Twijfel over mijn geloof
Ds. D.W. Tuinier | Geen reacties | 31-10-2017| 14:35
Vraag
Aan een predikant van de Ger. Gem. Als meisje groeide ik op in een gezin waarin niet veel met Gods Woord werd gedaan. Er werd niet over bekering gesproken en de noodzaak daarvan. Er was veel ruzie thuis, waarbij Gods Naam gelasterd werd. Op zondag gingen we slechts eenmaal naar de kerk, dat was genoeg. En met de bediening van het Heilig Avondmaal was het niet nodig om aanwezig te zijn, want “dat duurde te lang.” Ik merkte dat bij mijn oma dit anders lag. Zij leefde met het Woord open, vroeg altijd om de zegen van de Heere. Destijds interesseerde me dit alles niet, maar een aantal maanden terug is ze overleden. Wat had ik haar graag willen horen vertellen over haar persoonlijk geloof in God. Ik heb er nooit de moeite voor genomen. De laatste jaren was dit ook niet mogelijk meer, maar nu heb ik er spijt van. Als puber kreeg ik vrienden die niet naar de kerk gingen, of er wel naar toe gingen, maar dan om te klieren. Ik bleef altijd wel naar de kerk gaan omdat ik er enigszins wel de ernst van in zag, maar ik had geen lust in bekering. Ik ging destijds naar de discotheek – waar ik me overigens ten diepste nooit thuis heb gevoeld. Iedereen uit mijn vriendenkring ging er naar toe en daarom bleef ik niet achter en leefde me uit in de zonde.
Toen ik startte aan mijn opleiding op een christelijke hogeschool veranderde mijn leven. Ik kreeg vrij snel verkering met een jongen uit de Gereformeerde Gemeente. Ik stopte direct met de discotheekbezoeken en ook die vrienden zag ik niet of nauwelijks meer. Ik voelde me er niet meer thuis. Een van de eerste keren dat ik in zijn kerk de bediening van het Heilig Avondmaal zag, ontroerde me dit. De tafel was gereed, maar ik kon en mocht niet aangaan. Ook mijn schoonmoeder ging aan, dit confronteerde me enorm met mijn eigen onwil. Ik kreeg verdriet, voor het eerst voelde ik een gemis: anderen wel, maar ik niet. Eerst schopte ik aan tegen alles wat maar met de refocultuur te maken had, maar steeds meer zag ik in dat dit dé ware leer is.
Toen ik een keer voor de klas stond (rond Pasen 2012) mocht ik eens een Bijbelverhaal vertellen. Ik heb nog nooit eerder gehad dat ik emotioneel geraakt werd door een Bijbeltekst. Toen ik het volgende las: “En de Heere Zich omkerende, zag Petrus aan; en Petrus werd indachtig het woord des Heeren, hoe Hij hem gezegd had: Eer de haan zal gekraaid hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen” (Lukas 22:51). Dit kwam binnen. Ik weet nog dat ik voor de klas enorm emotioneel was en mijn tranen nauwelijks kon bedwingen. Het voelde alsof Jezus mij aankeek. Ik voelde me toen zo enorm nietig en schuldig tegenover God. Dit moment is me altijd bijgebleven...
Inmiddels zijn we getrouwd, heb ik belijdenis gedaan en hebben we kinderen mogen krijgen. Waar ik eerst ‘werelds’ deed en dacht, wil ik nu Gods Woord volgen. In uiterlijkheden is er niks op me aan te merken, ik kijk nooit tv (thuis werd vroeger álles gekeken waardoor ik daar een enorme hekel aan heb en zie hoe schadelijk het is), draag nu altijd rokken, ga altijd naar de kerk, weet eigenlijk niet hoe mijn leven uiterlijk nog verbeterd zou moeten worden... Maar innerlijk mankeert er nog zoveel aan. Ik merk dat ik steeds weer van het pad afwijk, terwijl ik zo graag het goede zou willen doen. God eist van ons dat we Hem volgen! We hebben laatst een jonge dominee bevestigd gekregen als onze dominee, ik ben enorm blij met deze man. Hij kan zo mooi de preek aan het hart leggen. Het komt keer op keer bij me binnen. Het raakt me! Zo ben ik ook erg vaak emotioneel na een preek. Zo ook na de avondmaalsbediening. Ik voel het gemis naar God, maar ik weet niet waar ik Hem moet zoeken. Soms denk ik dát ik verlost ben, maar ik ben zo bang dat het van mezelf is en dat ik mezelf voor de gek hou. Ik voel mijn zwakheid en zonde, maar ik weet niet hoe ik bij de verlossing moet komen en ook weet ik niet of ik God al dankbaar mag zijn voor dat wat ik al heb.
