Aannemen
Redactie Refoweb | 7 reacties | 14-11-2017| 16:11
Vraag
Is het woord ‘aannemen’ wel bijbels?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Allereerst dit. Over het woord aannemen zijn rijen theologische boeken geschreven. Theologen waren het dan ook niet altijd met elkaar eens. Natuurlijk niet alleen over dit woordje, maar er speelden grote diepe theologische opvattingen mee. De kerkgeschiedenis laat dat zien. George Whitefield en John Wesley waren broeders, bestreden elkaar fel over de weg van de heiligmaking. John geloofde in een steeds heiliger en volmaakter leven. George zei tegen John, man doe nou eens rustig. Span je toch niet zo in. Je kunt weten dat je verkoren bent, het komt goed kerel. Als God jou verkoren heeft, laat God je ook niet los, maar dat geeft je juist houvast. Geef jouw heilige werkzaamheden in jouw heiligmaking uit handen en laat je leiden door de hand van God (vrij vertaald) . En ze zijn ook nog allebei in de hemel. Dat moeten we ook wel even benadrukken. Mooi voor hen en toch verwarrend misschien voor jou en u. In de Bijbel staat ook het woord aannemen. Predikanten hebben daar al over geschreven en gepreekt. Er zijn ook wel bijbelteksten waarin het woordje staat. Ga maar even googelen. Leuke uitdaging!
Een punt van discussie is wel geweest of de nadruk ligt op jouw aannemen, jouw vermogen om de keuze voor God te maken, dus de geloofskeuze (de vrije wil) van de mens voor God en Gods reactie vervolgens daarop. Vooral de volgorde (dogmatisch) waren geschilpunten en men vond dat ook natuurlijk wel erg belangrijk. Dat is ook wel te begrijpen. Een mens is dood en moet in Christus gaan leven. Theologie gaat over de weg van dood naar leven. Hoe God onderhandelt met mensen.
Natuurlijk was men het er over eens, God geeft jou wel zekerheid, maar vooral de manier waarop, dus hoe God dat deed bij mensen, daarover gingen de wegen uiteen, met beroep op dezelfde bijbelteksten.
Aannemen is ook wel afhankelijk van de context waarin je dat zegt of tegen je gezegd wordt. Stel je eens voor. Je zit op een mooi cruiseschip. Het zonnetje schijnt. Je vaart op het meer van Geneve. Je vriend zegt: “Hier pak eens aan, hier neem het aan. God is liefde.” Onder het genot van chips en een glas bier zeg je: Wow, dat ik heb ik nooit gehoord. Interessant.
Stel, je zit in een vliegtuig. Er wordt omgeroepen: reddingsvesten om, rustig blijven. Het vliegtuig moet gaan landen. Er zijn motoren uitgevallen. Je zou wel wensen dat het vliegtuig al op land met een gierende motor op de grond staat en dat jij de reddingswerkers in je armen mag (aan)nemen.
Kijk, daar heb je het verschil. Het eerste voorbeeld is een spiegel van ons onafhankelijke (on)rustige leven zonder God. God is prima, maar niet voor mij. Ik red me wel. Het tweede voorbeeld is nood. Je loopt vast. Je kunt het niet en je beseft God heb ik nodig. Je kan niet zeggen: God heb ik lief. Terwijl je wel weer ermee zit: ik heb God nodig.
