De komma van Romeinen 7
Ds. C. den Boer | Geen reacties | 20-11-2017| 13:41
Vraag
Aan ds. C. den Boer. Ik ben mij de laatste tijd aan het verdiepen in de Romeinenbrief. Een indrukwekkende brief, waar erg veel in staat. Ik heb in dat kader ook uw uitleg gelezen over Romeinen 6 en 7:13-26. U heeft het daar over de komma van Romeinen 7, die duidelijkheid zou moeten verschaffen. Hoe kan die komma duidelijkheid verschaffen als de Griekse grondtekst geen komma’s bevat? Wij kunnen dan toch niet afgaan op een komma die er bij een vertaling in is gekomen? Dat is dan toch een menselijke toevoeging?
Een vraag over de “ik”. Volgens uw exegese is die “ik” Paulus in zijn hoedanigheid op dat moment. Hoe kunt u dat rijmen met teksten uit de context en andere delen, waar Paulus ook schrijft: (Rom. 6)
2.“Volstrekt niet! Hoe zullen wij, die met betrekking tot de zonde gestorven zijn, nog daarin leven?
5. Want als wij met Hem één plant zijn geworden, gelijkgemaakt aan Hem in Zijn dood, dan zullen wij ook aan Hem gelijk zijn in Zijn opstanding.
6. Dit weten wij toch, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen.
7. Want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde.
8. Als wij nu met Christus gestorven zijn, geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven.
11. Zo dient ook u uzelf te rekenen als dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus, onze Heere.
14. Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade.
22. Maar nu, van de zonde vrijgemaakt en aan God dienstbaar gemaakt, hebt u uw vrucht tot heiliging, met als einde eeuwig leven.”
Rom. 7:6: “Maar nu zijn wij ontslagen van de wet, gestorven aan dat waaraan wij vastgebonden zaten, zodat wij in nieuwheid van Geest dienen, en niet in oudheid van letter.
20 Als ik nu dat doe wat ik niet wil, breng ík dat niet meer teweeg, maar de zonde die in mij woont.”
Rom. 8:2: “Want de wet van de Geest van het leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood.
4 ... opdat de rechtvaardige eis van de wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest.
9. Maar u bent niet in het vlees, maar in de Geest, wanneer althans de Geest van God in u woont. Maar als iemand de Geest van Christus niet heeft, die is niet van Hem.
15. Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader!”
Rom. 15:14: “Nu ben ik ervan overtuigd, mijn broeders – ook ikzelf met het oog op u – dat u zelf ook vol bent van goedheid, vervuld met alle kennis, in staat ook elkaar terecht te wijzen.”
Die teksten zeggen juist dat wij verlost zijn van de zonden, maar ook dat wij in de kracht van de Geest de zonden kunnen overwinnen. Dan lijkt het er veel sterker op dat Rom. 7:14-26 gaat over iemand die nog aan het begin staat van de weg van heiliging. We kunnen toch niet om al die andere teksten heen? Ik weet uiteraard ook wel uit eigen ervaring dat de zonde op de loer ligt, maar ervaar ook dat de zondige begeerte wijkt als ik Gods Geest aanroep in de Naam van Jezus. Het grootste probleem is dan niet dat wij de zondige begeerte in ons voelen opkomen, maar dat wij geen gebruik maken van de Heilige Geest, waarmee wij verzegeld zijn. In de kerk gaat het in de prediking ook bijna nooit over het werk van de Heilige Geest in het lichaam en leven van de gelovige, maar vaak alleen als het gaat om de levendmaking, terwijl Paulus daar vaak over schrijft. We kunnen toch niet om al die andere teksten heen? Ik schrijf dit niet om te twisten of u een hak te zetten, maar ben oprecht op zoek naar wat God in Zijn Woord te zeggen heeft.
Antwoord
-In Rom. 7:14 schrijft Paulus: “Ik ben vleselijk, komma...” Inderdaad, er staat hier geen komma in de Griekse grondtekst, wel in vertalingen. Dus deze komma is een kwestie van vertalen en tegelijk interpretatie, om misverstand te voorkomen.
