Woestijnreis en vrijsteden
prof. dr. M.J. Paul | 1 reactie | 07-12-2017| 12:23
Vraag
Twee vragen van leerlingen uit mijn klas waarop ik (nog) geen antwoord weet. Ik heb wel gezocht maar nu roep ik de hulp van experts in.
1. Waarom liepen de mannen van voren bij de woestijnreis? Zo kon het volk Israël makkelijk vanaf achteren worden aangevallen.
2. De bedoeling van de vrijsteden is duidelijk. Bij een onbedoelde doodslag kon je erheen vluchten. Nu is de vraag: wat te doen als je al in de vrijstad woonde? Dus, je was al burger, dan kon je er niet meer heen vluchten?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Bij de eerste vraag is het niet gemakkelijk de volgorde van de stammen en personen in de woestijnreis te bepalen. Waarschijnlijk doel je op het feit dat Amalek het volk Israël van achteren aanviel. Dat staat niet beschreven in het algemene bericht in Exodus 17:8-16, maar wel in de korte mededeling in Deuteronomium 25:17-19. Amalek overviel in de achterhoede alle zwakken, terwijl het volk moe en uitgeput was. Waarschijnlijk bevonden zich daar vrouwen, kinderen, ouden, zieken en vermoeiden. Het lijkt mij niet nodig aan te nemen dat alle mannen vooraan liepen, maar het is wel mogelijk dat de meeste gewapende mannen voorop liepen. Dat ligt ook voor de hand in een onbekend gebied met onbekende gevaren.
Een paar keer staat vermeld dat priesters met de ark voorop liepen (Joz. 3 en 6), maar daaruit kunnen niet veel conclusies over de positie van de vrouwen en kinderen getrokken worden.
Bij de tweede vraag is van belang dat de wetgeving in de Bijbelboeken Exodus-Deuteronomium onvolledig is. Er worden belangrijke voorschriften gegeven, maar details over de uitwerking in allerlei situaties ontbreken. Er zal wel een mondelinge overlevering geweest zijn en jurisprudentie, maar er werd ook veel overgelaten aan de wijsheid van de oudsten en rechters. De wetgeving is vooral illustratief en noemt voorbeelden om situaties te verduidelijken. Dit is een belangrijk verschil met onze wetgeving die veel gedetailleerder is. Wij zijn in onze maatschappij ‘wettischer’ dan Israël!
In Numeri 35 staat de opdracht steden te geven aan de Levieten (vgl. Deut. 19 en Joz. 20-21). Een deel van deze steden krijgt de functie van vrijstad, bedoeld voor de inwoners van een bepaalde regio. Het lijkt mij daarom voor de hand liggend dat ook de inwoners van die stad onder de beschermende bepaling vielen. Zij hoefden dus niet meer te vluchten, maar woonden al in een vrijstad.
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
We lezen dat een engel meegaat op weg naar het beloofde land Exodus 23 en Exodus 32. In Numeri wordt de volgorde bepaald voor het verder optrekken. Alles geschiedt volgens orde en voorschrift. Er is ook een deel wat niet tot Israël behoort, ook zij sluiten zich (vermoedelijk) achteraan. Amalek waagt het toch om Israël van achteren aan te vallen. Moge de gedachtenis van Amalek, het achterbakse, weggevaagd worden van onder de hemel is nog steeds een gebruikelijke uitdrukking onder het Huis van Israël.
De vraag over de vrijsteden, die pas in werking treden wanneer men in het beloofde land aankomt, vind ik kostelijk. De bloedwreker heeft het recht om voordat de dader in de vrijstad is aangekomen hem te doden. Wanneer echter de dader in een vrijstad woont zal deze voor het plaatselijke gerecht gebracht worden. Is deze schuldig, dan zal deze veroordeeld worden en conform aan de eis zijn straf moeten ondergaan.
Stel dat de verdachte dader onschuldig is, dan is vaak de bloedwreker er niet altijd van overtuigd. De vermoedelijke dader zal dan altijd in een vrijstad moeten verblijven. Zijn vrijheid krijgt hij door vrijspraak of bij het overlijden van de hogepriester. Dan mag de bloedwreker hem niet meer achtervolgen en hem in een hinderlaag lokken buiten de vrijstad om hem alsnog te doden. Als de bloedwreker alsnog wraak neemt dan wordt hij door die daad direct een moordenaar. Hij heeft de wet overtreden en zal ook niet vrijuit gaan in de vrijstad.