In sommige christelijke kringen is het woord aannemen een slogan. Je moet dat vooral doen. Je kunt het altijd doen. Maakt niet uit, overdag, ’s nachts. Het maakt niet uit, wat je bent, hoe je bent. Bij God is iedereen welkom. God is goed. En Gods liefde is er voor alle mensen. Geen probleem. Wat tob je? Wat twijfel je? God is er voor iedereen. Niet zo moeilijk doen. Loslaten! Je bent een mooi mens. Je ziet er heerlijk uit. God vindt jou een goed mens. En je kunt het. Gisteren was je te laat en morgen is het ook te laat. En je mag, nee nog beter, je moet. Zo moet je dan ook getuigen en je moet heilig leven. Je moet iedere dag, iedere week Bijbelstudie doen. En je moet erop uit. Je moet actief zijn en je moet werven. Je moet praten en je moet vooral niet slapen. Al die dode christenen, in rokjes, knotjes, nette kleding, met hun eigen dingetjes. Stom, achterhaald, niet relevant en ook nog oubollig. Vervelend zelfs. Want je kunt het. Jij moet het doen. De keuze is aan jou. Ik geloof. Prachtig. Fijn. Heerlijk. Doe je het niet, dan ben je dom, oerstom. Hoe eerder je gelooft hoe beter.
Wacht even, waarin geloof je dan? In Jezus Christus, is het antwoord. En waarom/hoe weet je dat God jouw Zaligmaker is? Zo maar een vraag. Dat is niet een voorwaarde, maar je moet weten waarom Jezus dan jouw Zaligmaker is. Weet je ook waarom God in Jezus Christus jouw Zaligmaker is? Hoe is God jouw Zaligmaker geworden? Ontspan je wat met dat moeten! Weet je al dat God ons niet nodig heeft? Ja, maar ik wil zo graag...
In de reformatorische kring ligt het wat anders. Aannemen is niet zomaar iets. Dat is ook nog waar. Een mens kan niets aannemen. Een mens is dood en tot niets goeds in staat. Bekende klanken! Bekende woorden. Het is ook een waarheid. Een mens moet ‘krachtdadig’ levend gemaakt worden. God moet het doen. En ja, God doet het ook wel. Maar niet zomaar. Niet zo voor iedereen. Dat zou toch wat zijn. Ja, God doe het alleen maar heel bijzonder. Zo bijzonder, ik kan daar niet zo maar bij. Ik ben wel echt meelevend hoor!! Maar alleen bij echte bekeerde mensen zie je dat het, hoe moet ik dat zeggen, het is echt, he? Gods volk weet daar echt van en heeft daar ook nog weet van gekregen. Een mens moet wachten op de daad van God, namelijk deze, dat de Heilige Geest ‘het grote werk’ nog in een mens komt te werken. Vaak wordt ongeveer zo wel gepreekt van de kansel: Och, mocht -vanuit een diepe begeerte en stijlbesef van onze nietigheid tegenover de Grote Toornige Heilige en Rechtvaardige God, Die met geen zonden, dus wij als zondaren, van doen wil en kan hebben- ‘het’ (eerste daad wanneer de Heilige Geest Zich met het Woord paart) nog eens (het moment kan je niet weten, maar wel ervaren en zien, als je dat mag ervaren) gebeuren (meestal is dat een heel intens moment op een weg in een ervaring zoals Paulus die had op de weg naar Damascus.) En als je die ervaring mag ontvangen, dan! Ja wat dan? Dan ben je echt een kind van God. Vaak is het ook wel een afsluitende zin, waar in de preek de nadruk wordt gelegd op de Rechtvaardigende daad van God. De zondaar is doemwaardig voor God, in de beleving. De zondaar heeft niets verdiend. Het is dan ook alles genade. Die komt van Gods kant. Een mens kan daar vaak niet bij. Een mens tobt. Een mens bukt. Wat is het donker. De Bijbel gaat nog meer ‘open’, op het moment dat ‘het’ ervaren wordt. De Bijbel wordt pas echt bijbels als een mens het mag zien. Aannemen is zo groot. Eigenlijk te groot. Genade is een Gift. Een soevereine daad. Een mens valt daar helemaal buiten.
