beproefden zij Mijn trouw, Mijn werken.
Ik leidde hen door de woestijn
wat Ik daar deed was echt, geen schijn.
Zij zagen zonder op te merken.
6
Ik had dus veertig jaar verdriet
van dit geslacht: zij hoorden niet.
Dit volk was van Mijn weg ten leven
onwetend, met een dwalend hart;
daarom zwoer Ik in toorn, met smart
zij zullen in Mijn rust nooit leven.
Waarom deze uitgebreide reactie? omdat het mij beweegt en omdat ik mij zorgen maak. Wij laten aan de ene kant het uitbundig juichen over aan “Evangelische” broeders en zusters waarin dan helaas (en dat is de keerzijde) vaak de diepgang en het evenwicht ontbreekt. (voorbeeld: in het gewraakte liedje vind ik niets terug van het tweede deel van Psalm 95)
Wij zijn zo vaak net zoals het volk Israel in de woestijn: Wij zien zonder op te merken ( Psalm 95:5 hierboven). Wij zijn zo vaak traag om de bedoeling van Gods Woord en werk op te merken en te onderscheiden van het werk van de tegenstander.
2
En dan kom ik bij het tweede. We moeten maar voorzichtig zijn met het plakken van etiketten en zonder verdere uitleg bijvoorbeeld iets walgelijk of duivels noemen. Dergelijke krachtige etiketten als zodanig helpen niet om de ander te overtuigen. Immers smaken verschillen. Wel moeten wij de leugen, als horend bij de eigen werken van satan onderscheiden, maar daarbij moeten we dat wel uitleggen. Ook daarvoor geldt dat wij moeten zien èn opmerken. Kenmerkend van Satans aanpak is: hij liegt de waarheid. Daarom (en niet zozeer omdat de muziekstijl mij niet zo aanstaat of omdat er meer herrie dan welluidende klanken zijn of iets dergelijks) ondersteun ik de vraagsteller en diverse reactanten in een stellige afwijzing van het gewraakte liedje. Want als ons loflied feitelijk de loftrompet blaast over ons eigen zelfvertrouwen moeten we vrezen dat wij horen bij die mensen die God bezweert dat zij niet in Zijn rust zullen ingaan (Psalm 95:6 hierboven).
Dient de Heere met vreze, verheug u met beving (Psalm 2)
Ik denk dat dit het venijnige is van deze soort van liederen, want dit schijnevangelie vind steeds meer ingang dan het werkelijke evangelie omdat het werkelijke probleem (wie en wat ik ben van nature) niet wordt onderkend of aanvaard en zelfs wordt afgewezen wat dat past niet bij een positief zelfbeeld (wat inderdaad denk ik ook een deel van de inhoudelijke boodschap is, of ten ministe een achterliggende gedache).
Alhoewel dit in mijn ervaring vaak hand in hand gaat met bepaalde muziekstijlen, is inderdaad denk ik de muziekstijl op zichzelf niet de kern van het probleem.