-In de onmiddellijk aan vs.14 voorafgaande verzen 13 en 14 betuigt Paulus dat de wet heilig en het gebod heilig is en rechtvaardig en goed. De wet is geestelijk. Die brengt op zich niet tot de dood. Waar komt dan wel de dood vandaan? Die komt van de zonde, tevoorschijn geroepen door de wet. Want de wet is geestelijk. Geen kwaad woord ervan. Maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde.
-Het is duidelijk, dat Paulus hier spreekt over zijn zondig bestaan, afgedacht van Christus. En dat is niet zijn zondig bestaan voordat hij tot bekering kwam, maar zijn zondig bestaan zoals hij dat (ook na ontvangen genade) steeds in zich omdraagt. De blijvende wortel van zelfmishagen.
-Het laatste heeft Kohlbrugge in zijn preek over Romeinen 7:14 terecht verwoord. Kohlbrugge heeft dat staande gehouden en terecht het gevaar gesignaleerd van Costa’s uitleg, namelijk dat het in genoemde tekst zou gaan over het niet wedergeboren/bekeerde deel van de gelovige, ook na diens bekering. Daarom is er terecht in vertalingen van Rom. 7:14 een komma geplaatst tussen vleselijk en verkocht. Er moet dus niet gelezen worden: Voorzover ik vleselijk ben, ben ik verkocht onder de zonde. Maar ik ben, bekeerd en gelovig, in mijzelf vleselijk, verkocht onder de zonde en heb blijvend het vernieuwend werk van Gods Geest nodig. En het is daardoor, dat ik ook mag zeggen: Ik heb een vermaak in de wet Gods, naar de inwendige mens (vs. 22).
-Ik heb nog eens teruggelezen wat ik in mijn verklaring van Rom. 7:14 schreef (zie mijn website, sub exegetica, sub Rom. 7:1-8) en wil me graag houden aan de uitleg die ik daar gaf.
-Ik voeg daar nog aan toe: een ervaring uit mijn jongste jaren (zie het besluit van de beschrijving van mijn levensloop in mijn website). In mijn jongste jaren -op mijn 20e levensjaar- heb ik mijn vroomheid moeten inleveren. Ja, ik meende, dat ik door heel ijverig bezig te zijn in het werk van de Heere, mij aangenaam kon maken voor God. Maar ik moest mezelf leren kennen als een mens die van nature een vijand van God en van Zijn genade is. En ik leerde te leven op kosten van de Heere Jezus Die alles, ja werkelijk alles voor mij had volbracht. Vanaf die tijd stem ik van harte in met het lied van Robert Murray MCheyne: “Nu ken ik die waarheid zo diep als gewis, dat Christus alleen mijn gerechtigheid is.”
Steeds meer ben ik aangewezen geraakt op de vrije genade van Hem Die zondaren zalig maakt op basis van Zijn bloedstorting. Ik ging meer dan ooit lezen in de geschriften van de Engelse puriteinen, Andrew Gray, de Erskines o.a. en van de Nederlandse Nadere Reformatoren (Wilhelmus à Brakel, enz.). Vaak werd ik daardoor getroost. Ook Kohlbrugge’s preek over Romeinen 7:14 (de bekende preek over de komma) hielp mij om al mijn gerechtigheden weg te werpen en genoeg te hebben aan wat de Zaligmaker Jezus Christus in mijn plaats had willen doen.
Ik wens de vraagsteller en allen die kennis nemen van deze vraagbeantwoording van harte toe alle zaligheid alleen te verwachten van Jezus Christus, wiens gerechtigheid redt van de dood.
Ds. C. den Boer
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. den Boer
- Geboortedatum:20-04-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Dominee den Boer is op 11 juni 2019 overleden.
Website: dsdenboer.refoweb.nl
Lees ook: 'Digitale levenswerk ds. C. den Boer afgerond' & 'Ds. C. den Boer overleden'