U herkent dit misschien. U zit er misschien mee. Zoals ik het ‘ervaar’ kom ik er nooit. Ik voldoe nergens aan. Niet aan de bekering zoals de dominee dat ‘juist’ preekt, maar ook niet aan de ‘kenmerken’ zoals de kinderen van God ‘eruit’ zien of zich gedragen. Eerlijk is dat, wanneer u dat herkent of voor u zelf zo ziet. Erg is dat wanneer u het gevoel heeft dat u ‘niet voldoet’, of wanneer er nooit een woord voor u mag zijn in de preek (ik kom hier straks nog op terug).
Een vraag is deze: Waarom wijst u Christus af? Waarom wijst u het Woord af. Waarom ziet u niet door het Woord heen, in de beloften, maar ook in de Belovende God, die barmhartig is en in Zijn Zoon liefde is. Volmaakte liefde. Waarom ziet u op anderen die u zouden veroordelen in uw kleding, uw gedrag, uw taal, uw functioneren? Waar bent u bang voor? Voor God? Dat hoeft niet. Bij God zijn zondaren welkom! Waarom ziet u teveel op anderen die het ‘zomaar’ en ‘makkelijk’ aannemen. Verschuilt u zich ten diepste onder het mom van ‘onmacht’ niet gewoon achter uw ‘onwil’? Stelt u de roeping in de preek om u te bekeren gewoon niet wat uit? De satan vindt het prima, wanneer u zegt: de dominee preekt goed, hij zegt het goed, hij preekt de zuivere waarheid, en toch leeft u verder uw eigen leven. Kijk ermee uit!
U zult in de preken wellicht veel horen: Van eeuwigheid heeft God een volk liefgehad. Denk erom, u bent ‘nu’ verantwoordelijk! Denk aan uw verantwoordelijkheid! Bekering gaat natuurlijk over het hart, een ander hart, maar ook een andere wil en een ander hoofd. Laten we de zaken niet los van elkaar maken. Satan heeft een groot probleem wanneer u vlucht, zoals u bent, tot Christus. Vergeet niet: satan is als een blaffende hond. Hij blaft, blaft en blijft keffen, maar hij ligt aan de ketting.
En toch wij hebben als mensen maar twee mogelijkheden. De Bijbel is heel duidelijk. De Bijbel is helder. De Bijbel is radicaal. Of we zijn voor Christus en we zien iets van Zijn liefde. Of tegen Christus, omdat we geen liefde hebben voor Hem. Die de Zoon heeft, die heeft het leven en die de Zoon niet heeft, die heeft het leven niet. We nemen God aan als Jezus Christus, we nemen het Woord aan (biddend en pleitend), niet in eigen kracht met vallen en opstaan, wie God de Vader heeft aangenomen, laat zich ook door de Heilige Geest leiden. Jouw aannemen berust in Gods aannemen, waarbij jouw lege zondige hand, zich in de Vaderhand mag leggen, die Vader die vol genade en ontferming is. En die hand van de Belofte in het Woord, die zoveel meer te bieden heeft.
Wil je God in Christus blijven afwijzen, dan wacht je een ernstig oordeel. Maar je beseft nog niet half hoe ernstig dat is. Het evangelie is radicaal. God heeft recht op ons leven. Misschien ben je gedoopt. Gedoopt voor het leven, dan mag je pleitend met lege handen tot Christus gaan en komen. Aanhouden en God aanvaarden is God op zijn Woord gehoorzamen en aannemen.
Bij aannemen hoort ook aanvechting. Maar met jouw ervaringen over die aanvechting zal je ook meer gaan leren dat je daarin niet voor God kan bestaan. Je zult met jouw leven tot een complete overgaven moeten komen. Overgave voor wat en waarin? Je overgeven met al je vrome praatjes en eigen werken. Het zelf willen doen. Dat grote werk, namelijk jouw goede gedrag, dat heeft Christus via het Zoonschap volmaakt voldaan. Christus heeft aan het Kruis voor al jouw zonden voldaan, wanneer je je gaat wegzinken en wegschamen.
Je mag dan zien dat Christus het Fundament is. Je zoekt houvast in het feit dat Christus de Rots is waar je altijd kan schuilen. Je ziet een opening in jouw geloof, dat Christus de Deur is, waar je door de poorten van het Evangelie vergezichten mag zien, alleen in Jezus Christus. Hoeveel je zonden ook zijn. Wat je zonden ook zijn. Bij God is vergeving en genade. In Zijn Zoon worden alle zonden bedekt en zelfs gedeleted in een eeuwige zee van ‘vergetelheid’.
De bijbelse weg, het hart van het Evangelie is deze: God biedt Zich aan in Christus Jezus, via Zijn Zoon door de weg van geloof en bekering. God eist en God belooft. God biedt genade aan. Aan wie? Aan iedereen die met zijn zonden vast loopt. Wie met zijn zonden bij Christus komt, mag zijn houvast ervaren in Christus. Dat zien op Christus, is een ervaring, maar ook een zeker weten. De wetenschap dat jouw leven geborgen is in Christus. De Schotse predikant Ralph Erskine kan daarom over de tekst “En Ik zal U geven tot een Verbond van het volk” (Jesaja 42:6) schrijven: “God zegt: Ik zal Hem geven, het is Mijn wil om dat te doen. Het geloof zegt: Uw wil geschiede en zo neem ik Hem aan, naar Uw wil; amen, zo zij het. En heel het volk zou amen moeten zeggen. Ieder voor zich zou amen moeten zeggen op wat God aanbiedt, Christus moeten aannemen en op Hem alleen rusten tot zaligheid, zoals Hij wordt aangeboden.
Andrew Fuller schrijft in zijn boek 'Aller aanneming waardig': "Christus aannemen veronderstelt een besef van zonde en van ons blootstaan aan het rechtvaardig ongenoegen van God". Fuller gaat verder: "Het is een grote fout om het gevoel van de zonde voor te stellen als een voorwaarde die recht geeft om de Zaligmaker te ontvangen en zo de nodigingen van het Evangelie voor te stellen alsof ze gericht zijn aan gevoelige zondaren".
En laten we eerlijk zijn, wanneer we het goed hebben met ons gezin, onze eigen kerk, een mooie baan, een fijne vakantie, een leuke vriendengroep, wanneer het ons financieel voor de wind gaat, waarom hebben we dan Christus nodig? We hebben een goede predikant, een fijne kerk, een goede politieke partij, een uitdagende leeromgeving, een interessante studie, een intensieve hobby. Het evangelie is dan een vreemde ‘leer’. De preek is lastig, altijd hetzelfde liedje. Je kunt het wel dromen: Genesis 3, zondeval, zondig, zes scheppingsdagen (even nu niet debatteren). Er is wel een komma, maar niet voor mij, dat zal wel zo zijn? O ja? We knikken instemmend tijdens de kerkdienst . Of luisteren we knikkenbollend? Daarna knikken we tegen onze eigen afgoden. We gaan van maandag tot en met zaterdag gewoon weer verder. Verder met ons eigen ding. Niks aan de hand? Alles aan de hand! De Hand van God van het Woord van de beloften niet voor waar aannemen. Ongehoorzaam zijn. Niet geloven. God niet op zijn Woord geloven. God verdacht houden. God betichten dat Zijn Woord niet waar is. Je kunt wel een ‘zware’ leer aanhangen, maar is de zonde voor jou dan als ‘verlichting’?
Zou je het gewoon eens niet durven om naar Christus te gaan en Hem aan te nemen op zijn Woord, met je vinger bij het Woord en een andere vinger leggend op jouw voorhoofd. Belijdend: ik ben gedoopt. Lijdend aan jouw zondigheid? Lijdend aan jouw telkens verkeerde verlangen en wil? Is dat geen heilige verplichting? Die Heilige God, Die met Zijn drie Namen en Personen Zich aan jouw leven heeft willen verbinden? Denk daar eens over na!
Nog een citaat van Ralph Erskine: Het evangelische geloof neemt Christus aan op de evangelische voorwaarden, zoals Hij in de belofte van het Evangelie wordt aangeboden. Dat geloof zegt: O, ik durf Hem niet te beloven, maar ik neem Hem aan, omdat Hij alles aan mij belooft. Gezegend zijn de vrije en almachtige genade! Want als er maar iets van mijn goed gedrag of mijn toekomende dienst afhing, dat moet ik vrezen dat alles verloren is. En daarom neem ik Christus en de belofte aan voor alles. O! hoe zalig is dat voor mij , dat Hij mij alles belooft heeft, want ik kan niets beloven. Daarom zal ik mij vasthouden aan de belofte van zaligheid en van heiligmaking.’
Ds. G. Boer zegt het zo in een preek: “Wat is nu de kernbelofte? Ik wil uw God zijn. Ik zal uw God zijn. En gij zult Mijn volk zijn. Dat is de ene kernbelofte van het Evangelie. Ten diepste is dat niet een operatieveld van het verdorven verstand, maar dat is Christus, de Belover: de Christus Gods, van de Vader gezonden in de kracht van de Geest... Alles in die ene belofte! De belofte van het Evangelie geloven is ten diepste: in Christus geloven. Dus zo dikwijls als u onder de prediking van het Evangelie, en daarbuiten, die belofte van het Evangelie met een waar geloof aanneemt, met een waar geloof omhelst, zijn al uw zonden van Godswege vergeven.
De broer van Ralph, Ebenezer Erskine, eveneens predikant, schrijft: "Ik roep u heden toe, om zonder uitstel Gods verbond, dat hier door de regenboog rondom de troon wordt voorgesteld, in de kleur van de steen smaragd, aan te nemen... Welnu, doe dan hetzelfde met Gods genadeverbond. Neem dit verbond en de trouw door Christus, Die hierin vertoond wordt, aan tot uw verlossing en bevrijding (van de vloed van eeuwige toorn, die u voor eeuwig dreigt te verzwelgen)".
John Owen schrijft over Efeze 1 vers 5-7: "Het was Gods voornemen ons aan te nemen als Zijn kinderen. De aanneming tot kinderen zouden wij verkrijgen door Jezus Christus in de bijzondere weg van de verzoening door Zijn bloed, geheel en al ter meerdere glorie van Zijn heerlijke genade".
Joel Beeke heeft een mooi boekje, “Jezus navolgen”, geschreven. Wat zijn de kernnoties? Navolgen, zoals Jezus heeft gewandeld. Wat houdt dat volgen in? Meelijden met mensen. Vrede zoeken met de ander. Je kruis dragen. Trouw zijn. Groeien in Christus. En bij aannemen hoort ook aanvechting. Geloven in Christus is ook niet romantisch. Met vallen en opstaan.
"Laat ons dus Christus aannemen, die ons vriendelijk is voorgesteld en die ons tegemoet komt. Hij zal ons tot zijn kudde rekenen en in zijn stal besloten houden" (W. Kolfhaus).
Johannes Calvijn: "Deze vastheid is met de roeping verbonden. Uit het woord en uit de gelovige aanvaarding van dit Woord (Christus) zijn wij verzekerd van onze verkiezing. God neemt ons niet aan vanwege het feit dat onze bekering de grond van de vergeving is. Maar God neemt ons aan op grond van Zijn Barmhartigheid. Omdat God ons ook uit genade vernieuwt en wij deze gave door het geloof aannemen. Het gaat in het geloof om het aannemen van de belofte en dat kan alleen door de wil tot stand worden gebracht. Geloven is ook een daad van de wil. De enige grond van de geloofszekerheid is Jezus Christus, de Gekruisigde Christus. Onze zaligheid ligt niet verankerd in onze bekering, maar in Christus. Onze zaligheid is niet afhankelijk van de gevoelige ervaring en de tranen, maar van de vaste geloofskennis in het Fundament: het Offer van Christus, Zijn Zoon. In Christus is het offer van Jezus een open Evangelie. De Bijbel kent niet een aparte bijlage met een namenlijst van uitverkorenen. Het Evangelie verzekert ons toch dat ieder die in de Zoon gelooft het eeuwige leven heeft (Joh. 3:16) en dat allen die in Hem geloven de vergeving der zonden ontvangen. Ieder die gelooft mag dus, omdat hij gelooft, zich stellen onder dit algemene aanbod en aannemen dat hij de vergeving der zonden heeft ontvangen. Dat dit mogelijk is, is te danken aan de Heilige Geest, die iedere gelovige ontvangt en die met onze geest getuigt, dat wij kinderen Gods zijn (Rom. 8:16). Ja het is mogelijk om zekere wetenschap te hebben dat je geloof vast en waar is. Niet door jouw verdienste, maar door Christus, in jou, gewerkt door de Heilige Geest."
Kijk uit met het onderscheid van het eerst gelovige zien op de beloften en dan pas aannemen. Zien is aannemen. Zien is hebben. Zien is ervaren en weten. Geloven is weten en ontvangen om nog meer te weten over God. Aannemen en God omarmen -aanvaarden- is het wezen van het geloof.
Je kunt Christus wel op een verkeerde manier (onheilig) aannemen, maar nooit te vroeg aannemen. Niemand is er te slecht voor. Wij zijn er eerder te goed voor.
In de rubriek Beroepingswerk van het Reformatorisch Dagblad zou het heel vreemd overkomen als ongeveer zoiets staat: "Ds. ... mocht nog in alle vrijmoedigheid in de hebbelijkheid en in de dadelijkheid, bij de aanvang en de verdere voortgang het op hem uitgebrachte beroep aanvaarden, niet in eigen kracht. Er staat gewoon: aangenomen. En dat is Bijbels.
H. J. van der Heiden
Dit artikel is beantwoord door
Redactie Refoweb
Bijzonderheden:
Mailadres: vragen@refoweb.nl
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Ik ben overigens wel benieuwd wat "kerkelijke gezindte divers" inhoudt.... ;-)
Daarop zei de evangelist: "Prediker 5 zegt dat eten en drinken ook een gave Gods is, en zo te zien heeft u er ook geen moeite mee dát aan te nemen!"
Ik voel me aangesproken door je verhaal en ik vind het zeer ernstig dat u het volk der Katwijkers zo voor schut zet :)
Het grapje is uiteraard erg grappig, maar uit de betreffende opmerking is mijns ziens geen direct antwoord te vinden op de vraag van de Katwijker. Ik geloof ook dat God ons moet laten zien dat wij mensen voor God nooit kunnen bestaan, en dat wij alleen overwinnaars kunnen zijn, niet door onszelf, maar door Iemand anders.
Ik denk dat het inderdaad goed is om het woord aannemen in de goede context te plaatsen.
Het blijft een bijzonder volk, die Katwijkers :)
Wat betreft je opmerking: " Ik geloof ook dat God ons moet laten zien dat wij mensen voor God nooit kunnen bestaan, en dat wij alleen overwinnaars kunnen zijn, niet door onszelf, maar door Iemand anders."
Laat dat nu gewoon in de bijbel staan. Alhoewel de bijbel níet zegt dat wij mensen voor God nooit kunnen bestaan. Dat kan namelijk wél, dóór het geloof! Uit genade! Ik zou het met je eens zijn als je zou zeggen: "Ik geloof ook dat God ons moet laten zien dat wij mensen UIT ONSZELF voor God nooit kunnen bestaan, en dat wij alleen overwinnaars kunnen zijn, niet door onszelf, maar door Iemand anders."