Na die avondmaalsbediening ben ik letterlijk op mijn knieën gevallen, omdat ik het uitschreeuwde van de dorst naar Hem. Het verlangen om Hem te mogen leren kennen!! En dan komt dat stemmetje: doe niet zo dom, dit is van jezelf. Ik weet het niet!! In de Saambinder (05-10-2017) stond op de achterkant een artikel over: Wat kan satan nabootsen? Dit sprak me enorm aan: “Nu proefden we in de toelichting die de vraagsteller ons stuurde een hunkering naar het binnenste. Dat raakte ons. Want wat satan nu nooit bewerkt is het verlangen naar ‘waarheid in het binnenste’. Juist als een mens erachter komt dat er van binnen geen kruimeltje waarheid te vinden is, ontstaat de vrees voor zelfbedrog. Als alles op z’n kop staat en satan influistert dat alles maar inbeelding is of algemene werkingen van Gods Geest zijn, wordt weleens uitgeroepen: O Heere, ik vrees dat ik nog alles mis, en dat mijn werk geen waarheid is. Nogmaals, ook dat is geen ‘rustbank’! Want de rust ligt alleen in het geschonken geloof dat mag zien op Hem, Die de Weg, de Waarheid en het Leven is.”
Zou het het werk van de duivel zijn dat ik zoveel twijfel of mijn geloof wel een echt zaligmakend geloof is? En dat ik bang ben voor een verondersteld geloof of een tijdgeloof? Ik weet dat ik bij het vorige huisbezoek (1,5 jaar geleden) nog niets kon zeggen over mijn geloof. Toen bleef ik oppervlakkig, maar nu is er een verlangen gekomen in mijn hart, om God te volgen. Maar ik kan dit niet en dat doet me verdriet! Hoogmoed en geldzuchtigheid zijn zonden die mij steeds opnieuw aankleven.
Zo zijn er perioden waarin Bijbelteksten me heel veel doen, waarin ik heel veel preken beluister omdat ik de begeerte daar naar heb, maar na een aantal weken kan er zomaar weer zo weinig verlangen zijn. Dit ebt steeds weg en komt weer terug. Ik heb het idee dat dit niet kan bij een bekeerd persoon. Dan wil je toch altijd God grootmaken? Altijd van Hem horen? Of zijn er dan ook periodes waarin alles vlak lijkt? Kan zo’n Bijbelvertelling wel een begin zijn van een bekering? Het voelt voor mij nog steeds alsof Jezus mij toen in de ogen keek en zei dat ik niet op de goede weg was, dat ik Hem moest volgen. Wanneer kun je weten of God in je leven werkt? Het verlangen om te leven naar Gods wil kan toch niet uit mezelf komen? Dit had ik vroeger niet! Ik wilde nooit preken luisteren, nu hoor ik ze zo graag. Kan een bekering zo lang duren, of bekeert God op een bepaald moment dat je je absoluut moet herinneren en dat je dan ook direct zeker weet dat het zo is?
Ik heb veel behoefte om over dit alles te praten, maar ik weet niet goed met wie. Met mijn man kan ik hier wel over praten, maar hij weet het ook niet goed. Volgens hem weet je het toch echt wel als je bekeerd bent. Ik bid veel voor mijn gezin, dat mijn man en kinderen ook bekeerd mogen worden. En voor mijn ouders. Ik voel de noodzaak van bekering. Jezus is gestorven voor de zonden en waarom zou ik Hem dan steeds de rug toe blijven keren? Wat als ik onverzoend moet sterven en ik dan alsnog door God in de ogen word gekeken en dan te horen krijg “het is te laat, je wilde mij niet volgen”?
Steeds denk ik dat meer zondekennis moet hebben, meer liefde tot God, meer moet zien op Jezus... Maar er is geen maatstaf waaraan je precies moet voldoen. Wanneer is het genoeg om te mogen en te kunnen zeggen dat Hij ook voor mij is gestorven?
Ik hoop dat u een antwoord kunt geven op al mijn vragen en tegelijkertijd weet ik dat u mij ook geen zaligheid kunt geven.
Een hartelijke groet van een bezorgde medereiziger.
Antwoord
Bedankt voor je eerlijke, openhartige vraag, waarin ik veel strijd en worstelingen ervaar met betrekking tot het ene Nodige, dat gekend moet worden, willen wij getroost leven en zalig kunnen sterven. Terecht geef jezelf aan dat geen mens, geen dominee of wie dan ook jou de ware rust en vrede schenken kan. Het geloof rust alleen in de beloften van God, die in Christus Jezus ja en amen zijn. Dat wil niet zeggen dat wij dan niet naar elkaar luisteren moeten en vanuit de Bijbel de enige Weg van behoud mogen wijzen.
Puntsgewijs doe ik een poging:
1. Je schrijft over je ouderlijk huisgezin, je oma, voor wie je respect en achting hebt en over jezelf... totdat je leven veranderd is, in Gods grote goedheid. Lees zondag 10 eens van de Heidelbergse Catechismus. Ook al zijn het grote, gewicht volle zaken die in deze zondagsafdeling aan de orde komen, toch moet je verwonderd zijn over de leiding van de Heere in je leven, tot hiertoe. Zonder jou de handen op te leggen stel ik vast dat God onuitsprekelijk goed voor je is. Hij laat je niet doorhollen. Hij heeft een wending ten goede gegeven.
2. Oma, haar heengaan en een volgende Avondmaalsbediening laat jou je grote gemis en ongeluk zien, buiten God, zonder hoop en zonder Christus. Veracht het niet, integendeel...
3. Tijdens een Bijbelverhaal voor de klas verbreekt je hart onder de liefdesblik van de Zaligmaker richting een ontrouwe en afvallige Petrus. Veracht het niet!
4. Nu ben je al langere tijd een burgerlijk fatsoenlijk en nette kerkelijk meelevende huismoeder, die er langzaam maar zeker achter komt dat je van binnen niet deugt. De wortel van jouw levensboom deugt niet! Daarom val je jezelf zo tegen. Beste vriendin, dat doet God met een bedoeling. Welke? Zodat je meer en meer uitgedreven wordt tot de Levensboom, de Levensbron, de Heere Jezus Christus. Hem leer je meer en meer benodigen in een weg van ontdekking. Hij moet wassen, groeien en jij minder worden!
5. Je hebt veel behoefte om over dit alles te praten, maar je weet niet goed met wie? Door Gods voorzienigheid ontvang je uit Zijn hand een jonge evangeliedienaar, die, daarnaar zie je uit en dat ervaar je reeds, door de Heere in de middellijke weg voor je gebruikt wordt/mag worden. Ik hoop dat je niet te lang wacht om hem te benaderen en met al je levensvragen bij hem aanklopt. Hij wil jouw Filippus zijn (Hand. 8:35).
6. Dat je bang bent voor zelfbedrog, is terecht. Het artikel op de achterkant van de Saambinder heeft je geraakt, begrijp ik. Ook mocht je er door worden bemoedigd. Want het is waar, dat wat je gelezen hebt: satan bedriegt je. Vele pijlen heeft hij op zijn boog. Met hem krijg je te maken als God in je leven komt. Weest op je hoede! Maar Gods werk kruipt altijd naar de genadetroon van de Heere toe, moet Hem dikwijls missen (om eigen schuld) maar kan niet meer zonder Hem verder leven.
7. Ik sluit af met Psalm 69 vers 13 berijmd. Zingt het eens voor jezelf, vooral de laatste vier regels...
Van harte Gode bevolen in de strijd, in en door Hem, Jezus Christus, Die de zwaarste strijd gestreden en overwinnen heeft.
Ds. D. W. Tuinier
Dit artikel is beantwoord door
Ds. D.W. Tuinier
- Geboortedatum:28-04-1964
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kampen
- Status:Inactief