Om vergeving vragen
Ds. C. Oorschot | 1 reactie | 19-01-2018| 13:04
Vraag
Ik ben uit de ‘wereld’ tot bekering gekomen en ik heb veel dingen fout gedaan in het verleden. De mensen bij wie ik schuld had heb ik om vergeving gevraagd. Aan de Heere heb ik alles beleden en ik mag weten dat mijn zonden vergeven zijn. Ook aan mijn moeder heb ik alles opgebiecht waarvan ik dacht dat ze het weten moest. Maar nu twijfel ik of ook mijn vader alles moet weten. Of is het genoeg dat de Heere God het weet en mijn moeder?
Antwoord
Deze vraagsteller heeft een probleem dat hem/haar waarschijnlijk al wat langer bezig houdt. Bij het lezen en herlezen van deze vraag moest ik denken aan Jak. 5:16, waar staat: “Belijdt elkaar de misdaden en bidt voor elkaar.” Ik ben ervan overtuigd dat we deze beide zaken niet moeten scheiden van elkaar. Met andere woorden: Het schuld belijden tegenover je naaste en de voorbede voor deze liggen in elkaars verlengde en deze twee mogen we niet uit elkaar halen. Zo we dit wel doen, dan is er geen echte gemeenschap met de ander, want die loopt via de Troon. Of anders gezegd: God verbindt eerst aan Zich en daarna aan elkaar.
Nu weet ik de verhouding vader-zoon en omgekeerd niet, maar uit de brief van de vraagsteller is op te maken dat zijn band met moeder hechter is dan die met vader. Duidelijk is ook dat hem dit geen vrede geeft. Daarom vraag ik: Wat let je om vader en moeder in deze gelijk te behandelen?
Nog één ding moet me van het hart namelijk dat je het schuld belijden aan elkaar niet moet overdrijven. Ik bedoel, dat wanneer je je naaste je zonden beleden hebt en (na om vergeving gevraagd te hebben) de ander je dit ook heeft geschonken, dan moet en mag je dit ook als gedaan beschouwen en behoef je die last niet weer op je te nemen om er daarna weer mee verder te sjokken. Indien de Heere God om Christus’ wil je de zonden vergeeft, komt Hij er nooit weer op terug. Dit geldt helaas niet van de mensen. Echter, wat is belangrijker: Vrede met God óf vrede met alle mensen? Lees in dit verband Rom. 12:14-19.
Ds. C. Oorschot
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Oorschot
- Geboortedatum:25-08-1933
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Stellendam
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. Oorschot is op 17 april 2021 overleden.
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
God woord zegt, aangaande je vraag, hierover in Hebreeën 10:22” …laten we God dan naderen met een oprecht hart en een vast geloof, nu ons hart gereinigd is, wij van een slecht geweten bevrijd zijn en ons lichaam met zuiver water is gewassen”.
Hiermee wordt bedoelt dat je het in orde moet maken met mensen of organisaties die je hebt benadeeld zodat je geweten je niet meer veroordeeld en je een rein hart hebt.
Daarnaast aangaande de anderen waarmee je omging, zoals je wereldse vrienden waar je mee hebt gebroken heb, anderen die je jou zo zagen, zij moeten weten dat je afstand hebt genomen van een leven in de wereld / naar de loop van deze wereld in allerlei openbare zonde e.d. Als die jou dan zien weten ze dat je een christen geworden bent en zo heb je dan een lichaam gewassen met zuiver water.
Het is niet nodig, niet geestelijk en niet opbouwend, om mensen die niet direct betrokken waren en die je niet benadeeld hebt te gaan vertellen wat je hebt uitgespookt. Hun aangeven dat je met de wereld hebt gebroken en je zaken in orden hebt gemaakt is voldoende.
Wij hebben met God van doen en moeten leren om te leven voor God en zijn aangezicht. Niet voor de oog- en eer van mensen en helemaal niet als een slaaf van mensen.