Gods wil (van het besluit) (2)
Ds. G.A. van den Brink | Geen reacties | 15-01-2018| 12:17
Vraag
N.a.v. de vraag over Gods wil, beantwoord door ds. Van den Brink, mijn vraag hierover: Hoe verhoudt de tekst “God wil niet dat enigen verloren gaan” zich met het antwoord? God heeft toch geen lust in de ondergang van de goddeloze maar daarin dat hij zich bekeert en leeft?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste (nieuwe) vragensteller,
Dank voor je vraag. Je noemt twee bijbelteksten, Ez. 33:11 en 2 Petr. 3:9. Ezechiel zegt: “Ik vind geen vreugde in de dood van de goddeloze, maar daarin dat de goddeloze zich bekeert van zijn weg en leeft!” En Petrus zegt dat God niet wil “dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen.”
De tekst uit Ezechiël laat zien dat God de dood van de goddeloze niet wil als doel in zichzelf. Dat neemt niet weg dat God de dood van de goddeloze wel wil als middel tot een doel, namelijk het rechtvaardige oordeel over hun zondige leven (zie bijvoorbeeld Spr. 1:24-26).
Vergelijk het met een rechter: die wil niet een verdachte leed aandoen, als doel op zichzelf. Tegelijk kan hij willen en besluiten om een verdachte rechtvaardig te veroordelen en hem leed aan te doen van een langdurige gevangenisstraf. Elke straf is immers een vorm van leed toebrengen en als God dat nooit zou kunnen of mogen of willen, zou Hij niet in staat zien iemand te straffen. Maar het feit dat God straft is een deugd, geen ondeugd (zie Rom. 3:4-6).
De tekst uit 2 Petrus gaat over de wil van het besluit. De “enigen” (dus: bepaalde concrete personen) van wie God niet wil dat zij verloren gaan, zijn degenen die uitverkoren zijn en van hen heeft God gewild dat zij allen tot bekering komen, zoals de tekst vervolgt. De tekst gaat dus niet over alle mensen en er staat dan ook niet dat God zou willen dat niemand verloren gaat.
Als je de wil van het besluit uit de Bijbel weghaalt, houd je een God over die ons goede adviezen en aansporingen geeft, maar uiteindelijk niets anders kan doen dan toekijken hoe mensen reageren op zijn genade, en die het moet laten gebeuren als zij het afwijzen. Dat is echter beslist niet de taal van de Schrift. Zelfs het ongeloof en de weerstand van mensen overvalt God niet, maar heeft op een diepe, goddelijke wijze een plaats in zijn plan. Zie Rom. 9-11.
Met vriendelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook: